JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Stille tijd houden, maar hoe?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Stille tijd houden, maar hoe?

17 minuten leestijd Arcering uitzetten

Voordat Jezus Zijn discipelen het "Onze Vader" leert, laat Hij zien hoe zij moeten bidden. Hij zegt dan: "En wanneer gij bidt, zo zult gij niet zijn gelijk de geveins den; want die plegen gaarne, in de synagogen en op de hoeken der straten staande, te bidden, opdat zij van de mensen mogen gezien worden. Voorwaar, Ik zeg u, dat zij hun loon weg hebben.

Maar gij, wanneer gij bidt, gaat in uw binnenkamer, en uw deur gesloten hebbende, bidt uw Vader, Die in het verborgen is; en uw Vader, Die in het verborgen ziet, zal het u in het openbaar vergelden" (Matth. 6: 5 en 6).

De 'binnenkamer' was in de tijd van de Bijbel een kleine kamer met een deur in het binnenste van het huis. Het was daar een ideale plaats om bijvoorbeeld eten te bewaren, omdat de temperatuur daar het laagst was. Maar men kon zich daar ook terugtrekken als men alleen wilde zijn en niet gestoord wilde worden, Jezus' raad komt dus hierop neer, dat het gebed het beste kan gebeuren in de stilte, in de eenzaamheid. Hij Zelf klom daarom vaak alleen op een berg.

Stilte

Die stilte is er niet vanzelf. Zeker in deze tijd zou je je zelfs af kunnen vragen of het eigenlijk (nog) wel mogelijk is om stilte te vinden. Er is immers overal gepraat, gelach, muziek, lawaai. .. Toch zegt Jezus: "Ga in je binnenkamer". Er moet dus gezocht worden naar een plaats waar het stil is, binnen in je eigen kamer, of buiten in de natuur, of waar dan ook. Denk aan het voorbeeld van Izak: hij ging uit om te bidden in het veld (Gen.24:63). Jakob bad alleen bij de rivier de Jabbok (Gen. 32: 24). En Petrus klom op het platte dak van een huis (Hand.10:9). Het is niet vreemd om je speciaal voor bidden af te zonderen. Zonder dat is het niet eens goed mogelijk!

En daar komt nog iets bij. De deur van de binnenkamer moet gesloten worden. Dat wil zeggen: Het moet ook stil worden in het eigen hart; er moet ook rust komen van binnen. Want als dat niet gebeurt, en allerlei zaken de aandacht blijven vragen, kan er niet werkelijk sprake zijn van de persoonlijke omgang met God. Maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Er is zoveel dat ons bezighoudt. We hebben het zo druk. Het komt erop neer dat we bidden en Bijbellezen voorrang moeten geven. En willen we dat eigenlijk wel? Is dat voor ons net zo belangrijk als voor Daniël? Zelfs als we het serieus proberen kan het al mislukken als we nog maar nauwelijks be- gonnen zijn.
Als vanzelf kan hier de gedachte ontstaan: Moet ik er dan nog wel aan beginnen? Als het zo moeilijk is! Daarop moet het antwoord zijn: zoals in alle dingen zijn we ook hierin afhankelijk van God de Heilige Geest. Alleen met Gods hulp kan het. Het is ook heel goed mogelijk dat er zelfs een zekere angst voor de stilte bestaat. Als het eens echt stil is weet men vaak niet hoe vlug men die stilte moet doorbreken. Er is dan sprake van een vlucht voor de stilte. In de stilte komt de mens namelijk tot zichzelf. Hij gaat nadenken over zichzelf en de werkelijkheid om hem heen. Er komt ook ruimte voor de vraag hoe het gesteld is met zijn persoonlijke verhouding tot de Heere. En dat is nu juist wat mensen vanuit zichzelf niet willen. En toch is het van levensbelang dat wij voor het eerst en steeds opnieuw stil worden voor God; dat wij tot inkeer komen, zoals de verloren zoon, en tot bekering.

En daarvoor moeten wij tijd nemen. Het kan niet even gauw, tussen neus en lippen door. Er is tijd voor nodig om ons te kunnen richten op God en Zijn Woord. Nu is dat juist een moeilijk punt: we hebben immers 'geen tijd'? Onze tijd kenmerkt zich door haast, gejaagdheid en gebrek aan rust. Er komt geweldig veel informatie op ons af, meer dan we kunnen verwerken. Aan alle kanten wordt er aan ons getrokken. We hebben ook nog al eens het gevoel dat we niets willen missen van wat er allemaal te beleven is. Kortom, we hebben het al zo druk, moet dat er dan ook nog eens bij?

