Wraak nemen... of vergeven?

Wanneer we nadenken over het thema wraak nemen... of vergeven, dan is dat iets waar we allemaal wel eens mee te maken hebben. En niet alleen wij zelf hebben er mee te maken, maar kijk ook eens in de wereld om je heen. Hoe vaak lees je niet in de krant dat er iemand is neergestoken omdat hij vroeger dit of dat gedaan had. Hoe vaak lees je niet over oorlogen. Mensen en volken nemen wraak door elkaar te vernietigen om de dingen die zij in het verleden elkaar hebben aangedaan. Wraak nemen, dat staat eigenlijk helemaal niet ver bij ons vandaan.
Bij het verwisselen van een les steekt iemand expres zijn voet uit waardoor jij struikelt. Je zou hem toch...
Je zusje komt huilend thuis. Een jongen voor wie iedereen bang is, heeft haar geslagen. Je zou hem toch...
Vergeven? Je hoeft toch niet zo maar over je heen te laten lopen!
Wraak nemen, die gedachte leeft, als we eerlijk zijn in jouw en in mijn hart.

Adam en Eva

En toch is dat niet altijd zo geweest. Er zijn op deze wereld mensen geweest, die elkaar nooit hoefden te vergeven, eenvoudigweg omdat ze elkaar geen kwaad deden. Het waren Adam en Eva. Wat waren ze blij en gelukkig in de hof van Eden. Niets en niemand kon die vrede verstoren. Zo maakte God de mens, naar Zijn beeld en naar Zijn gelijkenis.
Totdat... de zonde kwam. Toen werd alles anders.
In plaats van vrede... kwam er nijd.
In plaats van liefde... kwam er vijandschap.
In plaats van geluk... kwam er verdriet.
In plaats van leven... kwam de dood.

Kaïn en Abel

Dat bleek ook al heel snel nadat Adam en Eva uit het paradijs werden verdreven. Hun twee zonen Kaïn en Abel hebben zoëven de Heere nog een offer gebracht. Maar Kaïn is zo jaloers dat de Heere hem en zijn offer niet aanziet, dat hij zijn broer doodt. Vreselijk is de straf voor Kaïn. 'Vervloekt zult gij zijn Kaïn'. En dan komt bij Kaïn de angst. Angst voor de dood, want nu zal iedereen hem natuurlijk doodslaan. Maar de Heere zegt: 'Al wie Kaïn doodslaat die zal zevenvoudig gewroken worden. Want Mij komt de wrake tot en Ik zal vergelding doen.' Indrukwekkend hoe de Heere hier laat zien dat Hij de zonden straft, rechtvaardig en naar Zijn oordeel. Mensen behoeven dat niet te doen.

Lamech

Maar niet iedereen is onder de indruk van die woorden van de Heere. Kaïns nakomelingen spotten er zelfs mee. Het is Lamech. Lamech zingt een lied. Een woeste wilde goddeloze zang. Hoor, het rinkelen van een zwaard klinkt er doorheen. Luister maar: 'Hoort mijn stem, gij vrouwen van Lamech, neemt ter ore mijn rede. Voorwaar ik sloeg wel een man dood om mijn wonde en een jongeling om mijn buile. Want Kaïn zal zevenvoudig gewroken worden, maar Lamech zeventig maal zevenmaal.' Eigenlijk zegt Lamech hier: wie het waagt om mij of de mijnen een enkele schram toe te brengen of een wondje te slaan, ik Lamech, de grote Lamech zal er honderden voor doodslaan. Geen zevenmaal, zoals God Kaïn zal wreken maar zeventig maal zevenmaal. Maar laten we nu ook eens kijken naar een geschiedenis uit de Bijbel waar mensen elkaar door Gods genade het verkeerde kunnen vergeven.

