De priesterlijke zegen
Toen David vluchtte voor zijn zoon bad hij of de Heere bij hem wilde zijn (Psalm 4: 7). Daarbij maakte hij gebruik van de woorden uit de priesterlijke zegen die je kunt vinden in Numeri 6.
De HEERE zegene u en behoede u.
De HEERE doe Zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig.
De HEERE verheffe Zijn aangezicht over u en geve u vrede!
David had die zegen al dikwijls in de tempel gehoord als het morgenoffer gebracht was. Nadat de priester in het heilige het reukoffer had ontstoken, kwam hij naar buiten en zegende het volk. Dat gebeurde alleen als er een dier was geofferd. Eerst moest er bloed vloeien. Toen David ver weg was van de tabernakel waar de offers werden gebracht, verlangde hij naar de zegen van God. Want die hield in dat de Heere bij hem zou zijn. "Verhef Gij over ons het licht Uws aanschijns, o HEERE!"
Ook wij horen regelmatig aan het eind van de kerkdienst de priesterlijke zegen uitspreken. Dikwijls horen we het alleen maar aan. Toch is het zo'n rijke belofte. Wat heb je nu nog meer nodig in eer nieuwe week? Als je de Heere hebt tot je deel, heb je toch alles?
Wat vind jij er van?
1. De zegen aan het eind van de kerkdienst is niet meer dan een gewoonte. Het hoort erbij.
2. ledereen die de zegen hoort aan het eind van de dienst, ontvangt die zegen ook daadwerkelijk.
Weet jij het?
Waarom moest de priesterlijke zegen uitgesproken worden, nadat het offer was gebracht?
De Joodse priesterzegen
Ook nu nog wordt in de Joodse synagoge de priesterzegen uitgesproken. Dat mag echter alleen gebeuren door een man die een afstammeling is van Aäron. Wanneer zo iemand niet in de synagoge is, kan de zegen niet uitgesproken worden. Hoe dat gebeurt, lees je hieronder.
De priesters staan met hun aangezicht naar de gemeente. Zij heffen hun handen onder hun gebedsmantels ter hoogte van hun schouders op. Bijna horizontaal uitgestrekt. Zij leggen immers de 'Naam' en daarmee de zegen op de schare. Hun vingers zijn niet aaneengesloten maar op bepaalde wijze uitgespreid. Want niet in hun gesloten handen dragen zij de zegen. Die kan slechts uit den Hoge dalen en niet uit hun handen komen. Dat moeten zij en dat moeten wij wel weten.
Uit: Joodse riten en symbolen, door rabbijn S.P. de Vries
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 oktober 1998
Mivo +12 | 24 Pagina's