Waarschijnlijk zijn er weinig mensen die zullen zeggen dat bidden en Bijbellezen niet nodig zijn. Maar in de praktijk komt er vaak weinig van terecht. God moet het vaak doen met hebben. Maar we moeten het anders de paar minuten die wij nog 'over' bekijken. De tijd die we hebben is niet van ons. Wij hebben die van God gekregen om die te besteden tot Zijn eer. Hij zal er ons eens rekenschap overvragen!

Zo gezien moeten wij dus elke dag eerst tijd inruimen voor de dienst aan God, en wat er dan over is, dat is voor al die andere noodzakelijke en plezierige dingen. Uit onszelf is dat onmo- gelijk. Gods hulp is daarbij onmisbaar.

"Drie tijden daags"

De drie woorden hierboven herinneren aan Daniël 6:11, waar beschreven staat dat Daniël drie keer per dag naar zijn opperkamer ging om daar op zijn knieën te bidden. Hij hield dus vaste tijden aan om te bidden en zijn persoonlijke godsdienstoefening te houden.

Zo zijn er meer Bijbelse gegevens die ons het voorbeeld voorhouden om zowel 's morgens, 's middags als 's avonds te bidden.
David zegt in Psalm 55 vers 1 7 en 18: "Mij aangaande, ik zal tot God roepen, en de Heere zal mij verlossen. Des avonds en des morgens en des middags zal ik klagen en getier maken (kreunen); en Hij zal mijn stem horen".

In de tempeldienst werd er elke dag een morgen-, middag-, en avondoffer gebracht, en op diezelfde tijden werd er door het volk in de voorhof gebeden.
In het Nieuwe Testament lezen we onder andere van Zacharias, dat hij bezoek kreeg van de engel op de tijd dat het volk naar de tempel gekomen was om te bidden, namelijk op de tijd van het reukoffer.

Van de Heere Jezus lezen we in Mark. 1: 35 dat Hij vroeg, terwijl het nog nacht was, opstond en naar buiten ging om te gaan bidden op een eenzame plaats. En in Mark. 6: 46 zien we dat Hij na de eerste wonderbare spijziging naar de berg ging om te bidden.
Het zou kunnen zijn dat Jezus deze gebeden deed op dezelfde tijden als waarop het morgen- en avondgebed in de tempel plaats vonden. Zeker is, volgens Lukas 23, dat Hij Zijn laatste kruiswoord uitsprak op de negende ure. Dat was het moment waarop in de tempel het middagoffer werd gebracht en de priester dezelfde woorden uit Psalm 31: 6 citeerde: "In Uw handen beveel Ik mijn geest".
Verder blijkt uit Handelingen 2 dat de volgelingen van Jezus op de Pinkstermorgen op het uur van het morgengebed in de tempel zijn. Petrus zegt immers in zijn toespraak: "...deze zijn niet dronken, gelijk gij vermoedt; want het is eerst de derde ure van de dag".

En in Handelingen 3:1 staat, dat Petrus en Johannes samen naar de tempel gingen, 'omtrent de ure des gebeds, zijnde de negende ure'.

Zo blijkt uit de Bijbel dat de gelovigen uit het Oude en Nieuwe Testament de gewoonte hadden om op vaste tijden te bidden. Dat betekent niet dat er geen ruimte zou zijn voor spontane gebeden. Natuurlijk mogen wij God aanroepen op elk moment dat wij daar behoefte aan hebben. Maar als het alleen op die momenten aan zou komen, zouden we het volgens Calvijn op den duur helemaal niet meer doen. Wilhelmus à Brakel zegt hierover dat het aanhouden van vaste tijden ons brengt en houdt in een voortdurende gemeenschap met God. Hij schrijft: "Die lust heeft aan een vaste staat, aan gedurige gemeenschap met God, aan hoger verlichtingen en ondervindingen, aan een bestendige vreze Gods, die houde zich stipt aan de tijd der oefening, en hij late zich er niet van afhouden; want de duivel legt daar zeer op toe" (Redelijke Godsdienst, deel II, p.384).

In deze tijd zou ieder voor zichzelf de afweging kunnen maken wat voor hem of haar de beste tijd(en) is (zijn) om stille tijd te houden. Hier wordt met stille tijd dan bedoeld een bepaalde tijd die we speciaal reserveren voor persoonlijke bezinning. De één zal er voor kiezen om 's morgens op tijd op te staan, zodat er tijd is voor Bijbellezen en gebed. Een ander zal het liever 's avonds doen. Als dat dan aan het begin van de avond gebeurt, is de kans minder groot dat iemand onder het lezen al half in slaap valt. Zo is er voor velen wel een geschikt moment te vinden als er bewust naar gezocht wordt. En natuurlijk blijven daarnaast de andere momenten van Bijbellezen en/of gebed bestaan. Hierboven werd al het bijbelse voorbeeld van 's morgens, 's middags en 's avonds genoemd, en Calvijn kiest bijvoorbeeld voor gebed 's morgens voor het werk, voor en na het eten en 's avonds.

Gebedshouding

Niet alleen tijd nemen voor gebed, Bijbellezen en dergelijke is belangrijk om ons te kunnen concentreren. Met name bij het bidden kan ook onze houding daarbij helpen. In de Bijbel komen verschillende gebedshoudingen voor. Men bad met opgeheven handen, knielde of stond tijdens het bidden. Ten tijde van het Nieuwe Testament was staan het meest gebruikelijk, ook bij vergaderingen en in de synagoge. In onze tijd daarentegen wordt het meest zittend gebeden, zoals ook meestal zittend vergaderd wordt.
Belangrijk hierbij is de vraag, hoe wij ons het beste kunnen concentreren op de persoonlijke omgang met de Heere. Misschien is het wel zo dat een geknielde houding over het algemeen de beste concentratie geeft. Onze lichaamstaal maakt op die manier als het ware duidelijk dat er op dat moment geen plaats is voor invloeden van buiten af, en dat wij inkeren tot onszelf en zo vanuit ons binnenste kunnen spreken met God. Een tekst die hierover spreekt is bijvoorbeeld Psalm 95:6 :"Komt, laat ons aanbidden en nederbukken; laat ons knielen voor de Heere, Die ons gemaakt heeft". Het is in ieder geval niet zo dat het niet uitmaakt welke houding we aannemen! Onze geest is verweven met ons lichaam; zij beïnvloeden elkaar.

Leren en oefenen

Wat hierboven geschreven is, zou de indruk kunnen wekken dat het houden van stille tijd puur een kwestie van regels en vormen is. Iemand zou de bedenking kunnen opwerpen dat er geen plaats lijkt te zijn voor spontaan zoeken naar gemeenschap met God. En het moet toch zo zijn dat wij er behoefte aan hebben om de Heere te zoeken; het moet toch met het hart gebeuren?

Het is inderdaad zo dat de levende omgang met God een zaak is van het hart. Iemand heeft ergens gezegd: "Laten we proberen ons te bepalen bij een gedachte, die uitdrukt wat ook het knielen, de gevouwen handen en de gesloten ogen verbeelden: diepe afhankelijkheid, die beseft dat wij alles van God moeten ontvangen, dat ook ons gebed tot Hem door Zijn Heilige Geest in ons gewekt moet worden". En het is ook zo dat voor spontane uitgangen van het hart naar Hem zeker plaats is. Zo kende Israël naast voorgeschreven offers zijn vrijwillige offers: dankoffers, lofoffers, offers bij het doen van een gelofte, en brandoffers om de totale overgave aan God tot uitdrukking te brengen. Zo deed Hanna een gelofte: als God haar een zoon zou schenken, dan zou zij die aan de Heere geven (Richt. 11:30). Ook van Paulus lezen we dat hij een gelofte beloofd had (Hand. 18: 18). Maar aan de andere kant geldt dat vaste regels en gewoonten ons tot steun kunnen zijn in onze persoonlijke stille tijden. Daartoe gaf de Heere het volk Israël ook Zijn inzettingen. Denk aan de grote feesten, drie keer per jaar in het heiligdom. Denk ook aan de sabbat, het feest van de nieuwe maan en de grote verzoendag. En telkens weer verbond Hij aan het houden daarvan Zijn zegen (zie bijvoorbeeld Deut. 11: 13-15).

Aan het voorbeeld van de Heere Jezus is te zien dat zelfs Hij Zich bewust afzonderde om te gaan bidden. Hoe nodig is het dan voor ons, zondige mensen, bondgenoten van de duivel met een hart vol vijandschap, de dagelijkse omgang met God te zoeken. Wij kunnen vanuit onszelf niet bidden zoals het hoort. Gods Geest alleen kan ons in alle waarheid leiden, luist in ons bidden.

Dit sluit de oefening tot het gebed niet uit, maar juist in. Het is goed om ons vóór te bereiden op het houden van stille tijd. Vragen die wij onszelf kunnen stellen zijn bijvoorbeeld:

  • Hoe kan ik er voor zorgen dat er in mijn leven tijd is voor het bezig zijn met de dingen van God?
  • Hoe zou ik stille tijd kunnen houden?
  • Waarvoor moet ik bidden?

Bij de invulling van stille tijd vragen drie elementen onze aandacht, namelijk gebed, Bijbellezen en meditatie. Wanneer we er vaker tijd voor nemen, zullen we er beter achter komen hoe we ons het beste kunnen concentreren. Wat een geschikt hulpmiddel is bij het Bijbellezen, hoe we het best een ordelijk gebed kunnen bidden, enzovoort.

Opvallend in de resultaten van de eerder genoemde zomerkamp-enquête is dat er een bepaalde groep jongeren bestaat die zegt nog wel te bidden, maar niet voor zichzelf in de Bijbel te lezen. Toch kan het een niet zonder het ander. God komt juist tot ons door Zi|n Woord en het gebed kan daarop dan antwoord zijn. Omgekeerd is het ook zo dat het gebed nodig is om de Heilige Geest, Die ons in alle waarheid leidt. Zo alleen kan Gods Woord op de goede manier begrepen worden. De dichter bad: geef mij verstand met Goddelijk licht bestraald. Een kort gebed vooraf kan ook de innerlijke rust geven die nodig is om zich te kunnen concentreren. Het gaat bij het stil zijn voor God meer om luisteren dan om studeren. Een voorbeeld hierbij is dat van Samuël: 'Spreek, want Uw knecht hoort'. Zo'n luisterhouding komt ook tot uitdrukking in het nadenken, het mediteren over een bepaald Bijbelgedeelte. De vraag die daarbij centraal staat, is: Wat heeft dit gedeelte van Gods Woord mij persoonlijk te zeggen?

Hulpmiddelen

Allerlei hulpmiddelen kunnen hierbij gebruikt worden. Een dagboek kan een hulpmiddel zijn om de Bijbel 'systematisch' door te lezen, evenals een Bijbelrooster. Dat kan ons ervoor bewaren om gedeelten uit Gods Woord over te slaan, doordal we op goed geluk maar wal. grasduinen. Het is ook mogelijk om te beginnen met een bepaald Bijbelboek, bijvoorbeeld een van de Evangeliën, en dat in zijn geheel door te nemen. Een dagboek geeft ook vaak een aanzet tot het overdenken van Gods Woord.

Vanzelfsprekend kan er ook gedacht worden aan de kanttekeningen bij de Statenvertaling, of een Bijbelverklaring, om wat dieper te graven in de Schrift.

Er zijn mensen die al schrijvend mediteren. Zo kan men vluchtige gedachten beter vast houden. Het is dan ook mogelijk om het 'geleerde' later nog eens over te lezen.

Als laatste wordt aandacht gevraagd voor het vasten als een bijzondere manier om zich op God en Zijn Woord te richten. Het is iets wat in de Bijbel meermalen genoemd wordt (zie Lev. 16: 29-31, Ezra 8: 23, Luk. 2: 37). Ook mensen als Calvijn en later W. Teellinck en W. à Brakel spoorden aan tot vasten. Calvijn had er mildere opvattingen over dan bijvoorbeeld Teellinck en à Brakel. Het was voor Calvijn een zaak van middelmatig gewicht, die nuttig kon zijn in bijzondere, openbare noodsituaties. Overigens bestaat er overeenstemming over het doel van het vasten. Het is bedoeld om zich te oefenen in drie dingen:

  • De verootmoediging over onze zonden.
  • De overdenking van onze verzoening met God door de gerechtigheid van onze Heere jezus Christus. De vrucht daarvan is heiligmaking.
  • De aanroeping van Gods naam. (ds. M. Golverdingen: Avonden met Teellinck, blz. 101)

Er zijn mensen die het vasten beschouwen als iets van vroeger. Anderen pleiten voor een milde vorm van vasten bij rampsituaties, bij belangrijke beslissingen in het persoonlijke leven en bij grote geestelijke nood. Daarbij ligt de nadruk op het persoonlijke vasten. (Zie boek van ds. Golverdingen.) Volgens Calvijn vasten wij 'wanneer wij van onze gewone levenswijze iets afnemen, of voor een dag of voor een bepaalde tijd, en ons een ingetogenheid opleggen in tevensmiddelen, die wat nauwer en strenger is dan de gewone. Dat is in drie dingen gelegen, namelijk in de tijd, in de hoedanigheid der spijzen en in het spaarzaam gebruik ervan. Met de tijd bedoel ik, dat wij nuchter die handelingen volbrengen, terwille van welke het vasten bepaald wordt. Bijvoorbeeld, wanneer iemand ter wille van het algemene gebed vast, dat hij dan daartoe komt zonder gegeten te hebben.'Met de hoedanigheid bedoelt Calvijn 'dat alle lekkernijen afwezig zijn en wij, met gewone en eenvoudiger spijze tevreden, het gehemelte niet strelen met fijne spijzen. Het rekening houden met de hoeveelheid bestaat daarin, dat wij kariger en lichter eten dan gewoonlijk, slechts zoveel als nodig is, maar niet ook tot genot. '(ds. M. Colverdingen, pag. 104) Kortom, vasten betekent dat wij niet of alleen het hoognodige eten, en dan nog iets heel gewoons, als wij ons in een bijzondere situatie met een speciale bedoeling willen verootmoedigen en tot God willen bidden.

Net als Paulus doet Calvijn de aanbeveling dat de gelovigen, als zij willen vasten, zich zullen onthouden van geslachtsgemeenschap, zodat zij zich beter kunnen wijden aan gebed en vasten. Voor het overige moeten wij ons normale leefpatroon niet wijzigen. De Heere Jezus zegt: "Maar gij, als gij vast, zalf uw hoofd, en was uw aangezicht; opdat het van de mensen niet gezien worde, als gij vast, maar van uw Vader, Die in het verborgen is; en uw Vader, Die in het verborgen ziet, zal het u in het openbaar vergelden" (Matth. 6: 17, 18).


Wenken voor het indelen van stille tijd

  • Neem bijvoorbeeld een half uur, of om te beginnen een kwartier. Neem je voor om het op een bepaalde tijd te doen: dan en dan...
  • Vervolgens: wat doe ik in dat kwartier?
  • Beginnen met een kort gebed om Gods hulp en om stilte van binnen. Of met het Onze Vader om de gedachten te richten op God.
  • Daarna Bijbelgedeelte lezen aan de hand van een dagboek. Dagboekstukje erbij lezen.
  • Nadenken over wat het jou te zeggen heeft.
  • Gebed om de ver vulling ervan in je eigen leven, 's Morgens: ook bidden om hulp voor de dag. 's Avonds: ook danken voor Gods zorg, en bidden om bewaring .

"Zeker, dat gebedsleven is er maar niet elke dag van het jaar. Dat leven werkt niet automatisch. Daarvoor ligt het te teer en heilig. Het hart kan zo koud zijn, dat er geen gebed uit kan. En de hemel kan zo gesloten zijn, dat er geen gebed door kan.

De ware bidder moete het tot zijn schande en tot zijn smart hoe langer hoe meer leren, dat hij niet bidden kan. Dan wordt het zoals iemand zei'.

Ik had m'n handen beide,
in stilte in de nacht,
geheven naar de hemel,
gevouwen en gewacht....
ik kon niet meer vragen, klagen,
ik kon niet meer gewagen
hoe arm m 'n ziele was.

En toch, zelfs het ongeluk, in de binnenkamer wil zo iemand niet ruilen voor al het geluk in de wereld. Liever daar ongelukkig dan in de wereld gelukkig. Dan wil Daniël liever de leeuwenkuil in dan de binnenkamer uit.

Heeft u ook een binnenkamer, lezer? Als de vloeren van uw huis eens konden spreken, zouden ze dan kunnen getuigen van buigende knieën? Zou u de muren van uw huis als getuigen durven inroepen, als het gaat over het leven des gebeds ? AIs uw deuren eens konden spreken, zou hun dan gevraagd worden of ze wel eens achter u gesloten worden?

Wees eens eerlijk, wat zouden uw muren en deuren dan moeten zeggen? De Heere heeft lust tot waarheid in het binnenste. En daarom is dat een zaak, die alleen maar bekend is aan God en uzelf. Hoe staat u dan bij God bekend?"

Ds. F. Bakker in: Gebedsgestalten


Over het gebed zelf zou ook heel wat geschreven kunnen worden. Ontelbaar veel vragen zijn erover te stellen. De discipelen vroegen het al aan de Heere Jezus: "Heere, leer ons bidden".

Veel moeilijkheden kunnen zich voordoen bij het bidden: hoort God eigenlijk wel?;
Mag je als onbekeerd mens bidden?;
Waar mag je om vragen?
Er is echter al zoveel goeds over geschreven, juist ook om in praktische situaties te helpen bij het bidden, dat hier volstaan wordt met een verwijzing naar de literatuuropgave.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 mei 1995

Mivo +16 | 24 Pagina's

Stille tijd houden, maar hoe?

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 mei 1995

Mivo +16 | 24 Pagina's