3. Een gesprek met ...
Uit de gelijkenis van de zaaier en het zaad blijkt dat het van groot belang is wat je doet met het Woord van God. Daarbij maakt het niet uit of je het Woord leest of beluistert, bijvoorbeeld in een preek. Hoe sta je tegenover de kerkgang, de prediking, de catechisatie en het persoonlijk bijbellezen? Deze en nog andere vragen hebben we voorgelegd aan enkele jongeren: Dirk, Bert, Corrie, Els en Andrea. De namen die in het gesprek gebruikt worden, zijn niet de echte namen.
Wat verwachten jullie van een kerkdienst?
Andrea: Dat er begrijpelijk over het Woord wordt gesproken, dat je het kunt volgen wat er gezegd wordt. Daarbij hoop ik ook dat de Heere het Woord voor mij zegent, zodat ik kan zeggen: mijn leven is veranderd, want God neemt nu de belangrijkste plaats in.
Dirk: Ja, ik vind dat de preek voor jong en oud te begrijpen moet zijn. Het maakt niet uit of het een leesdienst is of dat er een dominee preekt.
Bert: In de kerk word je er aan herinnerd hoe fout je bezig bent. Je wordt er bij stilgezet wat dood en eeuwigheid betekent.
Jullie vinden dus de preek het belangrijkste onderdeel van de kerkdienst. Maat wat betekent de preek dan precies voor je?
Els: Dat je er iedere keer weer op gewezen wordt dat je bekeerd moet worden. Jammer genoeg gaat het iedere keer weer langs me heen.
Bert: Nou, men hoeft mij echt niet te vertellen wat er allemaal fout is: de wet en dergelijke kan ik wel dromen. Maar de wereld en de zonde trekt me meer dan de beleving van de christelijke godsdienst.
Corrie: Ik krijg door de preek vaak vertrouwen ... Het geloof wordt als het ware versterkt. Tijdens de preek krijg je onderwijs uit Gods Woord en vind je veelal rust.
Dirk: Wanneer je goed naar de preek kunt luisteren, dringt het goed tot je door. Zo neem je ook enkele woorden mee naar huis. Thuis denk je daar dan nog wel eens over na of je gaat nog wat opzoeken in de Bijbel.
Uit jouw antwoord, Dirk, zou je kunnen afleiden dat je alleen maar naar een dominee goed kunt luisteren en naar een ouderling, die een preek leest, niet.
Dirk: Ja, ik vind dat namelijk een heel verschil. Ik kan een preek van een dominee vaak veel beter begrijpen.
Andrea: Daar ben ik het wel mee eens, maar ook bij een dominee heb je wel eens een moeilijke preek, zodat je niet goed kunt luisteren. Als het goed is, maakt het geen verschil of je een ouderling of een dominee hoort, als ze maar het ware Woord verkondigen.
Corrie: Dat vind ik ook. Alhoewel ik me bij een dominee wel eerder persoonlijk aangesproken voel dan bij preeklezen.
Els: Dat komt volgens mij onder andere doordat bij preeklezen je gedachten sneller afdwalen dan bij een dominee.
Als het zondag is, bereiden jullie je dan vóór op de kerkdienst?
Dirk en Els: Nee.
Bert: Ik bereid me er helemaal niet op voor, hoewel mijn ouders dat wel zouden willen. Het is vaak haasten om op tijd in de kerk te komen, omdat het de vorige avond nogal laat is geworden.
Andrea: Toch denk ik dat een voorbereiden op de kerkdienst belangrijk is. Wanneer ik 's morgens uit bed kom, vraag ik in het gebed om Gods zegen over de preek.
Corrie: Daar ben ik het mee eens.
Praten jullie thuis wel eens na over de preek?
Andrea: Heel zelden. Als ik iets niet begrijp, vraag ik het wel aan mijn ouders en als die er niet helemaal uitkomen, vraag ik het op catechisatie.
Bert: Zulke gesprekken hebben geen zin, omdat ik toch niets zou zeggen, heb gewoon geen interesse voor het napraten over de preek. Soms weet ik me alleen het bijbelhoofdstuk te herinneren.
Dirk: Bij ons wordt er niet over de preek nagepraat.
Corrie en Els: Bij ons ook nooit.
Misschien een beetje vreemde vraag, maar stel je voor dat je ouders het niet verplicht zouden stellen om twee keer per zondag naar de kerk te gaan. Hoe vaak zou je dan gaan?
Bert: Ik zou mezelf opleggen om twee keer te gaan, omdat ik bang ben dat ik anders op den duur helemaal niet meer zou gaan. Daarmee vervagen dan ook andere dingen die met de christelijke levensstijl te maken hebben.
