JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

De koperen slang

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De koperen slang

21 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vertelschets


LEZEN.
Numeri 21 : 4-9
Johannes 3 : 14-16

ZINGEN:
Psalm 44 : 1 en 2
Psalm 56 : 6
Psalm 68 : 17
Psalm 73 : 12-14
Psalm 81 : 11
Psalm 119 : 17
Psalm 145 : 3

KERNTEKST: Johannes 3 : 14 en 15 "En gelijk Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, alzo moet de Zoon des mensen verhoogd worden; opdat een iegelijk, die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe." 


De zon is al ondergegaan. Het is donker in de straten van Jeruzalem. Toch loopt daar een man, die onrustig om zich heen kijkt. Het is Nicodemus. Hij hoopt maar dat niemand hem ziet. Hij wil niet dat de andere mannen van het Sanhedrin te weten komen dat hij op weg is naar Jezus. Nicodemus klopt op de deur en hij wordt binnengelaten. Nooit laat de Heere Jezus de deur dicht als je naar Hem gaat. Je mag altijd en overal bidden tot Hem. Ook midden in de nacht! Nicodemus zit met een vraag. Wie is Jezus? Hij is een Leraar, door God gezonden. Dat weet hij zeker. Maar toch... Wat zou hij graag meer weten over Jezus, over het Koninkrijk van God. Daarom gaat hij naar de Heere Jezus toe. "Meester, wij weten dat Gij een Leraar zijt door God gezonden, want niemand kan zulke wonderen doen, als God niet met hem is." Maar dan geeft de Heere Jezus zo'n wonderlijk antwoord! Een mens moet opnieuw geboren worden. Midden in de nacht gaat de Heere Jezus vertellen wat er écht belangrijk is. Hij gaat uitleggen, hoe je wedergeboren kunt worden. Hoe je schuld en zonden kunnen worden weggenomen. Jezus zegt "En gelijk Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, alzo moet de Zoon des mensen verhoogd worden" Mozes, de leider van het volk Israël. Mozes, die bad of de Heere die vurige slangen wilde wegnemen. Maar God deed het anders: Hij gaf de koperen slang als middel tot genezing. En wat zegt Jezus nu? Hij vergelijkt zich met de verhoogde slang in de woestijn. Waarom zegt Hij dat?

Op naar Kanaan! Ze zijn er nu heel dicht bij! Het volk Israël moet alleen nog door het land van de Edomieten, de nakomelingen van Ezau. Maar wat een teleurstelling! De Edomieten willen niet dat de Israëlieten door hun land gaan. Ondanks de beloften dat ze alleen maar op de wegen zullen blijven en geen gebruik zullen maken van alles wat er in Edom groeit, laten de Edomieten het niet toe. En vechten tegen het broedervolk? Nee, dat mogen ze niet. Maar... dat betekent wel dat ze een omweg moeten maken. Een omweg maken? Ja, het moet. Ze moeten weer terug naar het zuiden. Om Edom heen.
Wat duurt het toch lang voor ze in Kanaän zijn! Ze verlangen zó naar het land van de belofte. Ze hebben zin in vers water en zin om te kunnen rusten in de schaduw van de bossen. Ze willen zo graag brood bakken van de tarwe van het land. Hun gezichten staan somber en ze verlangen naar het land wat de Heere beloofd heeft. Het land waar alles goed zal groeien en bloeien. Waar voedsel in overvloed zal zijn. De Heere zegt het immers Zelf; "Ik zal u een land geven, vloeiende van melk en honing." En wat Hij beloofd heeft, dat zal ook gebeuren. Al bijna veertig jaar zwerven ze door de woestijn. Zal er ooit een eind aan komen? Ze verlangen terug naar Egypteland. Daar konden ze tenminste kiezen wat ze wilden eten! Ze denken er niet meer aan hoe vreselijk het was om hard te werken en toch slaag te krijgen van de Egyptische opzichters. Ze denken er niet meer aan hoe de pasgeboren zoontjes in de Nijl gegooid werden. Maar ze denken er ook niet meer aan hoe wonderlijk hun volk verlost werd uit Egypte. De wonderen van de wolk- en de vuurkolom en het droge pad door de Schelfzee zijn al zolang geleden. Er is al zóveel gebeurd. Ze hebben al zoveel meegemaakt tijdens die lange woestijnreis. Ze zijn het zat! En dan... vreselijk, dan geven ze God wéér de schuld. Roepen tegen God durven ze niet, maar wél tegen Mozes. Ze schreeuwen het uit tegen hem: "We walgen van dat manna. Altijd maar hetzelfde flauwe brood. Waren we maar in Egypte gebleven!" De mensen worden boos en ze komen in opstand tegen Mozes, in opstand tegen God! Ze zien Gods goedheid niet meer en ze denken alleen maar aan alles wat ze anders willen. Ze denken niet meer aan de wonderlijke zorg van de Heere. Aan al die lange jaren dat ze elke morgen het manna uit de hemel kregen. Ze vinden het allang geen wonder meer. Ze zijn ontevreden en ze mopperen over het 'zeer lichte brood'; het vult nauwelijks hun magen. "Waarom hebt gij ons doen optrekken uit Egypte, opdat wij sterven zouden in de woestijn? Want hier is geen brood, ook geen water, en onze ziel walgt van dit zeer lichte brood." Ze mopperen tegen Mozes, maar ze murmureren bovenal tegen God. Ze willen het hemelse brood niet meer. Ze willen hun brood zélf maken, van tarwe wat ze zélf op hun akkers verbouwen. Ze willen... een eigen land. In het hele tentenkamp is er gemopper en ontevredenheid.

