JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

als Begeleiding

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

als Begeleiding

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Normaal is het dat een voorwoord het eerst komt, voor in een boek. Het geeft mededelingen aan de lezer over de inhoud. Ze zijn onmisbaar. Toch slaat de lezer ze dikwijls over. Deze schets heeft de taak van een voorwoord. Wij komen er mee nu het ringbandje al in gebruik is. Dus te laat. Het was de bedoeling hem eerder aan te bieden. Wij hopen evenwel dat juist door de vertraging deze wegwijzer meer aandacht krijgt dan een voorwoord.

Eigenlijk niets nieuws

Wellicht is het goed eerst te noemen dat het in deze schets niet gaat over fundamentele dingen maar over hulpmiddelen. Het hoofdbestuur van de Bond van Jeugdverenigingen der Gereformeerde Gemeenten tracht via de kommissie SALVO de verenigingen adviezen en hulp te verlenen ter stimulering van het verenigingsleven.

Ter verduidelijking vermelden wij enkele hoofdzaken, waaraan wij ons geheel binden en die wij daarom ook verder onbesproken laten.

De verenigingen dienen zich onvoorwaardelijk te stellen onder toezicht van de kerk.

Zonder de werking van de Heilige Geest kan en wil niemand tot de Heere komen. Daarom juist hebben de verenigingen voor alles het Koninkrijk der hemelen te zoeken. De Heere heeft hieraan de toezegging verbonden al het andere te zullen toewerpen. Uit deze opdracht vloeit voort het doel van de verenigingen :

a. bestudering van het Woord van God;

b. benadering van de dingen van het dagelijks leven in het licht van de Bijbel.

De leden van de verenigingen voeren besprekingenen zij dienen er naar te streven de resultaten van de studie in het dagelijks leven metterdaad toe te passen. Zo doende kunnen de verenigingen een bescheiden bijdrage leveren tot de vorming van de leden tot het ambt aller gelovigen.

De verenigingen dienen te bevorderen dat iedere jongen en elk meisje van wat voor afkomst, aanleg of ontwikkeling ook, er zich thuis voelt.

Het werk in de verenigingen dient te geschieden in het besef dat de bouwlieden tevergeefs bouwen zo de Heere het huis niet bouwt. Wij wensen dat het ene lid de ander uitnemender acht dan zichzelf.

Toch iets nieuws en waarom

SALVO komt met schetsen en adviezen voor besprekingen op de vergaderingen. Tot nu toe kenden wij dit niet. Is dat nieuwe wel nodig? Laten wij bij deze vraag iets uit de geschiedenis van de Gereformeerde Gemeenten aanhalen. Onze ouders of grootouders hebben het ontstaan van ons kerkverband nog meegemaakt. Mogelijk zijn ze uit een andere kerk overgekomen. In hun verhalen treffen ons de liefde en het vuur, waarmee zij in hun jeugd voor deze zaak opkwamen. Wij komen onder de indruk van hun opofferingen voor de zuivere waarheid. Daar ging wat van uit. Een bejaarde broeder vertelde eens, dat hij ongeveer 43 jaar geleden in de veronderstelling verkeerde, dat ieder van de Gereformeerde Gemeenten bekeerd was. In de periode die volgde, groeide een geregeld kerkelijk leven. De jongelui van nu vinden dit normaal en daarmee is het gevaar voor sleur aanwezig. Zij horen teleurstellingen, kerkscheuring met ruzie, klachten van ouderen over verslapping in het geloofsleven. Buiten eigen kring nemen zij kennis van opvattingen, die hen aanspreken. Zij zien hoe het tijdelijke leven in de gemeenten veel aandacht krijgt. Over de verwachting van de komst van Christus vernemen zij te weinig.

In deze dingen liggen de argumenten voor het werk van SALVO. Met het stimuleren van Bijbelstudie en het in de vorm van schetsen noemen van onderwerpen, die het bespreken waard zijn, tracht SALVO de jonge mensen van de verenigingen aan te sporen tot gebed en arbeid in de dingen van het Evangelie. Met adviezen over vergader- en gespreksmethoden biedt SAL- VO middelen aan tot opwekking van het verenigingsleven.

Wat komt er en wat doen wij er mee.

De schetsen geven gespreksstof. Ieder onderwerp is zeer beknopt behandeld. Eigenlijk geeft de inhoud slechts punten waarover gesproken kan worden. De vragen kunnen richting geven aan het gesprek. De litteratuurlijst bevat boeken die niet zo moeilijk zijn en gemakkelijk te krijgen zijn. Soms zijn het pockets, die genoemd worden in „Daniël" en via SALVO besteld kunnen worden. Ieder lid behoeft niet alle boeken van een lijstje te lezen. Zo kan er een soort werkverdeling ontstaan bij de bestudering van een onderwerp. Het blanco blaadje bij iedere schets dient voor het maken van aantekeningen, die een lid voor zichzelf de moeite waard vindt. De verscheidenheid van de onderwerpen bevordert de afwisseling in de besprekingen.

