JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Willibrord en de zending

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Willibrord en de zending

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De tijd waarin Willibrord leefde

Voor de komst van Willibrord was een gedeelte van ons land al in aanraking gekomen met het christendom. Tijdens de Romeinse overheersing vestigden handelslieden en militairen uit het oosten zich langs de Rijn en verspreidden ten zuiden van de Rijn het christelijke geloof. Na het verdwijnen van de Romeinse macht, werd het gebied overheerst door de Franken. In 506 werd koning Clovis gedoopt en gingen de Franken over tot het christendom. Pas in de loop van de zevende eeuw werden de eerste pogingen gedaan om ons land te kerstenen. Deze pogingen mislukten echter omdat de Friezen de Franken als vreemde indringers beschouwden. Minder argwanend stonden de Friezen tegenover de uit Engeland afkomstige Angelsaksische zendelingen. De eerste Angelsaksische prediker, Wilfrid maakte in 678-679 diepe indruk op de Friezen. De komst van Wilfrid viel samen met een goed visseizoen. De God die Wilfrid predikte, moest de ware God zijn, en daarom lieten veel Friezen zich dopen.

De Friezen

De Friezen woonden in het noorden en westen van ons land

De Franken

De Franken woonden in hel zuiden tot diep in Gallië (Frankrijk) toe.

De Angelsaksen

Heel vroeger woonden in Engeland de Angelen. Ten tijde van de volksverhuizing staken veel Friezen en Saksen vanuit ons land over naar Engeland. Zo ontstond er een vermenging met de daar wonende Angelen. De nakomelingen werden de Angelsaksen genoemd. Ook Willibrord was een kind van Angelsaksische ouders. Toen Willibrord in Nederland zending wilde bedrijven, ondervond hij minder tegenstand dan destijds de Franken. Dit valt vooral te verklaren uit het feit dat hij uit hetzelfde geslacht als de Friezen stamde, en ook de Friese taal kon spreken. Dit alles neemt niet weg dat de Friese koning Radboud zeer vijandig tegenover Willibrord en zijn godsdienst stond. Dit kwam vooral door zijn haat tegen de Franken, die immers dezelfde leer aanhingen.

Levensloop van Willibrord en zijn werk in Nederland

Willibrord leefde van 658-739. Zijn vader leefde als kluizenaar in de door hem zelf gebouwde Andreaskapel aan de monding van de Humber. Hij gaf zijn zoon Willibrord voor opleiding aan Wilfried, abt van het Benedictijnenklooster Ripon. In 678 ging hij in een Iers klooster bij abt-bisschop Egbertus. Na twaalf jaar zond Egbertus hem uit voor geloofsverkondiging in noord Nederland (690). Willibrord wilde daar niet stiekem zijn werk doen en vroeg dus toestemming aan de gevreesde Radboud, koning der Friezen. Radboud had net zuid Friesland verloren aan Pippijn, hofmeier van de Franken, en had nu meer dan ooit een afkeer van het christendom. Hij weigerde Willibrord dan ook de toestemming om in zijn land zending te bedrijven. Bij Pippijn vond Willibrord echter een open deur, want deze zag direct politiek voordeel in een gekerstend zuid Friesland. Willibrord vertrok daarna naar Rome om van de paus bekrachtiging van deze zendingsopdracht te verkrijgen. Nu kon het echte zendingswerk beginnen. Op een door Pippijn aangewezen terrein in Utrecht bouwde Willibrord de St. Salvator (Verlossers) kerk en het St. Maartenklooster met een daaraan verbonden school voor de opleiding van geestelijken. Nadat Pippijn gestorven was (714), wilde Radboud zuid Friesland terug veroveren. Hij verwoestte de kerken en dwong Willibrord te vluchten (naar Echternach). Karel Martel volgde Pippijn op. Hij keerde de krijgskans en bracht heel Friesland onder de Zuiderzee onder Frankisch bewind. Nu kon Willibrord terugkeren (719) en zijn werk hervatten. Hij is bijna 50 jaar hier werkzaam geweest: langs de westkust en beneden de Zuiderzee. God heeft Willibrord willen gebruiken om een groot deel van Nederland tot het christendom te bekeren. Terecht wordt hij dan ook genoemd: de apostel van de Nederlanden. Willibrord is begraven in het door hem gestichte klooster te Echternach.

Wat leerde Willibrord?

Willibrord had een onwrikbaar geloof in de overwinning van Christus' Rijk. Het was dan ook alleen Die Christus Die hij wenste te prediken. Toch moet er ook aandacht besteed worden aan het volgende: voor Willibrord zijn werk in Nederland begon, maakte hij eerst een reis naar de paus in Rome. Hij werd daar tot bisschop van Utrecht gewijd. Het bleek ook dat hij veel waarde hechtte aan relikwieën en roomse gebruiken.