Overal klinken kreten vanuit de grote menigte mensen. Overal zijn rennende mensen, vallende mensen. Ze kijken naar de grond en wijzen elkaar op de kronkelende beesten. Ze sissen en bewegen snel. Hun felle kleuren zijn goed te zien op de zandgrond. "Kijk uit!" Maar het is al te laat. De slang draait zich al om de enkel van een vrouw. Hij zuigt zich vast en bijt haar. Het gif komt in haar bloed. Ze zal een vreselijke pijn krijgen. Een pijn die niette verdragen is. Het duurt niet lang meer of ze zakt in elkaar. De mensen om haar heen helpen haar niet. Ze weten niet wat ze kunnen doen, maar óók zijn ze bang. Vreselijk bang en angstig om zichzelf. Ze zoeken een plek waar het veilig is, maar die is er niet. Overal krioelende slangen! Mensen en kinderen vluchten hun tent in. Wat een pijn! Wat een verdriet! Heel het volk is erdoor getroffen. Overal is het gekerm te horen. Wat moeten ze doen? Ze willen voor de slangen wegvluchten in hun tenten, maar dat helpt niet. Want ook daar kunnen de slangen komen. Nergens is het veilig. Wat een grote verwarring in het tentenkamp! Wat is er een angst om gebeten te worden. Het geroep en geschreeuw klinkt door de woestijn.

"Au! Mama, ik heb pijn...." Een meisje klemt zich aan haar moeder vast. Tranen rollen over haar wangen en haar gezichtje is opgezwollen van het huilen. Haar wangen gloeien van de koorts. De moeder drukt het kind tegen zich aan en maakt de doek weer nat. Dat is lekker koel op de rode plek op het beentje. Meer kan ze niet voor haar kind doen.

Het tentdoek is dichtgemaakt. De man wil helemaal alleen zijn. Hij heeft zoveel pijn, dat hij geen geluid en mensen om zich heen verdragen kan. Hij rolt heen en weer over de grond, want stil liggen lukt niet. Zijn armen jeuken en hij krabt zich nog meer open, maar de rode vlekken en blaren op zijn huid worden steeds duidelijker zichtbaar. En het lijkt wel alsof het alsmaar erger wordt...
Zo diep mogelijk weggekropen in de hoek van de tent wachten twee broertjes tot hun moeder weer terug komt. Water halen duurt toch niet zo lang? Opeens een harde gil! Zo vlug ze kunnen maken ze het tentdoek los. Ze knielen bij hun moeder neer en willen haar de tent binnentrekken. Wat gilt ze hard! Haar armen slaat ze om zich heen. Wat kunnen ze doen? Vol angst zitten ze bij hun moeder op de grond. Hun handjes wrijven over moeders wang. Ze reageert niet meer op het gehuil van haar zoontjes. Haar lichaam wordt rood en het duurt niet lang meer of ze wordt rustiger. Te rustig. Ze ligt helemaal stil. Ze is gestorven.

