Jezus, de geboren Koning
Vertelschets
Zingen:
Psalm 2 : 7
Psalm 21 : 4, 5
Psalm 72 : 6, 10, 11
Psalm 89 : 12, 15
Psalm 98 : 2, 4
Psalm 145 : 1, 2, 4
Deze Psalmen komen niet in het programma voor, maar dienen om variatie aan te brengen.
Lezen:
Mattheüs 2 : 1 t/m 6
Openbaring 1 : 10 t/m 18
Deze teksten zijn in het programma opgenomen.
Kerntekst:
'En gij Bethlehem, gij land van Juda, zijt geenszins de minste onder de vorsten van Juda; want uit u zal de Leidsman voortkomen, Die Mijn volk Israël weiden zal.' (Mattheüs 2 : 6)
'En toen ik Hem zag, viel ik als dood aan Zijn voeten; en Hij legde Zijn rechterhand op mij, zeggende tot mij: vrees niet; Ik ben de Eerste en de Laatste; En Die leef, en Ik ben dood geweest; en zie, Ik ben levend in alle eeuwigheid. Amen. En Ik heb de sleutels der hel en des doods.' (Openbaring 1 : 17, 18)
David
Over de weg naar Bethlehem loopt een man. Zo te zien is hij diep in gedachten. Wie is die man? Waarom loopt hij daar? Het is Samuël de profeet. De Heere heeft tegen hem gezegd: "Vul uw hoorn met olie en ga naar Bethlehem, want u moet één van de zonen van Isaï tot koning gaan zalven."
Wat was Samuël daarvan geschrokken! Hij wist wel dat Saul niet langer koning mocht zijn van de Heere, omdat hij ongehoorzaam was. Maar als Saul hoort dat hij iemand anders tot koning gezalfd heeft, dan zal hij hem zeker doden.
Maar de Heere zegt: "Neem een kalf mee en zeg dat je komt om de Heere te offeren, je nodigt Isaï en zijn zonen uit, dan zal Ik zeggen wie je tot koning moet zalven."
Zo is Samuël op weg gegaan. Als de inwoners van Bethlehem Samuël aan zien komen, schrikken ze. "Zou er iets ergs zijn?" denken ze. Al bevend gaan ze hem tegemoet en vragen: "Is uw komst met vrede?" "Met vrede" antwoordt Samuël, "ik ben gekomen om de Heere te offeren en Isaï met zijn zonen moeten er bij zijn."
Zoals de Heere heeft gezegd, zo gebeurt het. Samuël nodigt Isaï en zij zonen uit. Eén voor één komen de zonen binnen. Zeven zonen van Isaï gaan langs Samuël. Dan zijn er geen meer. "Zijn dit al je zonen, Isaï?" vraagt Samuël. "Nee," zegt Isaï, "David, de jongste zoon is nog in het veld bij de schapen, maar hij is nog maar een jongen. Hij is niet belangrijk." "Laat hem onmiddellijk halen." zegt Samuël, "want we zullen niet gaan eten, voordat hij hier is." Als David binnen komt, zegt de Heere tegen Samuël: "Sta op, zalf hem, want deze is het. " Samuël gehoorzaamt, hij neemt de hoorn met olie en giet hem leeg over het hoofd van David. De anderen kijken verbaasd. Moet hij de koning zijn? Hij is de jongste, de kleinste. Hij kan toch geen koning zijn? Hij kan toch geen volk regeren? Toch kan het wel. Weet je waarom? In de Bijbel staat: "En de Geest des HEEREN werd vaardig over David." De Heere hielp hem dus. Als de Heere je helpt, kun je alles, hoe moeilijk het ook is en hoe zwak je ook bent. Dan kan het.
Ja, hij zal koning zijn om het volk te regeren. Saul werd gezalfd met zalf uit een kruikje en zoals een kruikje breekt, als je het laat vallen, zo was ook het koninkrijk van Saul breekbaar. Het ging voorbij. David werd gezalfd met zalf uit een hoorn. Een hoorn breekt niet, als je hem laat vallen. Zo is ook het koninkrijk van David onbreekbaar. Het zal nooit overgaan. Ja, maar als David sterft, kan hij toch geen koning meer zijn? Dat is waar, maar eeuwen later zal uit het geslacht en in de stad van David de grote Koning, de Heere Jezus, geboren worden en Hij zal eeuwig regeren. Dat heeft de Heere Zelf beloofd.