Invloed van Willibrord in ons land

De wrede koning Radboud heeft de christenen in de laatste jaren van zijn leven niet meer vervolgd. Na zijn dood in 719 mocht het Evangelie ook in Friesland verkondigd worden. Willibrord heeft dit 20 jaar gedaan. Anderen hebben zijn werk in Nederland voortgezet. God stuurde nog meer knechten uit Engeland. In het noordoosten bleven de Friezen nog tientallen jaren heidenen. Dat bleek later ook uit de moord op Bonifatius.

Maatschappelijke toestand

In deze tijd berustte de maatschappij nog volkomen op stam- en groepsverband. De overgang tot het christendom was dan ook meestal massaal. Men volgde vanzelfsprekend of min of meer gedwongen de keuze van de vorst. Veel Frankische stammen gingen over tot het christendom. Over het algemeen was dit christendom vrij oppervlakkig. Veel heidense gedachten en gebruiken drongen in de kerk door. De mannen vulden hun tijd met oorlog voeren, vissen, dobbelen en bier drinken. Soms werden zelfs vrouw of kinderen verdobbeld! Deze werden dan slaven. De vrouwen moesten hard werken: het land bewerken, voor het vee, de kinderen en de huishouding zorgen. Overwonnen vijanden werden als slaven meegevoerd. Zij werden meestal als beesten behandeld. Hun leven had geen waarde. Medelijden kende men niet. Wel was men over het algemeen erg gastvrij, eerlijk (men stal niet) en trouw aan een gegeven belofte.

Heidendom

De Friezen hadden verschillende afgoden.

- Wodan

Wodan was de goede hoofdgod. Hij reed 's winters op zijn achtvoetig paard over de daken van de woningen en stortte zijn zegeningen uit door de schoorsteen. Als de mensen tenminste hun plicht gedaan hadden door een paard te offeren aan Wodan. De kop van het gedode dier hing men dan boven de deur van het huis. Soms at men de paardekop op en hing men de hoefijzers op. Dat was voor Wodan hetzelfde. Paardekop of hoefijzers brachten geluk!

- Donar

Donar sloeg met zijn hamer op de wolken en dan spatte het vuur alle kanten uit. Op 25 december (als de dagen weer langer begonnen te worden) werd ter ere van Donar 's nachts het feest van Zonnewende gevierd. Buiten werd een groot vuur gemaakt en daarop werd een mensenoffer gebracht aan Donar. De priester wees aan wie door de hamer van Donar getroffen zou worden. Onder de heilige Donareik moest de priester het geknielde slachtoffer met een hamer op het hoofd slaan.

- Beelden

Beelden waren er in deze tijd maar enkele. Het waren overblijfselen uit het Romeinse rijk, dat hier was in de tijd voor de grote volksverhuizing.

- Priesters

De heidense priesters voorspelden de toekomst. Ze 'lazen' die af uit de ingewanden van de geslachte offerdieren.

- Boze geesten

De mensen waren vervuld met angst voor de boze geesten, vooral bij nacht en storm. De zon kon de boze geesten verjagen. Ook was men bang dat de geesten (zielen) van de gestorven stamgenoten hen kwaad zouden doen. Daarom vierden ze trouw de dodenfeesten.

- Walhalla

Wie als held stierf, zou in het Walhalla zijn aardse leven zonder angst mogen voortzetten. Ze zouden jagen, veel heerlijk wildbraad eten en bier drinken uit de hoofdschedels van overwonnen vijanden. Bij Odin, de godin van het Walhalla zou ieder het goed hebben. Oude mannen die alle gevechten hadden overleefd, beroofden zichzelf vaak met het zwaard van het leven om niet de 'strodood' (de dood in bed) te hoeven sterven. Ze deden dit in de naam van Odin, om toch als held te sterven en in het Walhalla te komen.

Gevolgen van het christendom op de maatschappij

Het christendom bracht zegenrijke gevolgen mee. Mensenoffers verdwenen, ruwe zeden werden zachter, de toestand van de lijfeigenen werd beter, landontginning werd bevorderd, dijken werden aangelegd, vrees voor kerkelijke straf weerhield velen van het plegen van onrecht of misdaad. In veel streken werd de geestelijke de raadsman van het volk. Hieruit blijkt wel duidelijk welke positieve invloed het christendom op maatschappij en cultuur kan hebben.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 september 1990

Mivo +12 | 24 Pagina's

Willibrord en de zending

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 september 1990

Mivo +12 | 24 Pagina's