JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

2. De Bijbel aan het woord

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

2. De Bijbel aan het woord

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er wordt weleens beweerd dat de Bijbel geen antwoord geeft op de vraag of cremeren toegestaan is of niet. Toch zijn er voldoende Schriftgegevens die aantonen dat crematie een onchristelijke vorm van lijkbezorging is. In dit hoofdstuk laten we de Bijbel aan het woord.

 

De begrafenis nam onder het volk Israël een grote plaats in. Denk maar aan Abraham. Hoeveel moeite deed hij niet om een graf te kopen, waar hij zijn overleden vrouw, Sara, zou kunnen begraven (Gen. 23).

Van Jozef lezen we dat hij speciale instrukties gaf om na zijn dood en na de uittocht uit Egypte zijn beenderen mee te voeren naar Kanaan (Gen. 50 : 25).

 

Begraven

Het was een schande wanneer het lichaam van de overledene onbegraven zou blijven. Dit blijkt wel uit de woorden van Goliath (1 Sam. 17:44) en van David (vers 46).

Dat de doden begraven worden, is in de Bijbel een vanzelfsprekendheid. Dit blijkt wel wanneer we Gods Woord aan het woord laten.

Gen. 3:19: "In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten, totdat gij tot de aarde wederkeert, dewijl gij daaruit genomen zijt; want gij zijt stof en gij zult tot stof wederkeren".

Jes. 26:19: "Uw doden zullen leven, ook mijn dood lichaam, zij zullen opstaan".

Ezech. 37:1-14: In dit gedeelte wordt de opstanding beschreven als "Ik zal zenuwen op u leggen, en vlees op u doen opkomen, en een huid over u trekken, en de geest in u geven, en gij zult levend worden; en gij zult weten, dat Ik de HEERE ben" (vers 6). De beenderen blijven dus bestaan.

Dan. 12:2: "En velen van die, die in het stof der aarde slapen, zullen ontwaken".

Matth. 27:52: "En de graven werden geopend..."

Rom. 8:23: Hier spreekt Paulus over "de verlossing onzes lichaams" waar hij doelt op de opstanding van de doden.

1 Kor. 15: In dit hoofdstuk gaat het niet in de eerste plaats over het begraven, maar over de opstanding uit de doden. Het beeld van de graankorrel, dat Paulus hier gebruikt, is verhelderend wanneer we denken aan het begraven van de doden.

Filip. 3:21: "Die ons vernederd lichaam veranderen zal, opdat hetzelve gelijkvormig worde aan Zijn heerlijk lichaam, naar de werking, waardoor Hij ook alle dingen Zichzelven kan onderwerpen".

 

Verbranden

Het woord "crematie" komt in de Bijbel niet voor. Wel wordt er gewezen op verbranding, maar dan altijd in negatief verband.

Lev. 21:9: "Als nu de dochter van enigen priester zal beginnen te hoereren, zij ontheiligt haar vader, met vuur zal zij verbrand worden".

Num. 16:35: Als straf op de zonde werden 250 mannen door vuur verteerd.

1 Kon. 13:2: Als straf kondigde God aan dat de beenderen van de heidense priesters zouden worden verbrand.

2 Kon. 23:16-19: Josia graaft de beenderen van de heidense priesters op en verbrandt deze. Dit als straf na de dood en als vervulling van 1 Kon. 13:2.

Jer. 16:4: Het is een straf wanneer het lijk van iemand "tot mest op den aardbodem" zal zijn.

Dan. 6:25: Hier wordt gesproken over het "vermorzelen" van de beenderen, wat als grote straf werd gezien.

Amos 2:1-3: De Heere toornt in dit Bijbelgedeelte over de mensen die de beenderen van de doden hebben verbrand.

 

Geen begrafenis, een schande

In de Bijbel wordt op enkele plaatsen gesproken over mensen die niet begraven worden.

Ps. 79:3: "Zij hebben hun bloed rondom Jeruzalem als water vergoten; en er was niemand, die hen begroef".

Pred. 6:3: Hier wordt gesproken over een man die veel had ontvangen. Zijn ziel werd echter niet verzadigd met het goed en hij had geen begrafenis. "Ik zeg dat een misdracht beter is dan hij".

Jes. 14:19 en 20: Hier wordt een verschrikkelijke boodschap over Babel uitgesproken.

 


Zie PDF voor foto van strooiveld. Gods oordeel was: "zij zullen pijnlijke doden sterven, zij zullen niet beklaagd worden, zij zullen tot mest op den aardbodem zijn ..." (Jer. 16:4). Vergelijk dit eens met een "strooiveld" bij een crematorium in onze tijd. Foto: dhr. B. de Jong.


 

Conclusie

Uit de verschillende Schriftgegevens kan het volgende geconcludeerd worden:

1. Crematie, zoals die in onze tijd plaatsvindt, was in de Bijbel onbekend.

2. Er ligt een duidelijk verband tussen het begraven van de doden en het geloof in de opstanding.

3. Het verbranden van de beenderen wordt in de Bijbel gezien als een straf op de zonde van een bepaald volk of van een bepaalde persoon.

