JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

B. Vertelschets +12

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

B. Vertelschets +12

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De discipelen zijn naar het noorden van het land, naar Galilea gegaan, volgens de opdracht van hun Meester. Ze hebben hun werk van vroeger weer opgevat om in hun onderhoud te voorzien. Zij vissen op de Zee van Tiberias. De hele nacht zwoegen ze hard, maar geen visje wordt er gevangen. Dan breekt de morgen aan. Nu is er zeker geen kans meer om iets

Nu is er zeker geen kans meer om iets in de netten te krijgen. Vissen moet je immers 's nachts doen, dat weet elke beroepsvisser.

Ze zullen hun schip maar naar de kant sturen. Op de kant staan meestal mensen te wachten om vis te kopen. Kijk er staat al een man aan de oever van het meer. Hij roept tot de vissers: . "Kinderkens hebt gij niet enige toespijs?" "Nee", is het korte antwoord.

De vissers zijn niet in een beste stemming.

"Gooi het net nog een keer uit, maar nu aan de rechterzijde van het schip en jullie zullen vinden".

Zullen ze luisteren?

Dat is toch precies aan de verkeerde kant van het schip?

Toch doen ze het. Wie weet, ziet de de vreemdeling wel een school vissen zwemmen die zij niet zien.

En wat gebeurt er dan? Als ze het net op willen trekken, voelen ze dat het vol vissen zit. Dat is een wonder. Ze hebben de hele nacht gevist en niets gevangen en nu een net vol. Zo'n wonder kan alleen de Heere Jezus doen. Zo maakt de Heere Jezus Zich hier bekend. Johannes herkent Hem en gelooft het: "Het is de Heere". Als Petrus dit hoort, werpt hij zich in het water en haast zich naar de kant. Met het net bemoeit hij zich niet meer. Zijn vrienden slepen het naar de kant.

Als de vissers aan land komen, zien ze een vuurtje met vis er op en naast dat vuur ligt brood. De discipelen zien het sprakeloos aan.

Dan zegt de Heere Jezus: "Breng van de vissen die jullie gevangen hebben en houdt het middagmaal met Mij". Nu helpt Petrus wel het net optrekken en als ze de vis tellen, komen ze aan 153 grote vissen.

Niet één kleintje is er bij. Ze kunnen alles verkopen. Wat een wonder.

Als ze dit gedaan hebben, gaan ze bij de Heere Jezus zitten. Veel gesproken wordt er niet. Allemaal weten ze dat het de Heere Jezus is, Die dit wonder gedaan heeft en Die hen nu opzoekt.

Ook Petrus is stil geworden. Voor hem ligt het meer waar de Heere hem eens riep. Zijn ogen staren op het kolenvuur dat hem her innert aan het kolenvuur in de zaal van Kajafas.

Dan wordt de stilte doorbroken door een vraag van de Heere Jezus: "Simon, zoon van Jonas, hebt gij Mij liever dan dezen?"

Simon Dat herinnert hem er aan wie hij was voor de Heere hem riep. Het is zijn geboortenaam. De naam Petrus spreekt van de genade die God hem gaf.

Simon Hij had de Heere Jezus verloochend. Maar toch kon hij de Heere niet loslaten. Zonder Christus kan hij niet leven. Daarom antwoordt hij op de vraag of hij de Heere Jezus liefheeft: Ja Heere, Gij weet dat ik U liefheb.

"Weid Mijn lammeren", zegt Christus. Hij mag tot de lammeren van God spreken over vergeving van zonden en het eeuwige leven.

Maar de Heere vraagt voor de tweede en derde maal of Petrus Hem liefheeft. Dan wordt Petrus bedroefd. Hij denkt weer terug aan die nacht toen hij Jezus drie keer verloochende. En toch wil Christus nog bij hem zijn en wordt hij weer door Hem opgezocht. "Indien wij ontrouw zijn, Hij blijft getrouw. Hij kan Zichzelf niet verloochenen" .

Zou hij zo'n Meester dan niet liefhebben?

Petrus antwoordt dan ook: "Heere Gij weet alle dingen. Gij weet dat ik U liefheb".

Hij geeft zich over in de handen van de alwetende God.

"Weid Mijn schapen", zegt Jezus. Hiermee wordt Petrus door de Heere in zijn apostelambt hersteld in het bijzijn van al de discipelen .

Ze mogen hem niet minder achten. Ook Petrus mag de schapen en de lammeren van Christus weiden en hoeden. Hij wordt door de Heere niet weggeworpen, maar God heeft hem lief voor altijd. Het hangt niet van Petrus af, maar van de trouw van de Heere. Hij had immers gezegd: "Ik heb voor u gebeden dat uw geloof niet ophoude". Het zal geen gemakkelijk leven voor Petrus worden. Toen hij jong was, kon hij gaan waar hij wilde, maar als hij oud geworden is, zal een ander hem brengen waar hij niet wil. Hij zal zelfs de marteldood sterven. Maar dat is voor Petrus niet erg. Hij zal door genade liever de marteldood sterven met Christus dan te moeten leven zonder Christus.

Petrus heeft de voetstappen van Zijn Meester mogen drukken. Weet jij wat dat is?

Uit onszelf willen jij en ik alleen onze eigen weg gaan: ik vind.. ik denk ik zal dat verandert als de Heere je innerlijk vernieuwt. Dan stort Hij Zijn liefde in jouw hart uit. Dan ga jij vragen: Heere wat wilt Gij dat ik doen zal. Je krijgt de Heere lief. Struikel je dan nooit meer? Denk eens aan Petrus.

Zijn hart was vernieuwd en toch verloochende hij de Heere. Maar de Heere zoekt ontrouwe schapen en lammeren altijd weer op.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 maart 1983

Mivo -16 | 25 Pagina's

B. Vertelschets +12

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 maart 1983

Mivo -16 | 25 Pagina's