JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Zorgen en bezorgd zijn

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zorgen en bezorgd zijn

(Matth. 6:19-34)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aanwijzing voor het gebruik

Het schriftgedeelte dat boven deze schets staat, kan op verschillende manieren worden behandeld. Te denken valt aan één inleiding, waarbij vooral aandacht wordt geschonken aan enkele kernteksten.

Verder is het goed mogelijk twee korte inleidingen te laten verzorgen. De eerste inleider gaat in op vers 19 t/m 24 en punt 3 van de schets, de tweede inleider besteedt aandacht aan vers 25 t/m 35 en punt 2 van de schets.

Ook is het mogelijk om op een vereniging met overwegend oudere en meer ervaren leden de schets te lézen - geen inleiding dus - waarna bespreking volgt.

Tenslotte leent zich voor deze stof goed de manier, die is aangegeven bij de schets over „De koningin van het Zuiden".

1. Inleiding

Zowel in Matth. 4:23 als 9:35 lezen wij dat Jezus het Evangelie van het Koninkrijk predikte. Een voorbeeld van die prediking geeft Mattheüs in de Bergrede, die tussen de twee genoemde teksten in staat (Matth. 5-7).

Daarin spreekt de Heere over de burgers van het Koninkrijk. Dat zijn zij die geleerd hebben bij de hemelse Vader de hand op te houden, die op Hem alléén vertrouwen en van Hem begeren „alle geestelijke en lichamelijke nooddruft".

2. Zorgen

„Zorg dragen". Wat is dat? De rechte (christelijke) zorg is: God laten zorgen. Moeten wij dan niet doen wat onze hand vindt om te doen? En óf! Zelfs „zo gewillig en getrouw ons ambt en beroep bedienen en uitvoeren als de engelen in de hemel doen".

Salomo verwijst de luiaard naar de mieren (Spr. 6), die spijs vergaderen in de oogst en brood verzamelen in de zomer.

Paulus verrichtte handenarbeid om in zijn onderhoud te kunnen voorzien.

De Heere Jezus leerde Zijn discipelen bidden: „Geef ons heden ons dagelijks brood", dat is: „Wil ons met alle nooddruft des lichaams verzorgen, opdat wij daardoor erkennen dat Gij de enige oorsprong van alle goed zijt, en dat nóch onze zorg en arbeid, nóch Uw gaven, zonder Uw zegen ons gedijen...."

De kinderen van het Koninkrijk leven in vertrouwen dat de hemelse Vader voor hen zorgt. Dat vertrouwen is de grote schat die de verborgen omgang met God geeft en waar de Heere in dit gedeelte over spreekt. Méér dan zorgen moeten, mógen we niet! Dat zou eigenwijs zijn. Echter, wee ons, indien we met slordig werk of lege handen komen.

S. G. de Graaf zegt: „Als kinderen groot zijn, moeten (mogen) ze mee gaan dragen in de lasten van het gezin, maar zij dragen niet de zorg voor het gezin. Die draagt vader (en moeder)!" Wanneer wij onze arbeid gedaan hebben, mogen

Wanneer wij onze arbeid gedaan hebben, mogen wij die uit onze handen in Gods handen leggen.

3. Bezorgd zijn

Letterlijk staat er in vers 25: „peins niet over "; „tob niet over...."; „denk niet somber na".

Dat is een christen onwaardig! Omdat het gegrond is in het ongeloof (vers 30). Daarom het bevel: doe dat niet! In Lukas 12:29 zien wij duidelijk waartegen de Heere waarschuwt: ,,Wees niet wankelmoedig". Hink niet op twee gedachten. Niemand kan twee heren dienen, want dan is het óf God, óf Mammon (de Syrische god van de rijkdom; eigenlijk de verpersoonlijkte geldzucht).

Wanneer wij bezorgd zijn, willen we zélf de zorg voor ons leven dragen.

Dan dragen wij boven onze kracht, onze opdracht en houden wij de weg niet vrij om te zoeken de gemeenschap met de Heere, d.w.z. Hém ons hart en leven geven, elke dag en daardoor ook onze naaste. Maar dan moeten we tot die Vader gaan in geloof, niet twijfelende. Geloof is een smalle weg, een enge poort, omdat daardoor „het vertrouwen van alle schepselen afgetrokken en op God alleen gesteld wordt".

Dus het is één van tweeën: die smalle weg óf de brede weg van het zelfvertrouwen!

4. De pericoop

De Heere Jezus stelt de hemelse en de aardse schatten tegenover elkaar als onvergankelijk en vergankelijk. Hij zegt a.h.w. (Spr. 23:4): „vermoei u niet om rijk te worden". Hij wil niet dat Zijn dienstknechten tweeërlei doel hebben; vandaar de oproep God, de Vader, te laten zorgen, want Hij weet wat nodig is eer Hij gebeden wordt (6:8) en zonder Zijn wil zal geen haar van ons hoofd vallen. Spurgeon zegt: „wat wij van aards bezit voor God gebruikt hebben, is vergaderd in de hemel, ligt vast in de Bank der Eeuwigheid, veilig tegen roof".

Waar leef ik voor? daar is mijn hart.

Waar is het beste? daarheen gaan mijn gedachten.