De slangen die al die jaren al in de woestijn leefden, komen nu tevoorschijn. Nooit heeft het volk te maken gehad met één van de dertig soorten, die verstopt zaten in holen en spleten, maar nu zijn er duizenden slangen in het tentenkamp. En... ze weten wel hoe het komt! Ze hebben weer gemurmureerd. Weer hebben ze gezondigd tegen de Heere. Ze zijn wéér ontevreden en ongehoorzaam geweest. Bang dat ze nooit in het land Kanaan zullen komen. Ongelovig over de woorden van de Heere. Maar zou het dan toch waar zijn? Zullen ze dan allemaal sterven aan de vurige slangenbeten?

Wat moeten ze doen? Als de slangen nou maar weg gaan dan zullen ze weer luisteren naar wat de Heere zegt. Maar wat ze hebben gezegd tegen Mozes en vooral tegen de Heere, dat zijn ze nog niet vergeten. "Waarom hebt gij ons doen optrekken uit Egypte, opdat wij sterven zouden in de woestijn? Want hier is geen brood ook geen water en onze ziel walgt van dit zeer lichte brood". O, hadden ze het maar niet gezegd. Waren ze maar niet in opstand gekomen tegen de Heere. Nu durven ze niet meer. Want de Heere is verschrikkelijk boos op hen. Ze weten het wel. Hij heeft de vurige slangen gezonden. Er is maar één oplossing. Mozes moet bidden! Ja maar, dat kunnen ze toch zélf ook wel? Nee. Dat durven ze niet. Mozes moet het doen. Misschien wil de Heere wel luisteren naar Mozes. Ze zijn boos geweest op de Heere en nu durven ze niet meer tot Hem te gaan. Als ze nou niet hadden gemopperd, dan had God de slangen niet gezonden. Wat hebben ze spijt. Ze moeten erkennen dat ze hebben gezondigd. Ze staan voor Mozes en ze smeken: "Bid de Heere dat Hij de slangen van ons wegneemt'.

Herken je dat? Spijt hebben omdat je straf krijgt voor wat je verkeerd hebt gedaan? Het volk had spijt omdat God vurige slangen zond. Herken je dit? Spijt hebben van het vechten met je broertje? Als je het niet gedaan had, dan hoefde je niet eerder naar bed. is dat echt berouw hebben om wat je gedaan hebt?
Ze roepen het uit: "Mozes, Mozes, wij hebben gezondigd, omdat wij tegen de Heere en tegen u gesproken hebben; bid de Heere, dat Hij deze slangen van ons wegneme". Mozes ziet de mensen met hun pijn. Mozes ziet de angst in hun ogen. Hij hoort hun geroep en gekerm. Hij ziet hun berouw. En de Heere God? Hij hoort hun geroep ook. Hij hoort het gebed van Mozes. Zal hij luisteren naar hun verdriet? Het is hun eigen schuld als Hij het gebed van Mozes niet verhoort. Al zolang is de Heere genadig voor Zijn volk geweest en telkens weer komen ze in opstand en zijn ze ongehoorzaam. Het volk heeft de straf verdiend. Het is rechtvaardig dat de Heere hen straft. Maar dan laat de Heere zien dat Hij wéér genadig is. Zijn genade is zo groot dat Hij de mensen gaat redden van de dood. Hij luistert naar het gebed van Mozes en Hij geeft uitkomst. Maar dan wel op Zijn tijd en Zijn manier. God neemt niet de slangen weg. Misschien hebben veel mensen gebeden of de slangen weggenomen konden worden, maar de Heere doet het anders. De Heere geeft iets beters. Iets wat de mensen niet vroegen. Waar ze niet aan dachten. God geeft een medicijn. Een middel dat genezing zal geven.

Kijk wat Mozes doet: hij maakt een slang van koper. Die slang spijkert hij vast bovenaan een heel lange stok. Die stok slaat hij in de grond, zodat de slang boven alle mensen en tenten uit steekt. Hij is zó hoog dat iedereen de koperen slang kan zien. Dan klinkt overal de luide uitroep: 'Al wie gebeten is, moet naar de slang kijken en die zal leven!" Leven? Genezen? Geen pijn meer? In plaats van verdriet weer vreugde? Kan dat echt? En weer klinkt de boodschap: "Kijk naar de slang en je zult genezen". Wat een wonderlijke boodschap op een plaats van dood en verderf. Zie en leef!