Micha
Het is al weer lang geleden, dat David is gestorven. Ergens in het land van Juda zit een man. Zijn hoofd is gebogen. Zo te zien, is hij verdrietig. Deze man denkt na over de woorden die de Heere tot hem gesproken heeft. Het is Micha de profeet. De Heere heeft tegen hem gezegd, dat het niet goed gaat in Israël. De mensen dienen de afgoden en niet de Heere. Het volk zal gestraft worden om hun zonde. Het volk zal weggevoerd worden naar een ver land, naar Babel. Daarom kijkt Micha zo verdrietig. Is er dan niemand die hen kan verlossen? Is er dan geen koning, die hen kan helpen? Dan denkt Micha aan de woorden, die de Heere ook tot hem sprak: "En gij Bethlehem Efratha, zijt gij klein om te wezen onder de duizenden van Juda? Uit u zal Mij voortkomen. Die een Heerser zal zijn in Israël, en Wiens uitgangen zijn vanouds, van de dagen der eeuwigheid." Als Micha daaraan denkt, wordt hij weer blij. God belooft, dat er in de stad van koning David een Koning geboren zal worden. Deze Koning zal Zijn volk verlossen van al de vijanden. Hij zal voor eeuwig regeren.
De geboorte
't Is eeuwen later. Door de smalle straten in Israël lopen een man en een vrouw. Ze komen uit Nazareth in Galilea. Ze zijn op weg naar Judéa, naar de stad van David. 't Zijn Jozef en Maria. Jozef komt uit het geslacht van koning David, daarom reist hij nu naar Bethlehem. Keizer Augustus heeft dat bevolen. Heel de wereld moet beschreven worden. De keizer wil precies weten hoeveel mensen in zijn rijk wonen.
't Zal niet lang meer duren of Maria zal een kindje krijgen. Als ze in Bethlehem zijn, lezen we in de Bijbel: "en het geschiedde, als zij daar waren, dat de dagen vervuld werden, dat zij baren zou. En zij baarde haar eerstgeboren Zoon en wond Hem in doeken en legde Hem neder in de kribbe, omdat voor henlieden geen plaats was in de herberg." Davids grote Zoon is geboren. Zijn Naam is Jezus. Hij zal als Koning heersen in eeuwigheid.
De wijzen
In Jeruzalem zijn enkele mannen aangekomen. Zo te zien zijn het reizigers, die al een lange reis achter de rug hebben. Ze kijken om zich heen. Het is net of ze iets zoeken. Wat moeten die vreemdelingen hier in Jeruzalem? Luister, een van die mannen stelt een vraag aan een voorbijganger: "Waar is de geboren Koning der Joden? Want wij hebben zijn ster gezien in het Oosten, en zijn gekomen om Hem te aanbidden. "De mensen in Jeruzalem kijken verbaasd. Een geboren koning van de Joden? Waar hebben die vreemdelingen het toch over? Er is helemaal geen prins geboren in Jeruzalem. Is er dan niemand meer die weet dat de profeet Micha had gezegd dat er in de stad van koning David eenmaal een Koning geboren zou worden, die eeuwig zou heersen? Kennen ze het Woord van God dan zo slecht? Of wisten ze het wel, maar verlangden ze niet meer naar Hem?
Als een lopend vuurtje gaat het nieuws door de stad. Er zijn vreemdelingen gekomen die zeggen dat er een Koning van de Joden geboren is. Het nieuws komt ook in het paleis van koning Herodes. Als Herodes het bericht ontvangt, wordt hij wit van schrik. Een nieuwe Koning geboren? Maar dat mag niet! Nee, hij zal koning blijven! Zo snel als hij kan, roept hij al de overpriesters en de schriftgeleerden bij elkaar en vraagt hen: "Waar zou de Christus geboren worden?" O, dat weten ze wel. Ze kennen de tekst wel uit hun hoofd, die Micha heeft geschreven. "Te Bethlehem, in Judea," zeggen ze. Want de profeet heeft geschreven: "Gij Bethlehem, gij land van Juda, zijt geenszins de minste onder de vorsten van Juda; want uit u zal de Leidsman voortkomen. Die Mijn volk Israël weiden zal.' Zijn de schriftgeleerden blij? Gaan ze nu direct naar Bethlehem? Nee, want ze hebben geen koning nodig. Ze weten het zelf zo goed. Ze zullen zelf wel uitmaken wat ze doen.
Heb jij deze geboren Koning nodig? Uit ons zelf dienen we een andere koning, koning Satan. Maar we moeten deze Koning dienen. Verlang je naar Hem? Naar die Leidsman, Die ook jouw leven leidt? Of kun je het zelf zo goed en wil je zelf uitmaken wat je doet?