De mens wil iets zijn en geld en goed is „iets dat je bent", het geeft een zeker accent. Voor iemand die innerlijk weinig betekent, is geld veel (zo niet alles). Neem dan het geld weg en alles is weg. Dan komt duidelijk de wereldgelijkvormigheid openbaar, de zonde tegen het eerste gebod. Zodra de weldaden in plaats van de Weldoener komen, is er sprake van wereldgelijkvormigheid. De Koning van het Koninkrijk der hemelen leert ons echter „te bezitten als niet bezittende" (vgl. de rijke jongeling). Geld geeft enige troost, maar niet de echte. Het ontsluit deuren, maar niet de poort des hemels. Alles is te koop, behalve wat het leven zin geeft. Het geld kan een afgod zijn en in onze pericoop

Het geld kan een afgod zijn en in onze pericoop horen we duidelijk: „gij zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben".

Geld is wel nuttig: de Heere Jezus heeft het ook gebruikt. Hij erkende het in zijn nuttige functies, maar zodra Hij dacht aan geld, zoals het in de harten der mensen zijn plaats heeft, kwam Hij in opstand. Jezus tegenover de afgod". Wat baat het een mens zo hij de hele wereld gewint en lijdt schade aan zijn ziel?"

Zoals het lichaam door het oog, zo wordt het doen en laten van de mens door het verstand geleid. Als het oog van het verstand bezoedeld, verblind is, worden de dingen niet in het rechte licht beschouwd „Laten uw ogen Mijn wegen bewaren" (spr. 3).

Tweeërlei liefde is met elkaar in strijd. Waar God regeert, verdwijnt de lust tot aards gewin. Doopformulier: dit leven om Uwentwil getroost verlaten Hem aanhangen". Wie Mammon niet haat, heeft God niet lief. Bezorgd zijn is een ziekte! De Heere geeft hier het geneesmiddel: „Aanziet de vogelen des hemels". Zij prijzen hun Schepper, zij zaaien niet en maaien niet en tóch.... üw hemelse Vader voedt hen.

Wees bezorgd over de wijze waarop je leeft, dan krijg je voedsel en kleding. Wees bekommerd over het ene nodige (Luk. 10): zoek het Koninkrijk Gods! Niet het aardse. Als God u de hemel beloofd heeft, zal Hij dan op de weg daarheen geen dagelijks brood geven?

Bevorder de Christus-regering en de rest volgt vanzelf!

Laten de behoeften des Levens leiden tot de hemelse Vader, want zodra wij bezorgd worden, zijn die behoeften slagbomen op de weg tot God.

Wij kunnen ons zo mooi niet kleden of de bloemen overtreffen ons. Een lelie bestraft ons: Gód zorgt! Wees bezorgd om te groeien als een lelie, nl. tot Gods eer. Tevreden te zijn zoals God ons maakt; te dragen wat God in Zijn wijsheid ons oplegt.

Bezorgd zijn en kleingeloof gaan hand in hand; daardoor wordt de Heere zeer verongelijkt en onze geest gekweld. Kleingeloof is nooit goed te praten. Zou de hemelse Vader de leliën bekleden en Zijn kind naakt laten lopen?

De bezorgdheid voor eten, drinken en kleding is de tegenwoordige wereld eigen.

Spurgeon noemt dat de „drie-eenheid van de wereldling". Zou Gods kind dan zo werelds zijn als de heidenen en de Drie-enige God vergeten? Laat mij zó begerig zijn naar het hemelse dat ik al het aardse aan U kan overgeven.

„Waarom gebogen door de zorgen, door de smart? Dat Gij de weg kent, Heer', versterkt mijn hart".

5. Literatuur

De Bijbel: vooral de gedeelten Lukas 12:22-34; Filipp. 4; Hebr. 13; 1 Petrus 1; Prediker 1, 2, 5 en 6. Zondag 49 en 50; vr. en antw. 1, 27, 28, 35, 118 van de Heidelb. Catech.

Nederl. Geloofsbelijdenis, art. 13 en 18.

Verbondsgeschiedenis - S. G. de Graaf.

Het raadsel van ons leven - J. H. Bavinck; Kok, Kampen.

De Evangeliën van Mattheüs, Markus en Lukas, deel I - Joh. Calvijn.

Dachsel en/of Henry op het betreffende hfdst.

6. Gespreksvragen

1. Mogen we de Bergrede beschouwen als een nieuwe wet? (Ex. 20)

2. Is het werk van de Middelaar ook van betekenis ten aanzien van eten, drinken en kleding? Zie bv. Matth. 4:2; Joh. 4:7; Joh. 19:23 en 28; Matth. 8:20.

3. Is armoede een bewijs van gemis aan godsvrucht? Zie bv. Ps. 37:25.

4. Wat zou Paulus bedoelen in 2 Cor. 6:10?

5. Wat is moeilijker: in God geloven tot het ontvangen der zaligheid in Christus, óf tot het ontvangen van tijdelijke zegeningen?

6. Lees Filipp. 4:11. Is wat daar staat bv. te leren door vrijwillige ascese? Zou het moeilijk zijn, wat Paulus geleerd heeft?

7. Zal iemand die nü ontevreden is, wél tevreden zijn als de omstandigheden beter worden?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 juni 1969

Salvo | 1 Pagina's

Zorgen en bezorgd zijn

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 juni 1969

Salvo | 1 Pagina's