De moeder draagt haar dochtertje naar buiten. Haar ogen kijken zoekend rond. Waar is die hoge stok? Daar! "Kijk dan, daar, kijk naar de slang mijn lieveling". De ogen van het meisje zoeken de slang. Daar! De vinger van moeder wijst erheen en dan... Ze ziet het: een heel hoge paal, de slang bovenop is haast niet te zien, maar ze kijkt! In moeders ogen staan weer tranen, maar nu van blijdschap. Ze kijkt naar haar dochtertje. Wat een wonder! De rode gloed wordt minder in haar gezichtje en de gloeiende warmte van het lijfje gaat weg. Ze weet het: haar dochtertje blijft leven.

De man, rollend over de grond van de pijn, hoort het rumoer buiten zijn tent. Het kabaal wordt steeds erger. Hoor! Er klinken harde mannenstemmen doorheen. "Kijk en u zult genezen!" Kijken? Waarnaar? Hij luistert nog eens goed. Kijken naar een slang, die hoog op een paal is gespijkerd? Daarvoor gaat hij zijn tent niet uit! Hoe zou een slang nou kunnen genezen? Nog steeds hoort hij het gehuil en geschreeuw van de mensen die net als hij gebeten zijn. Nee, hij blijft in zijn tent. Enkele uren later wordt zijn lichaam opgehaald om begraven te worden.

De broertjes huilen stilletjes bij het dode lichaam van hun moeder. Ze houden eikaars hand vast. Ze zijn zo bang, want de slang die moeder doodde, heeft ook hen gebeten. Straks zullen ze ook dood in het zand liggen. Ze voelen dat ze erge dorst krijgen en het zweet druipt van hun gezichtjes. De warmte slaat toe. Het gif doet zijn werk. Er komen mannen aan. Ze roepen: "Kijk dan! Daar! Naar de slang! Als je gebeten bent, dan zul je genezen!" Zullen ze beter worden? O, wat willen ze dat graag. Maar een slang? Kijken naar een slang? Ja, naar een slang. Want dit is het middel tot genezing van de Heere God. Ze kijken en... genezen.

De mensen luisteren verbaasd. Alleen maar kijken naar een koperen slang, een dood ding? Ja! Omdat God het zegt, door de mond van Mozes. En wat Hij belooft, dat gebeurt. Maar de koperen slang geneest niet; het is God Zélf die geneest. Het is slechts een middel. Een middel waardoor Hij genade geeft. Hij geeft genezing aan mensen die de dood verdienen. Aan mensen die telkens maar weer de Heere pijn doen met hun woorden en met hun daden. En dan toch genade! Genezing voor zieken. Maar er is alleen beterschap voor zieken die kijken naar de slang. Ze hadden gevraagd of de Heere de slangen wilde wegnemen, maar Gods oplossing is beter. Iets wat de mensen niet vroegen. Waar ze niet aan dichten. Dit is al eerder gebeurd. Ook toen waren de mensen vreselijk ziek en moesten ze sterven. Weetje wanneer? In het paradijs. Daar was ook die vreselijke slang. De slang waardoor de zonde in de wereld kwam. Adam en Eva werden ziek door de zonde. Doodziek. Ze mochten niet meer voor altijd blijven leven. Toen heeft de Heere óók veel meer gegeven dan dat de mensen konden denken. Hij gaf hun een belofte. De belofte van de komst van Zijn Zoon. God zal Zijn Zoon naar de aarde zenden. En Hij zal sterven, zodat zondige, doodzieke mensen leven mogen. Maar... dan moeten ze wel kijken! Zien op Hem, dat is geloven in Hem. Alleen dan ontvangen ze het eeuwige leven.

"En gelijk Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, alzo moet de Zoon des mensen verhoogd worderl'. De woorden van de Heere Jezus klinken na in de oren van Nicodemus. Hij begrijpt die woorden nu veel beter. Jezus vergelijkt Zich met de verhoogde slang in de woestijn. Jezus is niet zomaar een Leraar, maar Hij is het middel tot behoud! Hij is de Verlosser. Hij zal verhoogd worden aan de kruispaal. Door Zijn dood verdient Hij het leven. En zoals het volk moest zien op de koperen slang, zo moet Nicodemus zien op de Heere Jezus, geloven in Hem. Dan zal Hij het eeuwige leven ontvangen. Want zo klinkt het uit de mond van de Heere Jezus: "Opdat een iegelijk, Die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe. Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk Die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe". De Israëlieten waren gebeten door slangen. Het gif was dodelijk. Jij bent ook gebeten, ledereen! Voel je ook die erge pijn van het gif van de zonde? Pijn in je hart? Pijn, omdat je de Heere verdrietig maakt door alle verkeerde dingen die je doet? Voel je hoe het gif in je hart zit? Maar er is een Redmiddel. De Heere is genadig, ook nu nog!

