Sporten: goed/fout?

Sporten is gezond

Ten Hove: “Gezond bezig zijn, is goed voor ieders lichaam en geest.”

Steven: “Ja, sporten is veel beter dan beetje op de bank zitten, of gamen. Het is belangrijk om fit te blijven, zodat je niet gelijk bekaf bent als je een beetje beweegt.”

Niels: “Door sporten krijg je een betere conditie.”

Ds. Janse: “Bewegen vind ik heel belangrijk. Ik merk zelf ook dat een wandeling ’s morgens goed is voor de geest. Daar knap je van op, dat merk je gewoon. Even de natuur in. Ik hoor de vogels fluiten en zie de zon opkomen. Ga alsjeblieft naar buiten en geniet van de buitenlucht, dat geeft energie.”

Miriam: “Het is ook beter voor je relatie met vrienden. Door samen te sporten, bouw je een band op met je vrienden of vriendinnen. Je weet dan waar je elkaar bij kunt helpen.”

Ds. Janse: “Ja inderdaad. Zoek eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid. Bij topsport gaat het alleen om presteren, winnen, roem en naam krijgen. Het gaat dan alleen nog over mij en mijn sport. Daar waarschuwt de Bijbel ons voor. Een ding is nodig hè?”

De Bijbel en sport

Ten Hove: “Over sporten zelf staat er niet zoveel in de Bijbel. Ik denk aan het voorbeeld van Paulus en de wedloop. Het is de vraag welke sporten er toen waren.”

Ds. Janse: “Paulus gebruikt de wedloop inderdaad als voorbeeld. En in de Hebreeënbrief lezen we over de loopbaan. Het gaat daar over de Istmische Spelen. Paulus was niet wereldvreemd, hij liep niet met oogkleppen op. Ik hoor weleens zeggen: ‘Kijk, Paulus stimuleert de sport’. Dat gaat mij te ver! Hij gebruikt het alleen als voorbeeld om vol te houden (volharding) in het leven met de Heere en je te onthouden (onthouding) van de zonde. Over sport zelf is niet veel te vinden.

Er wordt soms ook verwezen naar Timotheüs, waar staat dat lichamelijke oefening tot weinig nut is. De context is daar dat mensen het vasten en leven in ascese* verheerlijkten. Paulus zet daar tegenover: de godzaligheid is tot alle dingen nut. Dus, leven tot Gods eer, dat moet op de eerste plaats staan in je leven. Wat is jouw levensdoel? Is jouw lichaam je afgod of een tempel van de Heilige Geest?

Steven: “Ik heb het idee dat sporten in onze kringen altijd naar beneden wordt gehaald. Dan denk ik: er staat niet in de Bijbel dat je niet mag sporten.”

Ten Hove: “Ervaren jullie dat mensen om je heen negatief zijn over sport?”

Steven: “Ik denk dat het afwijzen van sporten tegenwoordig minder is dan vroeger.”

Niels: “Mijn familie doet veel aan bewegen. Ik zat eerst op gym en heb daarna voor waterpolo gekozen, dat is qua tijden ook makkelijker. Mijn ouders stimuleren sport, omdat gewoon bewegen goed voor je is.”

Ten Hove: “Ik denk wel dat er nu iets meer gesport wordt dan tien jaar geleden.”

Ds. Janse: “Als je lid bent van een sportclub, dan hoor je ergens bij. Dat vraagt ook wat van je. Bij belijdeniscatechisatie is dat in onze gemeente altijd een gespreksonderwerp. Als kerkenraad vinden wij dat daar lidmaatschap van een sportvereniging niet bij past. Je traint een aantal keren per week. Je hebt daar heel wat voor over. Het kost je wat. Zo mag het belijdenis doen jou ook wat kosten. Want je wordt lid van de kerk. De wedstrijden, de sfeer in de kantine, het vloeken en drinken, noem maar op. Ik heb niets tegen een potje voetballen met vrienden of mountainbiken met een groepje. We zijn niet wereldvreemd, maar wel anders dan de wereld. Laat zien dat God je alles waard is.”

Sporten tijdverspilling?

Miriam: “Nee, tenzij je in een toetsweek onderuit gaat, omdat je sporten belangrijker vond dan je huiswerk en leren voor pta’s.”

Steven: “Het ligt eraan hoe vaak en op welk tijdstip je het doet. Is het woensdagavond kerk en ga je sporten? Dan vind ik het tijdverspilling. Mijn moeder zegt altijd: eerst doen wat je moet doen, daarna wat je zelf wil doen.”

