JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Samuel Rutherford

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Samuel Rutherford

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bekering

Het duurde niet lang voordat de kwaliteiten van de jonge Samuel opgemerkt werden op school en zijn ouders besloten een financieel offer te brengen zodat hun zoon aan de Universiteit van Edinburgh zijn opleiding kon volgen. In 1621 had hij zijn studie afgerond. Van zijn jeugdjaren schrijft Rutherford: “Dwaas die ik was; ik liet mijn zon hoog gaan in de hemel, tot bijna namiddag, eer ik eindelijk de poort aangreep.” Toen hij later zelf een jongeman aanspoorde om zich te bekeren schreef hij hem: “Wat heerlijk: een jong mens samen met Christus onder Zijn juk.” Rutherford schrijft dat hij rond zijn vierentwintigste levensjaar “geboeid werd door Gods liefde en sindsdien geketend is gelaten.” Daarbij schrijft hij dat hij bij zijn bekering “een allerschoonste aangezicht van Christus, mijn Heer’ ontving.”

Studie en eerste gemeente

In 1627, na twee jaar theologische studie, aanvaardde Rutherford een beroep van de gemeente van Anwoth. Rutherford heeft er maar negen jaar gediend. Lieflijk Anwoth aan de rivier Solway werd Rutherford boven alle plaatsen dierbaar. Zijn komst bleef niet onopgemerkt. Een tijdgenoot spreekt over zijn intense kracht en geestdrift tijdens het preken. Van Rutherford werd gezegd dat hij “alleen in zijn element was als hij de Heere Jezus Christus loofde”. Zijn bediening leek aanvankelijk zonder vrucht, maar werd uiteindelijk rijk gezegend. Beproevingen bleven hem niet bespaard. Zijn twee kinderen stierven op jonge leeftijd. Rutherfords eerste vrouw Eupham stierf na dertien maanden ernstig ziek te zijn geweest in 1629.

Verbannen

Meer dan honderd jaar was het geleden dat de Reformatie zich vanuit het Duitsland van Maarten Luther een weg gebaand had. Het leek wel alsof de Reformatie nergens grondiger plaatsgevonden had dan in het Schotland van John Knox. Er was echter felle weerstand tegen de boodschap van de Reformatie. Het is niet verwonderlijk dat de invloed en de bekwaamheid van Rutherford opvielen, ook bij zijn vijanden. Na een scherp boek van Rutherford, vooral gericht tegen bisschop Laud, volgden er twee (schijn)processen tegen Rutherford. De uitkomst was verbanning naar Aberdeen en een preekverbod. Net zoals Bunyan zijn Christenreis schreef in de gevangenis, schreef Rutherford zijn bekende, indrukwekkende en diep geestelijke brieven tijdens deze periode. Zijn brieven hebben een plaats tussen de klassieke geschriften van het christelijk geloof gekregen. Charles Haddon Spurgeon riep tijdens het lezen ervan uit: “Rutherford is als een krachtige adelaar. Hij vliegt naar de hoogste hemel en blikt in het geheim van Gods liefde.”

Hoogleraar en afgevaardigde naar Westminster

De situatie van de kerk in Schotland werd er niet beter op. De koning verplichtte de kerk om in allerlei kerkelijke zaken naar hem te luisteren. Op 23 juli 1637 kwam het tot een climax toen de predikant van de St. Giles-kerk in Edinburgh de dienst wilde leiden op een roomse manier. Een vrouw, Jenny Geddes, wierp toen een stoel naar het hoofd van deze goddeloze dominee. Deze moedige daad werkte als een katalysator. Het Schotse volk kwam op voor de rechten van Christus. Door de kerk werd ernstig geprotesteerd tegen de onbijbelse maat regelen van koning Karel I, wat uitliep op het sluiten van een nationaal verbond, een covenant.