Zie en leef. Heb jij door genade al op Hem leren zien? Want de woorden van de Heere Jezus gelden nog steeds. Hij is ook verhoogd, net als de slang. Hij is verhoogd aan het kruis. Op Golgotha droeg Hij de zonde. Alle gif van de zonde moest Hij voelen. De verhoogde slang in de woestijn was van ver te zien. Zo hoog de slang was, zo hoog was de Heere Jezus aan het kruis, Niet alleen 'hoog' om te zien met je ogen. Maar ook hoogverheven omdat Hij alleen kan redden van het dodelijke gif. Hij is verhoogd als de Redder en Zaligmaker. Is Hij al jouw Redder, jouw medicijn tegen het gif van je zonde? Zie en leef. Kun je zelf niet zien? Wil je zelf niet zien? De Heilige Geest wil het je leren. Alleen bij de Heere is genezing van je zondekwaal. Alleen bij Hem is het eeuwige leven.

Aantekeningen bij de tekst

NUMERI 21

Vers 1door de weg der verspieders Israël bespioneerde het gebied
Vers 2 toen beloofde Israël een gelofte Ze zijn bang te verliezen en kennen hun eigen zwakte en daarom beloven ze aan God dat ze de steden zullen verwoesten als ze de overwinning zullen behalen.
Vers 3 Horma betekent 'verbanning'
Vers 4 verdrietig neerslachtig, verbitterd en ongeduldig.
Vers 5 het volk sprak tegen God Ze verzoeken Christus.
Vers 5 dit zeer lichte brood Ze vinden het flauw en het voedt niet. Het is brood voor kinderen en niet voor mannen en krijgslieden.
Vers 6 vurig giftig

JOHANNES 3

Vers 14 gelijk Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft Zoals Mozes de koperen slang hoog aan een paal bevestigde, zodat iedereen hem goed kon zien, zo moet de gekruisigde Christus ten toon gesteld worden, zodat iedereen Hem goed kan zien.
Vers 15 opdat een iegelijk iedereen, wie dan ook
Vers 15 die in Hem gelooft Die zijn zonde en ellende ziet en voelt, die zijn toevlucht neemt tot Christus en vertrouwt op Zijn volbrachte werk.
Vers 15 niet verderve Niet naar de hel zal gaan; de plaats van het eeuwige verderf.
Vers 16 de wereld de kosmos, d.w.z. de totale, door God geschapen wereld, met de mens daarin als centrum en de kroon.

2 KONINGEN 18

Vers 4 hij verbrijzelde de koperen slang De koperen slang is zeven eeuwen bewaard. Koning Hizkia, die de Heere dient, laat de slang verpulveren. Dit omdat het volk er een afgod van heeft gemaakt.

Achtergrondinformatie

MURMUREREN
Boosaardig uit het volk hun klachten en onredelijke beschuldigingen tegen God en Mozes. Openlijk lasteren ze de hemelse en wonderlijke gaven van God.

REDMIDDEL
God neemt de slangen niet weg. Dan zou het een samenloop van omstandigheden kunnen lijken. Alsof de slangen door een natuurlijke weg weer verdwijnen. Maar God laat zo zien dat alleen Zijn genade redt van de dood.

DE VERHOOGDE SLANG
De Heere Jezus geeft ons Zelf die betekenis te verstaan in Johannes 3 : 14 en 15, De door de slang gebeten Israëliet is het beeld van de mens die door de zonde is aangetast en daardoor is gekomen onder de heerschappij van de dood. De koperen slang, die door Mozes opgeheven is, wees heen naar Christus Die aan het kruis zou worden verhoogd. Het is wonderlijk dat een slang (beeld van de duivel en van de zonde) heenwijst naar Christus. Zo zeer moest Christus vernederd worden, opdat zij die door de zonde gebeten zijn, genezen kunnen worden. En ook wij zullen, evenals de Israëlieten, van onze ziekte worden genezen, als wij zien op de Heere Jezus. Het oog moet in het geloof zien op Hem, die gehangen heeft aan het vloekhout. God heeft de ongerechtigheden in Hem gestraft. Hij heeft aan het hout de zonden in Zijn lichaam gedragen en zo kan de zonde niet langer veroordelen.