Andrea: Ik zou ook twee keer gaan, omdat je alleen bekeerd wordt wanneer je onder het Woord van God komt. Dus moet je zo vaak als je kunt naar de kerk gaan en vragen of God de prediking aan je hart wil heiligen.
Els: Ik geloof dat ik, als ik één keer zou gaan, een soort schuldgevoel zal krijgen. Zo van: waarom ben ik thuis gebleven?
Er was eens een jongen die het vertikte nog langer naar de kerk te gaan. Waarom niet naar het voetbalveld? Als ik ben uitverkoren dan haalt God me daar wel vandaan. Ben ik niet uitverkoren dan helpt al dat kerkgaan me toch niet. Maar zijn vader zei: zo moet je niet praten. Je komt er niet door je kerkgaan, dat is waar. Maar in de kerk zit je nog onder het visnet. Het is de weg der middelen, de weg van het gepredikte Woord. In de prediking is er samenwerking tussen Woord en Geest. De Geest bindt Zich aan het Woord. Zo heeft het God behaagd. Niet dat God is aangewezen op de middelen, maar wij zijn het. "Daaruit begrijpen wij gemakkelijk, dat men zich naarstig moet toeleggen op het lezen en horen der Schrift, indien men enig nut en enige vrucht wil ontvangen van de Geest Gods" (Calvijn in zijn "Institutie", I, IX, 2)
Tijdens de catechisatie wordt, wel is waar op een andere manier, het Woord van God gebracht. Wat is voor jullie het doel van de catechisatie?
Bert: Om later belijdenis te doen.
Corrie: Om onderwijs in Gods Woord en in de leer van de kerk te krijgen en ook om tegenover anderen erover te leren praten.
Andrea: Ja, bijvoorbeeld over vragen als: Waarom ben je lid van die kerk?
Els: Ik vind het belangrijk dat de leraar (degene die catechisatie geeft) jongeren begrijpt, zodat je door vragen te stellen, veel kunt leren.
Vinden jullie catechisatie fijn?
Dirk: Ik ga er niet met tegenzin naar toe.
Andrea: Ik kan niet zeggen dat ik het fijn vind, maar het is ook niet naar.
Els: Het is meer een sleur geworden, je denkt er eigenlijk nooit over na of je het fijn vind of niet. Het is trouwens wel gezellig hoor, je blijft nog eens wat napraten.
Bert: Ik ga wel naar de catechisatie, maar dan meer voor de gezelligheid dan voor de boodschap die wordt gebracht.
Nog even iets anders: als je in de Bijbel leest, wordt het zaad van het Woord ook gestrooid. Wie van jullie leest nooit voor zichzelf uit de Bijbel?
Els: Eerlijk gezegd neem ik er nooit de tijd voor.
Bert: De motivatie ontbreekt gewoon bij me. Ik kan de moeite niet opbrengen om aandachtig te lezen, 's Avonds pak ik liever een ander boek of ga direct slapen. 's Morgens is het altijd haasten om op tijd te zijn. Het lijkt wel of ik er totaal geen behoefte aan heb, terwijl het toch heel nuttig is.
Andrea, Dirk en Corrie, jullie lezen wel voor jezelf uit de Bijbel. Waarom doe je dat?
Andrea: Als ik voor mezelf lees, denk ik er veel dieper over na. Wanneer ik iets niet snap, dan kan ik het nog eens lezen of er iets over opzoeken.
Dirk: Wanneer ik behoefte heb aan het lezen uit de Bijbel en ik lees een willekeurig stukje, in alle rust, dan dringt het goed tot me door en denk ik er sneller over na.
Corrie: Ik vind dat je door persoonlijk bijbellezen jezelf leert kennen, maar ook God leert kennen. Het is voor mij vaak een soort van troost en vertrouwen zoeken.
Alles bij elkaar hebben we heel wat gehoord. Misschien kunnen anderen eruit leren: hoe het wel moet, hoe het niet moet of hoe het beter zou kunnen. In ieder geval willen we jullie hartelijk dankzeggen voor jullie reakties.
Dit gesprek is bedoeld om op de vereniging verder over te praten. Ongetwijfeld zal dit stof genoeg opleveren om te komen tot een gesprek.
Het Woord verbreekt óf het verhardt. Het is een reuke des levens ten leven óf het is een reuke des doods ten dode. Maar het Woord doet altijd wat. Je gaat de kerk nooit zo uit als je er in gekomen bent. Wat een grote verantwoordelijkheid voor de hoorders! Toen de Hoge Raad zich verhardde onder de prediking van Stefanus, zei deze: "Gij wederstaat altijd de Heilige Geest" (Hand. 7:51).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 februari 1986
Mivo +16 | 24 Pagina's