Na zijn ballingschap keerde Rutherford terug naar zijn geliefde Anwoth, maar niet voor lang. De General Assembly van de kerk van Schotland verzocht hem hoogleraar te worden in St. Andrews. Hij doceerde theologie, Hebreeuws en kerkgeschiedenis. St. Andrews stond bekend als ‘een kweekplaats van bijgeloof en dwaling in de leer’ maar binnen enkele jaren werd een opvallende verandering zichtbaar. Rutherford werd één van de vier afgevaardigden naar Londen voor de Westminster Assembly. Rutherford was inmiddels hertrouwd maar in London stierven er opnieuw twee kinderen. Rutherford schreef aan een andere bedroefde ouder: “Ik had maar twee kinderen, en zij zijn beide gestorven, de goede Landman mag zijn rozen plukken en leliën ingaderen.”

Rector en geredde zondaar

In 1647 keerde hij na bijna vier jaar terug in St. Andrews. Hij verbleef daar de laatste veertien jaar van zijn leven. Hij was vanaf 1651 rector van de Universiteit van St. Andrews. Vanaf het midden van de vijftiger jaren werd duidelijk dat Rutherford een ziek man was. Agnes, zijn dochter van elf stond samen met velen aan zijn sterfbed. Zij was de enige van zeven kinderen van zijn tweede vrouw die niet gestorven was in haar jonge jaren. Hij gaf haar aan de Heere over. Als men hem wees op zijn dienst aan God, zei hij: “Ik doe afstand van alles. De haven waarin ik wil zijn, is bevrijding en verlossing door Zijn bloed.” Ook zei hij: “Mijn ogen zullen mijn Verlosser zien en ik zal eeuwig bij Hem zijn. O, had ik armen om Hem te omhelzen.”

Voordat Charles II Rutherford kon doden, nam de Heere hem tot Zich.


Het ene woord Heere, predikt ons de Godheid van Christus. Het andere, Zone Davids, Zijn mensheid. Hierin is de volmaaktheid van onze Middelaar, dat Hij Immanuël is, God met ons. Hij schaamt Zich niet, hen broeders te noemen (Hebr. 2:11). Hij wilde van ons bloed zijn om onze schulden te betalen. Hij wilde een mensenhart aannemen om voor ons te zuchten, ogen om voor ons te huilen, armen en benen om voor ons doorboord te worden, ons leven en onze ziel om Zijn leven voor ons te geven en een tong en ziel om voor ons te bidden. Toch bleef Hij God om gehoorzaamheid te zijn aan de hemel.

Eerste toepassing

O, wat een liefde! Hij wilde de verlossing niet aan engelen toevertrouwen, maar Hij wilde Zelf komen en in eigen Persoon lijden. Hij wilde geen lage losprijs voor ons betalen, Hij wilde ons betalen voor een grote losprijs, zodat Hij ons boven de waarde kocht. Niemand kon op de markt een hoger bod voor zielen doen. O, wij bieden te weinig, wij onderschatten de Vorst van liefde. Wij willen alles niet verkopen wat wij hebben om Hem te kopen. Hij verkocht alles wat Hij had, ja Zichzelf, om ons te kopen.

Tweede toepassing

Wat een onvergelijkbaar iets is de Middelaar en de Godmens. Er is niets moois, geen geweldig mens of er is iets onvolmaakts aan. Er is geen roos, of er groeit een doorn aan, behalve aan de Roos van Saron. Laat al het geschapene en alle schepsels op hun mooist voor Jezus Christus staan, het valt alles in het niet bij de weergaloosheid en alles overtreffende heerlijkheid van Jezus Christus. Dan is het ook niet verwonderlijk dat deze zelfde Heere Jezus de hemel is van alles wat er is. Het Lam is in het midden van de troon (Openb. 7:17).

De hemelen vertellen Gods eer (Ps. 8:1) maar zij zijn maar stemmeloze muzikanten. Door de zonde van Adam verloren alle schepselen hun gouden glans. Want het is des Vaders welbehagen geweest, dat in Hem al de volheid wonen zou, en dat Hij door Hem vrede gemaakt hebbende door het bloed Zijns kruises, door Hem, zeg ik, alle dingen verzoenen zou tot Zichzelven, hetzij de dingen die op de aarde, hetzij de dingen die in de hemelen zijn (Kol. 1:19,20).

Betaal, betaal, wat je Christus schuldig bent, o alle schepselen! Maar in het bijzonder als je verlost bent.

Derde toepassing

Als Christus, de Middelaar, dan zo heerlijk is, dan moeten wij ons leven lang zoeken langs de evangelie-weg in Christus. Wij hebben vaak wettische gedachten van Christus. Wij stellen de Vader vaak voor als rechtvaardig en streng en Christus, Zijn Zoon, als zachtmoedig en barmhartig. De tekst noemt Hem echter Heere. Dat betekent dat Hij één is met de Vader. Wij zijn dus gelijke liefde en eer aan de Vader en de Zoon verschuldigd.

Vierde toepassing

De Oude van Dagen (Dan. 7:9), de Vader der eeuwen, neemt een benaming aan die bij ons past, Zoon van David. Hij moet ons welgezind zijn en Zijn vermaking moet in de mensenkinderen zijn (Spr. 8:31) dat Hij een naam van ons aanneemt. Wij zouden Hem lief moeten hebben en gemeenschap met Hem zoeken omdat Hij onze naam aanneemt, Zoon des mensen en Zoon van David.

Vijfde toepassing

Heere, Gij Zone Davids, ontferm U mijner. Het tweede deel van haar gebed doet een beroep op ontferming of genade. Waarom? Gods barmhartigheid is een geestelijke gunst. Het geloof ziet op tijdelijke weldaden met een geestelijk oog. Denk maar aan Mozes. Door het geloof heeft Mozes, nu groot geworden zijnde, geweigerd een zoon van Farao’s dochter genaamd te worden (Hebr. 11:24).

Zesde toepassing

Diezelfde grond die God beweegt om Christus te geven is genoeg om Hem te bewegen alle andere dingen met Christus te geven. Op grond van welk recht? Van het recht als zoon. Een vader geeft de erfenis aan zijn zoon. Op dezelfde grond geeft hij hem voedsel, kleding, bescherming en verzorging. Het zijn twee uitvloeisels uit hetzelfde verbond. De HEERE geeft zijn volk vergeving van zonde en Hij vermenigvuldigt de vrucht van het geboomte en neemt de honger weg (Ez. 36:25-30). In de hoedanigheid van zonen bidden wij dat onze Vader ons onze zonden wil vergeven en ons ons dagelijks brood geven.

Zevende toepassing door middel van een voorbeeld

Je moet eerst deel krijgen aan Christus, het grootste schip, dan volgen alle andere dingen: de kleine sloep vaart achter het schip aan, met dezelfde gang en door dezelfde wind. Het zijn geen twee getijen en twee winden die het schip en de sloep voortstuwen. Als je Christus door het geloof genoten hebt, dan sleept dat dood, leven, de wereld, tegenwoordige en toekomende dingen achter zich aan. Als God Christus aan jou geeft, dan zijn volgens hetzelfde recht, alle dingen van jou omdat jij van Christus bent en Christus van God is (1 Kor. 3:23).


Verder praten

Op JV, thuis of met je vrienden:

Lees Matthéüs 11 vers 25 tot 30. Vergelijk dit eens met wat Rutherford schrijft: “Wat heerlijk: een jong mens samen met Christus onder Zijn juk.” Ben jij ook al onder het heerlijke juk van de Heere Jezus? Wat krijg je en wat leer je volgens Matthéüs 11 vers 28 en 29?

Rutherford schrijft: “Betaal, betaal Christus wat je schuldig bent!” Wat ben je aan Christus schuldig? Kun jij aan Christus betalen wat je schuldig bent? Snap je nu het gebed van de moeder uit Matthéüs 15 vers 22 nu (beter)?

Wanneer heb jij voor het eerst of voor het laatst dit Bijbelse en door de Heere Jezus verhoorde gebed gebeden: Heere, Gij Zone Davids, ontferm U mijner?


Dit een verkorte en bewerkte weergave door Gerben van der Wulp van een gedeelte uit De beproeving en zegepraal des geloofs door Samuel Rutherford.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 oktober 2022

Daniel | 36 Pagina's

Samuel Rutherford

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 oktober 2022

Daniel | 36 Pagina's