Smytegelt
Blz. 3
1. Van beiden was de moeder een godvrezende vrouw. Beiden mochten al jong de Heere dienen. Beiden hebben hun leven besteed in de dienst van de Heere.
2. Van Hanna en de moeder van ds. Smytegelt kunnen we leren dat de opvoeding al begint voor de geboorte.
3. Denk aan Samuël, David, Daniël en zijn drie vrienden, Obadja en Timotheüs.
Blz. 4
1. Door een vierjarige opleiding aan onze theologische school in Rotterdam.
2. Bekering en roeping.
3. Het gebed of de Heere arbeiders in zijn oogst wil uitzenden. Jongens, vraag maar aan de Heere of Hij ook jou zou willen bekeren en gebruiken in Zijn dienst.
Blz. 5
In de bijbellezing aan tafel is het wel belangrijk zoveel mogelijk de hele Bijbel te lezen. In het persoonlijk bijbellezen is het moeilijker als een dagboek gebruikt wordt.
Blz. 6
1. - Ook nu zijn er mensen die dominees achterna lopen in plaats van naar de kerk te gaan in de gemeente waar ze thuishoren. In de opvoeding van de kinderen wordt ook nu dikwijls meer aandacht geschonken aan de vraag hoe zij door dit leven moeten, dan aan de vraag hoe ze uit dit leven moeten.
2. - In de wetsprediking in de catechismus.
- Op bid- en dankdagen
- Eigenlijk behoort elke preek wet- en evangelieprediking te zijn.
- In pastorale gesprekken.
Blz. 8
1. Boanergus: Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeüs, twee discipelen van de Heere.
Barnabas: de man die in de eerste christengemeente een akker verkocht en de opbrengst bracht aan de voeten van de apostelen.
2. Ds. Smytegelt wist uit eigen ervaring van strijd en bemoediging, van verdrukking en vertroosting in het geestelijke leven. Daarom kon hij in de prediking Gods kinderen tot een hand en een voet zijn.
3. In de prediking kun je horen, hoe de Heere Zijn volk bekeert. Je kunt door zo'n prediking wel jaloers gemaakt worden op het geluk van Gods kinderen.
Blz. 9
1. - Het gekrookte riet is een gebroken rietstengel, die neergebogen ligt in de modder en van zichzelf nooit meer overeind kan komen.
- Een rokende vlaswiek is de walmende pit van een olielamp, die alleen nog maar een beetje lijkt te roken en waar geen vuur meer in is. De rijkdom van de tekst is dat waar het in het leven van Gods kinderen laag kan aflopen, dat ze lijken op zo'n gekrookt riet of op zo'n rokende vlaswiek, de
Heere ze niet veracht en Zijn werk in stand houdt.
2. De Catechismus wijst aan dat door het zich toetsen aan de kenmerken van de genade Gods kinderen uit de vruchten van hun geloof verzekerd worden. De Dordtse Leerregels zeggen in hoofdstuk I artikel 12: Van de verkiezing ter zaligheid worden de uitverkorenen te zijner tijd verzekerd, als zij de vruchten der verkiezing in zichzelf met een geestelijke blijdschap waarnemen.
Blz. 10
Elia met zijn dienaar te Dothan. Ook nu nog zijn engelen gedienstige geesten tot dienst uitgezonden om dergenen wil die de zaligheid beërven. Zie ook Psalm 34: 4.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 september 1988
Mivo +12 | 24 Pagina's