Jozef en zijn broers

We gaan dan een stukje verder in de geschiedenis en komen terecht bij Jozef de zoon van Jakob die door zijn broers werd verkocht naar Egypte. In het paleis van de machtige onderkoning van Egypte staan de broers van Jozef. Het bewijs is geleverd. Ze zijn dieven, ze hebben de beker van de koning gestolen. Overgeleverd zijn ze aan de macht van deze onderkoning. Hij kan doen met hen wat hij wil. Ze kunnen hun oren niet geloven als hij hun bekend maakt dat hij Jozef is. Bevreesd wachten ze af. Nu zal hij wraak nemen. Maar in plaats van de wraak die zij nu vrezen, valt Jozef hen om de hals en vergeeft hen alles wat zij hem ooit eens hebben aangedaan. Wat beschamend voor de broers van Jozef. Maar wat is zo'n leven tot eer van de Heere.

Wraak nemen... of vergeven

'Vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren'. Dat valt niet mee, dat is vaak voor ons onmogelijk. Dat willen we soms niet eens meer. Maar als de Heere met Zijn Geest wil wonen en werken in ons hart, dan kan het toch en dan doen we het ook. Daar mogen we om bidden, elke dag weer, met elkaar en ook alleen.

David en Saul

Weet je wat je wel eens hoort? Misschien heb je dat zelf ook weleens meegemaakt... dat anderen je aansporen om wraak te nemen. Dat gebeurde in de Bijbel bij David. Vluchtend voor zijn leven, achtervolgd door koning Saul, zo zwerft hij over de wereld. Dan komt er een moment dat koning Saul ligt te slapen in de spelonk waar David is. En wat zeggen zijn vrienden? Nu kun je wraak nemen David, nu. Nu kun je hem doden. Al zo vaak heeft hij jou beloofd je geen kwaad te doen en steeds weer probeert hij je te doden. Doe het David, doe het nu. Neem wraak, dan ben je van hem af. Maar David doet het niet! De Heere, Die zal Saul wel straffen, maar zelf zal hij zijn hand niet slaan aan de door God geroepen koning.

Stefanus

Wanneer we nog verder lezen in de Bijbel komen we tenslotte bij de geschiedenis van Stefanus. Wel een heel mooi voorbeeld van vergeven. Niet alleen je vrienden, maar ook je vijanden. Nadat Stefanus in zijn rede de mensen eerlijk op hun zonde heeft gewezen, breekt er een groot tumult los. Doden zullen ze deze man. Wie haalt het in zijn hoofd om dat allemaal tegen hen te zeggen. Ze slepen hem de stad uit en daar vliegen de eerste stenen al door de lucht. Biddend voor zijn vijanden: 'Heere vergeef het hen', sterft Stefanus.
Wraak nemen... of vergeven. Wat komt dat dichtbij als we bij het horen van deze geschiedenissen eens aan onszelf de vraag zouden stellen: wat zou ik gedaan hebben in dat geval? Toch kunnen we bij deze geschiedenissen niet stoppen. Dan zouden we het belangrijkste vergeten.

De Heere Jezus

Toen we begonnen met elkaar vanavond hebben we gezegd dat Adam en Eva in de hof van Eden leefden. Volkomen gelukkig. De zonde kwam en vanaf dat moment werd alles anders. In een moment was alles verloren. De mens, de dieren, de schepping. Alles! Maar God zij dank, daar stopte het niet. De Heere Jezus, de Zoon van God beloofde dat Hij zou komen om de schuld van de mensen te betalen. Dat moest Hij doen met Zijn eigen leven. Dat wilde Hij doen. En dat deed Hij ook. Niet voor vrienden deed Hij dat, maar voor vijanden. Voor vijanden gaf Hij Zijn leven aan het kruis op Golgotha. 't Was de schuld van anderen, maar Hij nam die op zich. 't Waren de zonden van mensen, waarvoor Hij betaalde met Zijn eigen leven. Nooit is iemand groter onrecht aangedaan. Nooit had iemand meer reden om wraak te nemen. En toch bad Hij: 'Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen.' Als we daar aan denken, ook als we straks met elkaar gaan praten over wraak nemen of vergeven, kunnen we niet anders dan schuldig het hoofd buigen en vragen: Heere wilt U ons dat leren elke dag opnieuw. 'Vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren'. Stefanus leek op de Heere Jezus. En jij? 'O Zoon maak ons Uw beeld gelijk...'

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen