JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

De Schuilplaats

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Schuilplaats

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het belletje! Arnold springt verschrikt op. Is het een oefening? Maar meteen hoort hij geroep bij de voordeur: “Doe open, laat ons binnen!” Willem ten Boom doet de Bijbel dicht. “Snel, naar de schuilplaats!” Arnold rent de trap op. Halverwege komt hij de oude Mary tegen. Snel trekt hij haar mee en stormt de kamer van tante Kees op die net wakker schrikt: “Snel, tante Kees, het luik!”

Eén voor één duiken ze onder in de kast en wurmen zich door het luik heen. Arnold gaat als laatst en tante Kees kan nog net op tijd het luik weer dicht doen. Gebonk op de trap, een deur die openzwaait en daar staat een agent, midden in de kamer. “Waar zijn de Joden?”, brult hij. Arnold houdt zijn adem in. Vanuit de schuilplaats hoort hij hoe tante Kees ondervraagd wordt. Hij hoort haar huilen als ze meegetrokken wordt, de trap af. “We weten dat ze hier ergens moeten zijn, we zullen ze vinden!”

Het is donker in de schuilplaats. Ze zien geen hand voor ogen. In de kamer van tante Kees is het stil, maar elders in het huis horen ze hoe de mannen van de SD het hele huis doorzoeken. Arnold voelt zijn hart in zijn keel kloppen. Als zij maar niet gevonden worden!

Langzaam wordt het stiller in huis. Toch weet hij dat ze niet weg zijn. Af en toe horen ze de zware voetstappen in huis. Het is benauwd in de schuilplaats. De oude Mary moet hoesten. O, als de politie het maar niet hoort! Dan hoort hij Eusi bidden. Het gaat steeds harder! “Eusi, houd je stil! Straks horen ze ons nog!” Eusi heeft zo’n harde stem!

Het duurt lang. Vreselijk lang. De onderduikers krijgen dorst. Het wordt benauwd, zo met z’n zessen in de krappe schuilplaats. Hoe laat zou het zijn? Hoe lang moeten ze hier nog zitten? Straks sterven ze hier nog! Mary huilt zachtjes, Eusi wil weer hardop bidden. O, wees toch stil, denkt Arnold wanhopig.

Opeens… Voetstappen in de slaapkamer van tante Kees. Stemmen. Ze houden allemaal hun adem in. Worden ze nu ontdekt? Dan klinkt er ineens een luide stem: “Siertsema!” Wild klopt bij Arnold het hart in de keel. Dat is Jan Overzet! Dat is goed volk. Van blijdschap barst Mary in huilen uit. En Eusi dankt hardop de Heere. Ze zijn bevrijd!

Familie Ten Boom

De familie Ten Boom bestond uit vader Casper, Corrie, Betsie, Willem en Nollie. Moeder Cornelia stierf al ver voor de oorlog, in 1921, toen ze 63 jaar was. Toen de oorlog begon waren Willem en Nollie al getrouwd en woonden zij niet meer thuis. Corrie werd ‘Tante Kees’ genoemd door de onderduikers en Betsie ‘Tante Bep’. Het gezin had een grote liefde voor het Joodse volk en hielpen daarom Joden in de oorlog. Er kwamen veel onderduikers bij hen.

De Schuilplaats

In de slaapkamer van Corrie werd een extra muur gebouwd. De ruimte daar achter was tweeënhalve meter breed en zeventig centimeter diep. Via een luik in de kledingkast konden de onderduikers daar komen, maar het was erg krap en donker. Er was een alarm belletje dat door het hele huis te horen was. Als dat belletje werd ingedrukt, moesten de onderduikers zo snel mogelijk naar de schuilplaats. Dit werd vaak geoefend.

Verraad!

Op 28 februari 1944 werden ze verraden en vielen agenten van de Sicherheits Dienst het huis binnen. Betsie kon nog net op tijd op het alarmbelletje drukken zodat de onderduikers net op tijd in de schuilplaats konden komen. De familie werd gearresteerd. De SD kon de onderduikers niet vinden. Ze zijn een paar dagen in het huis geweest, omdat ze hoopten dat de onderduikers vanzelf tevoorschijn zouden komen. Bij de onderduikers was ook de zoon van dominee Siertsema. Zijn schuilnaam was Arnold. Hij zat in het verzet en was bij de familie ten Boom voor een Bijbelstudie. Toen hij ’s avonds niet thuis kwam, ging de dominee naar een goede politieagent, Jan Overzet. Jan heeft ervoor gezorgd dat hij op 1 maart dienst had en op wacht moest staan in het huis. Hij riep “Siertsema” waardoor Arnold wist dat het goed volk was. De onderduikers zijn via het dak gevlucht.

Het bordje voor het raam

De familie ten Boom had een reclamebordje in het raam gezet zodat de mensen van het verzet wisten dat het veilig was om binnen te komen. Toen de agenten het huis binnenvielen, heeft Betsie geprobeerd om het bordje weg te halen. Een van de agenten zag dat en heeft het bordje weer terug gezet. Daardoor belden er de heel dag nog mensen aan die ook gearresteerd werden.

Nog steeds kun je de schuilplaats zien in Haarlem. Jesse en Sander zijn in het museum geweest en vertellen daarover.

Jesse: “Ik vond het erg indrukwekkend om in het huis rond te lopen en te bedenken dat zij hier hebben gewoond. De schuilplaats is erg klein. Ik mocht er even in staan, maar ik moet er niet aan denken dat ik daar twee dagen zou moeten zijn.”

Sander: “Ik vond het heel interessant, vooral in de schuilplaats. Bij ons was het niet helemaal donker, maar bij hen wel. En het was ook nog krapper, want wij zaten er met vier kinderen en een volwassene in en zij zaten er met zes volwassenen in! En ze moesten daar ook hun behoefte doen in een emmer en die was omgestoten, dus het stonk erg. Ze zaten er ruim twee dagen!”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 april 2020

Daniel | 32 Pagina's

De Schuilplaats

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 april 2020

Daniel | 32 Pagina's