De Wijzen gaan met nieuwe moed op weg naar Bethlehem. Ze reizen alleen, niemand gaat met hen mee om de weg te wijzen. Plotseling zegt een van de mannen: "Kijk daar, daar is hij weer, de ster die we in het Oosten gezien hebben. "Zo snel als ze kunnen gaan ze de weg die de ster hen wijst. Tot de ster boven een huis blijft staan. Moeten ze hier zijn? Maar dit is toch geen paleis?! Is hier een Koning geboren? Als ze naar binnen gaan, vinden ze het Kindje Jezus mei Maria Zijn moeder. Ze zien niets bijzonders. Ze zien een gewoon kindje. En toch... eerbiedig knielen ze voor Hem neer en geven ze hun geschenken. Voor hen is het geen gewoon kind. Door hel geloof zien ze dat het hun Koning en hun Redder is. Een hemelse vreugde komt in hun hart. Ze hebben hun Zaligmaker gevonden.
Het Woord van God, gesproken tot Micha, bracht hen bij de Heere Jezus. Nog steeds laat Die grote Koning Zich vinden door Zijn Woord en Geest.
Johannes
Op het strand van het eiland Patmos staat een man. Het is de apostel Johannes. Hij is door de keizer hier naar toegestuurd, omdat hij over de Heere, zijn Koning, vertelde. Dat wilde de keizer niet. Daarom zit hij hier alleen op het eiland midden in de zee. Alleen... maar niet eenzaam. Want als Johannes op een zondag daar op dat eiland loopt, krijgt hij een visioen. Hij hoort plotseling een luide stem achter zich. Hoe kan dat, hij is toch alleen? Als Johannes dit bedenkt, hoort hij die stem weer. Hij luistert en hoort: "Ik ben de Alfa en de Omega, de Eerste en de Laatste; en; hetgeen gij ziet, schrijf dat in een boek. 'Wie is dat nu toch Die dat zegt? Johannes draait zich om en ziet dan zeven kandelaren en in het midden daarvan ziet hij de Heere Jezus wandelen. Jezus wandelt daar tussen die kandelaren zoals Hij ook in Zijn gemeenten wandelt om als Koning voor Zijn kinderen te zorgen. Johannes ziet Hem hier als de grote Koning van de Kerk. Wat een verschil met wat de wijzen zagen en toch... Hij is en blijft Dezelfde.
Wat Johannes ziet, is zo indrukwekkend dat hij op de grond valt en niet durft op te staan. Maar Johannes hoeft niet te schrikken wanl de Heere legt Zijn hand op hem en zegt: "Vrees niet; Ik ben de Eerste en de Laatste; en Die leef, en Ik ben dood geweest; en zie, Ik ben levend in alle eeuwigheid. Amen." De Heere zegt: "Wees niet bang Johannes, Ik ben de Koning Die eeuwig zal regeren op de troon van David, Ik zal Mijn kinderen beschermen en leiden."
Wat is het groot als je door genade een Koning in de hemel hebt. Die je helpt als je niet weet hoe het moet. Die voor je bidt als je niet bidden kunt. Die je zonden vergeeft als je ze voor Hem belijdt, want Zijn Naam is Jezus, dat betekent Zaligmaker. Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden.
Is hij jouw Koning? Herodes wilde Hem doden, de schriftgeleerden in Jeruzalem hadden Hem niet nodig. En jij? Ben jij er door de Heilige Geest al achter gekomen dat je God kwijt bent en zonder Hem niets kunt? Of denk je wel zonder Hem te kunnen leven? Bid tot God of deze geboren Koning ook jouw Koning mag zijn en smeek Hem of die Koning ook jou wil zalig maken van je zonden. Dan ga je net als de Wijzen buigen voor Hem en val je met Johannes als dood aan Zijn voeten. Buig je knieën en smeek deze Koning je Redder te zijn. Zo niet, dan zal Hij je Rechter zijn. Eens zullen we allen voor deze Koning buigen. Hoe buig jij dan? Vrijwillig of gedwongen?
Aantekeningen bij de tekst
1 Samuël 16 : 1-13
vers 4: Toen kwamen de oudsten van de stad hem bevende tegemoet: we weten niet waarom ze zo beven. Denken ze dat Samuël hen komt bestraffen voor een bepaalde zonde? Het laat wel zien dat Samuël indruk maakt.
vers 11: De kleinste is nog overig: David is dan zo'n 17 jaar oud.
Micha 5 : 1
Uit u zal mij voortkomen: Jezus zal in Bethlehem geboren worden.