4. Het is een grote schande wanneer iemand geen begrafenis heeft.

Iedere zondag wordt beleden dat Jezus Christus is "gestorven en begraven, nedergedaald ter helle, en ten derde dage wederom opgestaan van de doden".

Ziende op Hem is het mogelijk om in art. 11 en 12 te belijden: "Ik geloof in de wederopstanding des vleses, en een eeuwig leven".

Uit al deze gegevens blijkt dat we op bijbelse gronden crematie nooit kunnen goedpraten. Integendeel, lijkverbranding moet worden afgewezen.

 


Lees 1 Korinthe 15:35 t/m 42 aandachtig door!

Artikel 11 van onze apostolische geloofsbelijdenis is een bekende klank in onze oren geworden. We horen het iedere zondag voorlezen en we belijden daarin het geloof in de wederopstanding des vleses.

Paulus gaat in dit bijbelgedeelte met de Korinthiërs spreken over de opstanding uit de doden. Sommige mensen in de gemeente meenden dat er wel een opstanding uit de doden bestond, maar alleen geestelijk en geen lichamelijke opstanding. Achtergrond van deze visie was dat het geestelijke in de mens hoog gewaardeerd en het lichamelijke veracht werd.

35. Paulus weet dat de vraag in de gemeente leeft hoe het mogelijk is dat de doden opgewekt zullen worden. Met welke middelen zal dat gebeuren, welke kracht en welke macht is daarvoor toereikend?

Nu Paulus weg is, sluipt de invloed van de Griekse wijsgerige omgeving weer binnen. Een lichamelijke opstanding uit de doden past niet binnen de Griekse filosofie.

Sommige gemeenteleden vragen dan ook: "Hoe zullen de doden opgewekt worden en met hoedanig een lichaam zullen zij komen?'

36. Het antwoord van Paulus op dit soort vragen is eenvoudig en doeltreffend. Hij neemt een voorbeeld uit de natuur. 

Het zaad dat de landman zaait, wordt pas levend nadat het gestorven is. 

Dwaas zijn ze, dat ze daar niet aan gedacht hebben! God laat toch steeds opnieuw zien dat Hij door de dood heen het nieuwe leven geeft.

37. Vervolgens gaat Paulus op een aantal vragen uitgebreider in. Het zaad dat gezaaid wordt, moet eerst sterven voor het kan ontkiemen en opgroeien. De dood van het oude graan is voorwaarde voor het leven van het nieuwe graan.

Uit de dood van het oude graan zal straks het nieuwe leven uitspruiten.

38. De ene soort graan komt niet uit de andere soort voort. Wanneer de landman tarwe zaait, zal hij ook tarwe oogsten. Het zaad dat gezaaid wordt, heeft zijn eigen kenmerken. Zo is de vrucht, die straks uit het zaad zal voortkomen, voor ieder soort graan verschillend.

Er wordt een korrel in de grond gestopt, maar er komt een vrucht uit voort. Er vindt dus een grote verandering plaats.

Als uit de natuur zo duidelijk Gods almacht blijkt, zullen we dan nog langer vraagtekens mogen plaatsen bij de opstanding uit de doden?

39. Voordat Paulus naar de opstanding uit de doden gaat wijzen, geeft hij zijn lezers nog een les uit de natuur. God heeft Zijn macht betoond in de schepping. Wij spreken over "vlees", maar God heeft gewild dat ieder soort een eigensoortig vlees zou hebben. Mensen, dieren, vissen, vogels, ze hebben allemaal hun eigen wezenskenmerken in hun vlees.

40. Zo is er een groot verschil tussen hemelse en aardse lichamen. leder heeft zijn eigen heerlijkheid. De heerlijkheid van het ene is niet die van het andere. Aardse lichamen zijn niet geschikt voor de hemelse streken en hemelse lichamen zijn niet vatbaar voor de aardse omgeving.

41. Er is zelfs verschil tussen de hemellichamen onderling: zon, maan en sterren. Ze hebben ieder hun eigen heerlijkheid en hun eigen taak en plaats. En juist deze grote verscheidenheid in de natuur wil Paulus gebruiken om iets duidelijk te maken over het "hoe" van de opstanding.

42. "Hoe zullen de doden opgewekt worden en met hoedanig een lichaam zullen zij komen?" Wel, zegt Paulus, als de lichamen straks uit de doden worden opgewekt, zullen ze geschikt zijn voor de hemelse heerlijkheid. Het lichaam dat begraven wordt zal dus worden veranderd. Het wordt gezaaid in verderfelijkheid. Het lichaam ... gezaaid. De vergelijking is duidelijk. Als het zaad wordt gezaaid, wordt het onder de aarde "begraven".

Toch is dit niet het einddoel. Integendeel: straks zal er een nieuw lichaam voortkomen. Het lichaam zal worden opgewekt in onverderfelijkheid. Bij de opstanding der doden is het oude lichaam verdorven, maar dan zal een nieuw, een onverderfelijk en heerlijk lichaam bestemd zijn voor de hemelse heerlijkheid.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 november 1985

Mivo +16 | 24 Pagina's

2. De Bijbel aan het woord

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 november 1985

Mivo +16 | 24 Pagina's