Niet zien en toch geloven
* Er zijn verschillende verklaarders die Thomas' ongeloof in verband brengen met zijn karakter. Thomas zou een zwaarmoedig karakter hebben gehad. Hij zou alles van de sombere kant hebben gezien. Deze zwaarmoedigheid van Thomas gronden ze dan op twee andere gedeelten uit de Bijbel, waar Thomas in voorkomt. Als de Heere Jezus (in Johannes 11) naar Lazarus gaat om hem op te wekken, komt de Heere Jezus in de buurt van Jeruzalem. De discipelen hebben zo hun bedenkingen daartegen (vers 8). Maar Thomas zegt dan tegen zijn medediscipelen: "Laat ons ook gaan, opdat wij met Hem sterven."
Het tweede gedeelte vinden we in Johannes 14. De Heere Jezus heeft net uitgelegd dat Hij heengaat naar het huis Zijns Vaders. Toch vraagt Thomas hier dan: "Heere, wij weten niet, waar Gij heengaat; en hoe kunnen wij de weg weten?"
* Hoewel het niet goed te keuren is dat Thomas in strikken van ongeloof was geraakt, is juist deze geschiedenis het beste bewijs dat de Heere Jezus is opgestaan. Als er alleen maar lichtgelovige mensen van de opstanding van de Heere Jezus getuigden, dan kan het getuigenis in twijfel worden getrokken. Maar nu heeft zelfs de hardnekkig twijfelende Thomas erkend dat de Heere Jezus waarlijk is opgestaan. Zelfs Thomas moest het wel geloven. Geen beter bewijs is voorradig.
* Van Thomas lezen we in het vervolg van de Bijbel niet meer. Toch is ook hij uitgegaan om het Evangelie van Jezus Christus te verkondigen. De Syrische christenen beschouwen hem als de stichter van hun kerk. Uit de tweede eeuw stamt het apocriefe boek "Handelingen van Thomas". Hierin wordt verteld dat de twaalf apostelen door middel van het lot onderling de wereldstreken verdeelden als hun terrein van werkzaamheid. Thomas zou toen (Voor-) Indiƫ toegewezen gekregen hebben. Een kleine groep zogenaamde Thomaschristenen, die men daar aantreft, is van mening, dat hun kerk door de prediking van Thomas gesticht is. De heidenen hebben hem, terwijl hij zat te bidden, met een pijlenregen doorboord. Thomas is volgens de ongewijde geschiedenis als een martelaar gestorven.
* Het is onwaarschijnlijk dat Thomas werkelijk met zijn handen de littekens gevoeld heeft. Dat was niet meer nodig. En Johannes schrijft er niet over. Een andere reden voor deze veronderstelling zien we in wat de Heere Jezus even later zegt. Hij zegt dan: "Omdat gij Mij gezien hebt" en niet "omdat gij betast hebt."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 1996
Mivo +12 | 36 Pagina's