Wiens uitgangen zijn vanouds, van de dagen der eeuwigheid: Christus is ook voor Zijn menswording de eeuwige Zoon van God.
Mattheus 2 : 1-11
Vers 1: het Oosten: een Bijbelse aanduiding voor Mesopotamië. Het zal wel Babel geweest zijn.
Vers 7: vernam naarstiglijk van hen de tijd wanneer de ster verschenen was: om daaruit de leeftijd van het Koningskind vast te kunnen stellen.
Vers 11: het huis: Jozef en Maria verbleven inmiddels in een huis. Openharing 1 : 10-18
Vers 10 : ik was in de geest: ik kreeg een visioen. De Heilige Geest liet Johannes in de geest zien. - een grote stem, als van een bazuin: een luide stem - op de dag des Heeren: Op de zondag, Christus' opstandings dag
Vers 11 : - zeggende: Ik ben(...) de Eerste en de Laatste: Ik ben God.
Vers 13: - en in het midden van de zeven kandelaren Een: Die te midden van de kandelaren wandelt. Het wil zeggen dat Christus tegenwoordig is in Zijn Gemeente.
Vers 14: - en Zijn haar was wit, gelijk als witte wol, gelijk sneeuw: Hij had spierwit haar, zoals een grijsaard. Het witte haar is een beeld van wijsheid. Christus is de Wijsheid Zelf.
- en Zijn ogen gelijk een vlam vuurs: Hij had vurige, doordringende ogen. De ogen symboliseren de alwetendheid van Christus.
vers 15: - en Zijn voeten waren blinkend koper gelijk: De voeten symboliseren de almacht van Christus.
vers 16: - en uit Zijn mond ging een tweesnijdend scherp zwaard: Zijn Woord wordt vergeleken bij een vlijmscherp zwaard. Het zwaard symboliseert de gerechtigheid van Christus.
Achtergrondinformatie
Opbouw van de vertelling
Bewust is gekozen voor de lijn David, Micha, de Wijzen en Johannes. Allen mochten ze op Christus, de grote Koning zien. David getuigt in de Psalmen dat de gloriekroon eeuwig zou bloeien op het hoofd van zijn grote Zoon. Micha mocht datzelfde getuigenis brengen in een donkere tijd. De Wijzen kwamen om de geboren Koning der Joden te aanbidden. Ze zagen in het kleine Kind Sions Koning. Johannes mocht Hem in hemelse heerlijkheid aanschouwen.
Christus der Schriften
De Wijzen vinden de Heere Jezus niet door de ster, maar door het getuigenis van de Heilige Schrift. De ster heeft hen de geboorte van een Koning aangekondigd, maar de profetie van Bileam brengt hen naar Israël en de profetie van Micha naar Bethlehem. God gebruikt de ster om hen bij Zijn Woord, het vleesgeworden Woord, te brengen. We vinden de Zaligmaker niet in de natuur, maar in de Heilige Schrift.
Wijzen
De wijzen of magiërs zijn geleerden die zich bezighouden met het bestuderen van sterren. Astronomie (sterrenkunde, een tak van de wetenschap) en astrologie (een vorm van bijgeloof) lopen hier door elkaar. Ze voorspellen uit de stand en de loop van de sterren de gebeurtenissen op aarde. Gods Woord noemt hen tovenaars en sterrenkijkers. De Heere verbiedt de beoefening van astrologie en horoscopie als heidense waarzeggerij.
Afstand
De afstand van Mesopotamië naar Jeruzalem is, afhankelijk van de plaats waar de wijzen vandaan komen, op zijn minst een paar weken reizen. De afstand van Jeruzalem naar Bethlehem is negen kilometer. De dag des Heeren De zondag is in het Nieuwe Testament van het begin aan de dag des Heeren. Johannes kan het zonder nadere uitleg gebruiken. Elke christen weet welke dag hij bedoelt, namelijk de dag dat Christus is opgestaan van de doden.
De betekenis van het eerste visioen
De opvallende openbaring van de Heere Jezus heeft ten doel de gelovigen te bemoedigen. Hij laat Johannes hier zien dat Hij de eeuwige, alwetende, almachtige God is, Die over Zijn Kerk en Zijn gezanten waakt.
Patmos
Patmos is een bergachtig en rotsachtig eiland in de Egeïsche Zee, tien bij vijf kilometer in omvang, gelegen op ongeveer zestig kilometer uit de kust van het westen van Klein Azië. Een dag varen van Eféze. Het toen onbewoonde eiland diende als verbanningsoord voor misdadigers, die daar dwangarbeid moesten verrichten.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 oktober 2000
Mivo -12 | 19 Pagina's