NICODEMUS
Het is een geheimenis. Niemand kan de verborgen werking van de Heilige Geest in het hart van een mens begrijpen. De Heere Jezus vergelijkt het met de wonderlijke werking van de wind. Zie Johannes 3 vers 8. Door de Heilige Geest gaan we niet meer zien op onszelf, maar op Hem. En wie in Hem gelooft, heeft het eeuwige leven. Zie en leef!

Bij het ledenblad

Antwoorden "Weet je het nog?"
1. Nicodemus
2. manna
3. opstand
4. slangen
5. bidden
6. Mozes
7. de koperen slang
8. genade
9. genezen
10. de Heere Jezus 

Antwoorden "Om over te praten"
1. Het is een brede vraagstelling, maar anders ligt het antwoord al in de vraag. Wanneer de kinderen het moeilijk vinden, geef ze dan een paar sleutelwoorden uit de onderstaande punten.
God heeft ons net als het volk Israël ook afgezonderd. Door de Doop zijn wij apart gezet van de wereld.
Ook mogen wij opgroeien in een christelijk gezin.
Wij leven onder Zijn Woord wat we niet alleen thuis, maar ook op school, in de kerk en op de vereniging mogen horen.
Het volk Israël kreeg alles wat ze nodig hadden van de Heere. Dat krijgen wij ook. We verdienen het niet en krijgen toch zoveel. We krijgen soms nog veel méér dan we vragen. Wij mopperen ook wel eens uit ontevredenheid. Dan zijn we niet dankbaar voor alles wat we wél hebben.
2. Murmureren betekent mopperen. Het is zo vreselijk erg omdat het tégen de Heere is. Hij geeft hen alles wat ze nodig hebben aan eten, drinken en overwinningen. Hij zorgt voor ze en toch klagen ze telkens weer. Ze geven eigenlijk de Heere de schuld van iets wat ze anders willen. Maar ze moeten de schuld bij zichzelf zoeken.
3. Als je echt berouw hebt, dan ben je verdrietig omdat je de Heere verdriet doet. Je vindt het heel erg dat de Heere boos op je is. Je vindt het dan niet zo erg als je straf krijgt, want je weet dat dat eerlijk is: dat heb je verdiend. Bij echt berouw wil je het graag weer goed maken. Dan vraag je de Heere om vergeving.
4. Het is een persoonlijke en indringende vraag voor de kinderen. Als ze geen antwoord durven geven, wees dan zelf open en eerlijk en geef een voorbeeld uit eigen leven. Niet durven bidden kan zijn omdat het zo vreselijk is, wat je hebt gedaan. Je bent bang dat de Heere het niet vergeven wil. Of dat Hij niet naar je luisteren wil. (Leg uit dat de Heere, om de Heere Jezus' wil, altijd vergeven wil). Niet durven bidden kan ook zijn, omdat je weet dat je die zonde weer gaat doen of al zo vaak gedaan hebt.
5. Als je ziet op de Heere Jezus, dan is Hij het belangrijkste voor je. Dan wil je ook graag alles aan Hem vertellen. Je vertelt dingen die overdag gebeurd zijn, maar ook dat je verdriet hebt over de verkeerde dingen die je doet. Je weet dat je zelf zondig bent, maar dat er bij Hem vergeving te krijgen is. Als je zo mag zien op Hem, dan mag je vergeving van zonden ontvangen. (In het gesprek met de kinderen moet dus het gebedsleven naar voren komen.) Als je Hem volgt, dan wil je graag doen wat Hij wil. Vertrouwen dat de Heere Jezus voor je zorgt; dat is ook zien op Hem..

Antwoord puzzel 1
En gelijk Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, alzo moet de Zoon des mensen verhoogd worden.

Antwoord puzzel 2
De koperen slang is het teken van Gods genade. 

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 september 2004

Mivo -12 | 27 Pagina's

De koperen slang

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 september 2004

Mivo -12 | 27 Pagina's