Niels: “Het kan je in een toetsweek ook rust geven om te bewegen. Ik ben blij met de voetbalkooi op school. Even tussendoor of in de pauze met vrienden een potje voetballen, daar knap je echt van op.

Ds. Janse: “Elk mens heeft ontspanning nodig. Hoe besteed je dan die tijd? Daar ben je zelf verantwoordelijk voor. Aan de andere kant: elke tijd is genadetijd. Als ik dat zelf ook meer besefte, dan zou ik mijn tijd misschien wel nuttiger of beter indelen.”

Ten Hove: “In het licht van de eeuwigheid is sporten wel tijdverspilling. Toch is sporten ook goed voor je. Je moet je tijd dus op verantwoorde manier inzetten.”

Sporten op zondag

Steven: “Voor christenen is sporten op zondag niet oké. Het is rustdag en sporten is niet rusten.”

Miriam: “Ik ben het wel met Steven eens. Het is een rustdag en op een rustdag moet je niet gaan sporten.”

Niels: “Waterpolo speel ik op zaterdag. Voetbal terugkijken doe ik niet, want ik heb niet zoveel met al die profvoetballers enzo.”

Ten Hove: “Zondags wedstrijden terugkijken is wel een lastig punt. Want al ben je het er niet mee eens dat de wedstrijd op zondag is, door het terugkijken doe je er tóch aan mee.”

Steven: “Dat is wel hypocriet ja.”

Ds. Janse: “Jullie zeggen: zondag is rustdag. Het mooie is ook: het is Gods dag. Natuurlijk zijn alle dagen van God, maar deze heeft Hij apart gezet om alles even los te laten. Ik voel me als dominee geroepen om, bijvoorbeeld als het EK of WK is, wat ook op zondag doorgaat, of Max Verstappen, daar over te spreken in een preek of het gesprek aan te gaan. Er zijn jongeren die tussen de diensten door even kijken, of een kerkdienst verzuimen. De vraag is: waar ligt je hart? Is Baäl jouw God of is de Heere God?”

Ten Hove: “Wat zou u doen, welk advies geeft u?”

Ds. Janse: “De meeste jongeren vinden sport leuk en gaan er in op. Tja, dan zoeken we argumenten, verzachtende omstandigheden. Maar het woord ‘hypocriet’ is al gevallen. De kern rondom alle sport: het vraagt een keuze, de wereld of God. Het komt aan op waarachtige bekering, de breuk met de wereld en het liefkrijgen van de Heere. Dan vervaagt al het aardse en kun je niet meer met de wereld. Ik denk aan een jongen die eigenlijk niet kon stoppen met voetbal, tot hij zich realiseerde: “het is toch eigenlijk mijn afgod”. Dat kostte hem wel tranen, maar hij kreeg er geen spijt van.

Sporten en een leven met de Heere

Ds. Janse: “Sporten en een leven met de Heere geeft spanning. Ga je op woensdagavond sporten of naar de kerk?”

Niels: “Ik ga inderdaad altijd op woensdag trainen. Maar als er bij ons kerk is, dan zeg ik het af.”

Steven: “Als je bij voetbal niet op training komt, dan begin je de wedstrijd op de bank. Dat is een soort straf, je moet er gewoon altijd zijn.”

Miriam: Met paardrijden heb je daar geen last van. Eerst had ik dat op maandag- of dinsdagavond. Tot ik catechisatie kreeg, toen ben ik naar de vrijdagavond gegaan.”

Ten Hove: “Ja, je moet keuzes maken en dat geeft spanning.

Steven: “Als topsporter doe je echt niks anders. Ik denk aan al die mensen die je vereren, omdat je die winnende goal maakt, of dat winnende punt met basketbal.”

Miriam: “Bij paardrijden ervaar ik geen groepsdruk.”

Steven: “Je kunt aan zoveel verslaafd zijn: aan gamen, sporten en nog veel meer.”

Niels: “God hoort op nummer één te staan.”

Ds. Janse: “Precies, dat is de kern hè. Wie staat er op nummer één?! Zo gebruikt Paulus de topsporter als voorbeeld: richt je volledig op het levensdoel: leven tot Gods eer, in afhankelijkheid en met alle tekort. Daar gaat het om in je leven. Toch?

* ascese betekent dat je rein probeert te leven door je begeerten te beteugelen, jezelf te kastijden en je geest stil te maken door mediteren.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen