JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

1. Het codicil

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

1. Het codicil

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

"Geven na leven doet leven". Dit is de titel van de wervingsfolder die uitgegeven wordt door de Stichting Orgaan- en Weefseldonorwerving.

"Al meer dan 2 miljoen Nederlanders dragen een donorcodicil bij zich".

Dat is een met de hand geschreven verklaring waarmee de drager of draagster te kennen geeft na zijn of haar dood organen* en /of weefsels* ter beschikking te stellen voor transplantatie. "Wie helpt u?" Brandwondpatiënten, nierpatiënten, kinderen met een groeistoornis, blinden. De invulling van het codicil moet met eigen hand gebeuren.

De donor moet aan een aantal voorwaarden voldoen.

- Indien hij minderjarig is, moeten zijn ouders mede ondertekenen.

- Het codicil moet altijd gedragen worden, bewaard bij autopapieren of in de portefeuille.

- Het is wenselijk de naaste omgeving in kennis te stellen van het feit dat er een codicil geschreven is.

Uit de folder blijkt dat 98% van de Nederlanders het "een mooie gedachte" vindt om door het afstaan van organen andere mensen te kunnen helpen. Dat is een respektabel percentage. Toch moeten we ons afvragen of het afstaan van organen bijbels gezien geoorloofd is. Er rijzen dan verschillende vragen:

Hebben wij het recht eigenmachtig over ons lichaam te beschikken?

Mogen wij ons lichaam 'verminken' na het sterven? Mogen wij onze organen onttrekken aan de vertering waaraan ons lichaam na de dood wordt prijsgegeven?

En als we deze vragen bevestigend kunnen beantwoorden: wanneer mag men overgaan tot orgaanuitneming? Is het ethisch" verantwoord om de gewenste organen weg te nemen voordat de kunstmatig op gang gehouden adem haling en bloedsomloop zijn beëindigd 9

Het is niet mogelijk om op al deze vragen een pasklaar antwoord te geven, maar wel is het mogelijk om bezinnend met dit onderwerp bezig te zijn. Van belang daarbij is om de verschillende gegevens op een rijtje te zetten

- de medische achtergronden van orgaantransplantatie (hoofdstuk 1. 2 en 3)

- de bijbelse gegevens over het leven en het lichaam (hoofdstuk 4)

- argumenten van voor- en tegen standers (hoofdstuk 5).

Orgaantransplantatie

Onder transplantatie wordt in de geneeskunde verstaan het overbrengen van weelsels en organen van de ene plaats naar de andere.

De meest bekende vorm is de transplantatie waarbij organen en weefsels van de ene mens op de andere worden overgebracht. Maar ook andere transplantaties zijn mogelijk.

De transplantaties kunnen in drie kategorieën verdeeld worden:

- autotransplantatie Dit is een transplantatie binnen het eigen lichaam (autos = zelf). Deze vorm geeft weinig moeilijkheden. Er is namelijk geen afstotingsgevaar.

Autotransplantatie wordt voornamelijk bij huid en bloedvaten toegepast. Een voorbeeld hiervan is een huidtransplantatie bij een patiënt met brandwonden: een gedeelte van de gezonde huid wordt verwijderd en op het verbrande gedeelte van het lichaam geplaatst.

homotransplantatie: Hierbij worden weefsels en organen overgeplant van de ene mens op de andere (homo = mens).

Iemand staat bijvoorbeeld zijn nier af aan een andere persoon.

De patiënt is op zijn medemens aangewezen omdat deze zijn/ haar orgaan of weefsel beschikbaar moet stellen. Deze transplantatie kan moeilijkheden geven als het lichaam van de patiënt een afweerreaktie* op de lichaamsvreemde* stoffen geeft, met als gevolg afstotingsverschijnselen.

heterotransplantatie: De organen van dieren wordeh overgebracht op mensen (hetero = de andere). Deze vorm is vrij uitzonderlijk. Er is eens een bavianenhart ingeplant bij een pasgeborene met een hartafwijking.

Deze vorm van transplantatie levert vele moeilijkheden op omdat het verschil tussen de weefsels nog veel groter is dan bij de mensen onderling. Er worden ook wel dierlijke weefsels gebruikt voor de fabricage van prothesen*, zoals kunstkleppen voor het hart. Omdat gebruik wordt gemaakt van geprepareerd (dood) dierlijk materiaal kunnen we hier eigenlijk niet spreken van een transplantatie in de eigenlijke zin van het woord.

De organen en weefsels die in Nederland in aanmerking komen voor transplantatie zijn:

De nier

De nieren zorgen ervoor dat via de urine de afvalstoffen ons lichaam kunnen verlaten. Als de nieren niet of slecht funktioneren hopen de afvalstoffen zich op in het lichaam, waardoor het lichaam als het ware vergiftigd wordt.

Gelukkig bestaat er een methode om deze afvalstoffen op een andere manier kwijt te raken. Dit gebeurt door middel van dialyse: het bloed van de patiënt wordt gedurende 4 tot 6 uren door een apparaat geleid dat er voor zorgt dat de afvalstoffen uit het bloed worden verwijderd. Dit 'spoelen' moet 2 a 3 keer per week gebeuren. In Nederland zijn ongeveer 2300 dialyse-patiënten. Een aantal van deze mensen zou door een niertransplantatie weer een 'normaal' leven kunnen leiden. Bij deze transplantatie kan zowel een orgaan van een levende als van een gestorven donor worden gebruikt.

De huid

Huidtransplantatie kan soms, menselijkerwijs gesproken, een patiënt met ernstige brandwonden het leven redden. Vaak kan ook een ernstige verminking worden voorkomen.

Het hoornvlies

Het hoornvlies is een vlies dat het oog beschermt en licht doorlaat.

Ieder jaar worden er honderden blinden of mensen met gezichtsproblemen door een hoornvliestransplantatie geholpen.

De lever

De lever is een gecompliceerd orgaan waarvan ongeveer 500 funkties bekend zijn. De laatste jaren worden er steeds meer levers getransplanteerd, met name bij mensen met een ernstige leverziekte waarbij andere behandelingsmethoden geen uitkomst meer kunnen bieden.

Beenmerg

Beenmergtransplantatie is technisch gezien eenvoudig maar er zijn ernstige immunologische* problemen.

Behalve de afweerreaktie van de ontvanger tegen het getrans planteerde weefsel (=transplantaat) reageert ook het transplantaat tegen de ontvanger.

Het bloed

Bloedtransfusie is een vorm van weefseltransplantatie, want bloed is een vloeibaar weefsel.

De bloedvaten

Transplantatie van bloedvaten kan zowel auto- als homotransplantatie zijn. Het gebeurt echter steeds meer dat men kunststof buisjes en kunstvezels als vervangingsmateriaal gebruikt.

Alvleesklier

De alvleesklier maakt een spijsverteringssap. dat helpt bij de voedselvertering. Ook worden er hormonen gemaakt, onder andere die het suikergehalte van het bloed regelen Mensen met een bepaald type suikerziekte, die bloedvaten, nier en netvlies ernstig aantast, kunnen geholpen worden met een donor-alvleesklier.

Het hart

Het hart is een holle spier waar bloed doorheen gaat. Door het samentrekken van de hartspieren wordt het bloed door het lichaam gepompt. Het hart zorgt dus voor de bloedcirculatie. Transplantaties kunnen verricht worden bij hartklepafwijkingen en aangeboren hartafwijkingen.

De long

In ons lichaam wordt er door de longen zuurstof opgenomen en kunnen afvalstoffen het lichaam verlaten. De mens heeft twee longen.

Als een long weggenomen wordt, is de andere long niet in staat de gehele funktie van de weggenomen long over te nemen. Bij sommige ernstige longziekten dreigt het lichaam een tekort aan zuurstof en een overmaat aan koolzuurgas te krijgen. Dat heeft gevolgen voor het hart. Een hart-longtransplantatie kan dan levensreddend zijn.

De botten

Botten, kraakbeen, pezen en zenuwen kunnen ook getransplanteerd worden. En de ontwikkelingen zijn nog lang niet ten einde. Men experimenteert ook met ledematen, de dunne darm en hersenweefsel. Ook gaan er stemmen op om organen van geaborteerde vruchten te gebruiken voor transplantatie.

Transplantaties kunnen problemen geven: in de eerste plaats vormt de afstotingsreaktie een zeer groot probleem. Het lichaam van de ontvanger ervaart het nieuwe geïmplanteerde orgaan als lichaamsvreemd. Daarom wil het lichaam dit orgaan afstoten door het maken van antistoffen". Het lichaam maakt minder antistoffen als het orgaan of weefsel veel overeenkomsten vertoont met het eigen lichaam.

Het gaat hier om typische eigenschappen van het weefsel, namelijk de antigenen. Iemand die een orgaan van een familielid ontvangt zal dit orgaan waarschijnlijk minder snel afstoten omdat het overeenkomsten kan vertonen met het eigen weefsel. Een identieke tweeling levert natuurlijk het beste resultaat op. Afstotingsreakties kunnen tegengegaan worden door het gebruik van medicijnen. Anders zal het orgaan toch weer verwijderd moeten worden en zal er een nieuw orgaan nodig zijn.

Een ander medisch probleem is de tijd dat de organen buiten het lichaam nog gebruikt kunnen worden. Deze tijd is erg kort. Wanneer er geen bloedtoevoer is, vervallen de organen zeer snel. Voor de lever is deze tijd 15- 20 minuten, voor de nieren 50 - 100 minuten en voor de huid en het hoornvlies 6 uur. De tijd kan verlengd worden m.b.v. technieken. Van groot belang is ook de bewaartemperatuur. Bij 37 graden Celsius is de bewaartemperatuur zeer kort. Organen worden bij voorkeur bij intacte bloedcirculatie uitgenomen, dat wil zeggen als het bloed nog rondgepompt wordt, hetzij door het hart zelf, hetzij kunstmatig door een hart-long-machine.


Geschiedenis

Transplantatie is eigenlijk iets van de laatste (tientallen) jaren. Toch hielden reeds in de

Toch hielden reeds in de vroege oudheid de Egyptenaars, Indiërs en Chinezen zich al bezig met huidtransplantaties. In 1877 vond er een hoornvliestransplantatie plaats. Het aantal transplantaties van bloed (bloedtransfusie) nam na 1900 enorm toe. In de jaren vijftig werden de eerste niertransplantaties uitgevoerd, en in Nederland gebeurt dit sinds 1966. Vanaf 1983 worden in Nederland ook harttransplantaties uitgevoerd. Sommige transplantaties

komen vaak voor en worden routinematig gedaan. Andere transplantaties zijn nog in een experimenteel stadium. Het aantal transplantaties ié enorm toegenomen in de afgelopen jaren.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 september 1991

Mivo +16 | 28 Pagina's

1. Het codicil

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 september 1991

Mivo +16 | 28 Pagina's