JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

"Ik ben het Licht der wereld"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

"Ik ben het Licht der wereld"

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Inleiding

Probeer je eens in te denken wat het is om blind te zijn. Je leeft in het donker, totaal in het donker. Je ziet niets. Dat betekent:
- je ziet het mooie in de natuur niet
- je weet de weg niet, naar huis of naar school, je loopt verkeerd
- je kunt struikelen en vallen, want je ziet geen stenen en andere hindernissen op de weg
- allerlei ongelukken kunnen je overkomen, want je ziet de gevaren niet.
Je leeft maar in een angstige, akelige en onzekere wereld. Wat zou een blinde het allerliefst willen? Hij zou willen zien. Wat heb jij het hardst nodig als je in het donker loopt? Licht natuurlijk: een kaars, een lamp, een heldere ster, of, en dat is het beste, de zon. Als de zon schijnt is het immers overal licht. Het is te hopen dat jullie wèl kunnen zien. Toch staat er in de Bijbel dat wij allemaal blind zijn en in het duister wandelen (Jesaja). Weet je hoe dat gekomen is en hoe dat kan veranderen?

Schepping - het licht schijnt

In gedachten gaan we terug naar het paradijs. Daar wonen Adam en Eva. God heeft hen geschapen. Zijn licht schijnt in volle heerlijkheid in hun hart. Zij kennen Hem en Zijn wil, en daardoor leven zij dicht bij God; ze wandelen in Zijn licht. O, wat was toen de hele schepping mooi en goed en vredig....

Zondeval - de duisternis komt op de aarde

Maar Adam en Eva hebben op een dag gegeten van de boom, waarvan God had gezegd: "Ten dage als gij daarvan eet, zult gij de dood sterven." Adam en Eva hebben niet langer naar God geluisterd, maar naar de slang en de begeerte om "als God te zijn" gevolgd. Dan komt Gods straf, want God doet wat Hij zegt. God neemt Zijn licht weg uit het hart van Adam en Eva. Door hun ongehoorzaamheid is de duisternis van de zonde nu in hun hart gekomen. En de duisternis van de zonde woont nu ook in ons hart, want wij zijn kinderen van Adam en Eva (Rom. 3: 23). Door de zonde brengt de mens ook de gehele aarde in de duisternis (Gen. 3: 17). Niemand kan deze duisternis doorbreken. Geen mens kan Gods licht weer laten schijnen op deze aarde.. Nu zal het altijd donker moeten blijven. De duisternis van de dood.

Belofte van het nieuwe licht

Maar o, wat een wonder! God heeft de wereld, het werk van Zijn handen, zo lief gehad, dat Hij het liefste wat Hij had, wilde geven (Joh. 3: 16), zodat Zijn licht toch weer gaat schijnen in de duisternis van deze wereld. God belooft in het paradijs Zijn Zoon (Gen. 3: 15), Die de straf op de zonde zal dragen (Jes. 53: 5), opdat mensen weer in Gods licht, in Gods vrede kunnen leven. God belooft het Licht Dat de zonde der wereld wegneemt (Joh. 1: 29).

Uitzien naar het licht

Heel, heel lang moeten de mensen wachten op de komst van de beloofde Messias. Profeten mogen als door Gods verrekijker iets van de vervulling van Zijn belofte zien (Jesaja, Micha, Zacharia).

Jezus geboren - het licht gaat op

En God bleef trouw aan Zijn belofte. Toen het Zijn tijd was, werd in een donkere beestenstal een kindje geboren. 't Leek gewoon, maar Jozef en Maria wisten door de boodschap van de engel: dit is de Zoon van God. Want alzo lief heeft God de wereld gehad dat Hij de Heere Jezus, Zijn eniggeboren Zoon, die God was en bleef en mens werd, in een donkere zondige wereld, gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe (Joh. 3: 16). Wat een blijde boodschap. De hemel werd geopend en een engel kwam naar de aarde en verkondigde aan arme herders het blijde gebeuren: "U is heden geboren de Zaligmaker, welke is Christus de Heere, in de stad Davids." En de engelen zongen: "Ere zij God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in de mensen een welbehagen." Ja, de Heere blijft trouw aan Zijn belofte. Hij had toch in het paradijs Zijn Zoon beloofd? Wel, nu is Hij gekomen. Wat maakt dat Woord van de Heere een indruk in hun hart. Nee, dan kunnen ze niet bij hun kudde blijven. Als het weer stil en donker wordt, zeggen de herders tegen elkaar:"Komt, laat ons naar Bethlehem gaan om te zien het Woord dat er geschied is." Dan gaan ze met haast en vinden Jozef en Maria met het Kindje in de kribbe. De herders knielen bij de kribbe neer. Nu gaat Gods volle licht ook in hun hart schijnen. Nu mogen ze het ook zien, dat het Woord van God in vervulling is gegaan. Ze zijn zo blij en verwonderd dat ze opstaan en vertellen wat  zo-even in het veld bij de schapen is gebeurd. Eerst hebben de herders het woord van de hemel gehoord en nu mogen ze zelf dat woord weer gaan vertellen aan andere mensen. Want door de boodschap is het licht in hun hart. Ze hebben het alles zelf gezien en ze weten dat het Kind in de kribbe de Zaligmaker is. De Heere heeft hun harten zó met Zijn licht vervuld, dat ze dat licht ook gaan uitstralen naar andere mensen: ze gaan door de nog schemerige straten van Bethlehem en vertellen aan ieder die ze tegen komen: "De Zaligmaker is geboren." God lovend en prijzend, om alles wat ze gehoord en gezien hebben, gaan ze weer terug. Voor de herders (en ook voor Jozef, Maria, Anna en vele anderen) geldt: "De duisternis gaat voorbij en het waarachtige Licht schijnt nu." (1 Joh. 2: 8).

Komen allen tot het licht?

Velen hoorden de boodschap! Geloofden allen? Werd iedereen die het evangelie hoorde behouden? Nee, het Licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet begrepen (Joh. 1: 5). Sterker nog: de mensen hebben de duisternis liever gehad dan het licht, want hun werken waren boos (Joh. 3: 19). Jezus vraagt echter ons gehele hart aan Hem te geven (Spr. 23: 26a) en onze zonden te belijden (Spr. 28: 13). Jezus roept ons toe: "Terwijl gij het Licht hebt, gelooft in het Licht, opdat gij kinderen des lichts moogt zijn (Joh. 12: 36). En wij hebben het profetische Woord, dat zeer vast is en gij doet wel dat gij daarop acht hebt als op een licht, schijnende in een duistere plaats, totdat de dag aanlichte, en de morgenster opga in uw harten (2 Petr. 1: 19).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 1978

Mivo -16 | 32 Pagina's

"Ik ben het Licht der wereld"

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 1978

Mivo -16 | 32 Pagina's