De diskussie

De laatste jaren zijn verschillende manieren voor het voeren van besprekingen in gebruik geraakt. Eén van de doelstellingen er van is de verlevendiging van de vergaderingen. Daarmee wordt de belangstelling gekweekt. Voor alles moeten wij evenwel bedenken dat het belangrijkste bij iedere methode is:

goed luisteren,

zakelijk spreken,

allen meedoen.

De voorzitter is hierbij een belangrijke figuur. Indien hij er in slaagt dat alle leden deze 3 punten beoefenen ontstaat er sfeer en gezelligheid.

De methoden

De traditionele methode heeft een inleider, die na afloop van zijn voordracht de vragen uit de vergadering beantwoordt. Deze manier kennen wij. Ook hier kan de inleider de diskussie al op gang brengen door op sommige punten niet zelf een oplossing te geven, maar aan het slot van de inleiding deze punten als vragen aan de vergadering voor te leggen. De voorzitter kan de diskussie nog verder stimuleren. Er zijn leden, die zelden het woord vragen en toch over som. mige dingen goede denkbeelden hebben. Als de voorzitter de leden kent, geeft hij over een ter sprake gekomen onderwerp een weinig spraakzaam lid, die er iets van weet, eens het woord. Laat de inleider zijn studie vooral niet lezen. Wat de lengte aangaat is een kwartier voldoende. Wat hij nog meer zou kunnen vertellen kan beter uit de vergadering komen.

Een andere methode, die geleidelijk aan meer ingang vindt, is de bespreking in diskussiegroepen. Vooral voor grotere verenigingen met vergaderingen van meer dan 10 personen is deze nuttig. Aan de diskussie kan een zeer korte inleiding voorafgaan, maar het hoeft niet. Telt de vergadering hoogstens 10 leden dan is de vergadering de enige diskussiegroep. Als er meer leden zijn wordt de vergadering verdeeld in groepjes van 5, 7 of 9 personen. Ieder groepje gaat het onderwerp bepraten. Daarna worden de konklusies en de gerezen vragen van de groepjes in de gehele vergadering besproken.

Het zogenaamde „zoemgesprek" is geschikt voor grotere vergaderingen. Een voorwaarde is dat de inleider zijn stof beheerst. Hierbij komt niet de inleiding het eerst maar het vragenstellen. Als er veel personen zijn, bijvoorbeeld 30 of 40, krijgen de deelnemers 2 aan 2 of 3 aan 3 gelegenheid 5 a 10 minuten samen te bespreken welke vragen ze zullen voorleggen. De inleider of een ander schrijft de vragen op een bord of een stuk papier. Daarna gaat de inleider de vragen beantwoorden. Hij kan zich tijdens de beantwoording laten interrumperen. Ook kan hij de leden bij de beantwoording betrekken door hun gelegenheid te geven hun meningen te geven.

Het forum. Na de inleiding worden de vragen beantwoord door een 3 a 4 tal leden van de vergadering, dat het forum vormt. De voorzitter geeft een vraag ter beantwoording aan het forumlid, die het best in het onderwerp van de vraag thuis is. De voorzitter kan de bespreking activeren door de leden buiten het forum hun mening te laten geven voordat hij een forumlid het woord geeft. Na afloop geeft de voorzitter een samenvatting.

Een nieuwe methode zal de eerste keer meestal tegenvallen. Ieder moet er aan wennen. De voorzitter moet de regels soepel toepassen. Een diskussiemethode is niet het doel maar een middel. Laten wij bovendien bedenken dat een nieuwe diskussiemethode ons niet verlost van het bestuderen van het onderwerp. Het voordeel van de nieuwere methoden is vooral, dat onwillekeurig meer personen actief bij de besprekingen worden betrokken. De voorzitter krijgt het er soms niet gemakkelijk mee. Dat zullen onze voorzitters geen bezwaar vinden.

Hulpmiddelen

Een schoolbord met krijt is onmisbaar. Ook ongelukkig schrift verduidelijkt het gesprokene. Aan het eind van het verhaal lezen we nog eens wat aan het begin is gezegd. Eerst is het natuurlijk wat ongewoon en schools. Het went snel. Kinderachtig is het in deze tijd beslist niet. Bij bestudeerde mensen, ook in de bedrijven, zie je tegenwoordig in de vergaderkamers vaak het schoolbord. Wie het iets mooier en nog duidelijker wil doen neemt het flanelbord.

Kommissie Salvo:

G. J. van de Beek, voorzitter

Essenlaan 80 B, Rotterdam-16, Tel. 010-134152.

C. Bregman, sekretaris

Raadhuisplein 11, Ridderkerk, Tel. 01896-2569.

D. M. Boogaard,

Dronenweg 15, Bodegraven.

J. Driessen, penningmeester

Raiffeisenlaan 45, Utrecht, Tel. 030-711141. •

Aanvragen van ringbandjes en schetsen aan:

Raiffeisenlaan 45 — Utrecht.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1969

Salvo | 236 Pagina's

als Begeleiding

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1969

Salvo | 236 Pagina's