JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

De bekering van koning Manasse

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De bekering van koning Manasse

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Manasse wordt op jonge leeftijd koning van Juda. Hij is pas twaalf jaar als hij de regering van zijn godvrezende vader Hizkia, na diens dood, overneemt. Manasse werd geboren nadat de Heere het leven van Hizkia nog vijftien jaar verlengd had. Hizkia had het land gereformeerd nadat zijn goddeloze vader Achaz gestorven was.
Van deze reformatie blijft echter na zijn dood weinig over. Manasse maakt het onder invloed van degenen die het met het hervormingsbeleid van zijn vader niet eens waren nog erger dan tijdens de regering van zijn grootvader. Hij bouwt niet alleen weer hoogten om de afgoden te kunnen dienen, de Baäl zoals die al door verschillende koningen gediend was, maar hij aanbidt zelfs de hemellichamen: zon, maan en sterren. Deze afgodendienst neemt hij over van de Assyriërs die de sterren zagen als teken van onvergankelijkheid en vastheid. Hij gebruikt de voorhoven van het huis des Heeren om er zijn afgodsbeelden in te zetten. De beide voorhoven, zowel die van de priesters als van het volk gebruikt hij om de altaren waarop hij de hemellichamen aanbidt, een plaats te geven. Op deze manier wordt Gods heiligdom ontzettend ontheiligd. Maar dit is nog lang niet alles, want Manasse offert zelfs zijn zonen aan de afgod Molech. De Heere had dit in Leviticus 18: 21 uitdrukkelijk verboden. Daarnaast pleegt hij guichelarij en laat zich de toekomst voorspellen door het geroep van vogels en ingewanden van dieren. Ook door waarzeggers laat hij zich de toekomst voorzeggen, zoals koning Saul deed en propageert openlijk degenen die in contact staan met de duivel. Zelfs in het eigenlijke tempelgebouw, in het Heilige, zet Manasse een beeld. Zo moet de Heere plaats maken voor alles wat geen God is. Alle vrees en eerbied voor God is verdwenen. Al deze dingen verwekken de Heere tot toorn, zodat de Heere zegt: 'Als het volk niet zal doen wat Ik hen door Mijn knecht Mozes geboden heb, dan zullen ze evenals het tienstammenrijk weggevoerd worden'. 'En het volk hoorde niet', staat er, 'want Manasse deed hen dwalen'. Wat blijkt de reformatie die Hizkia tot stand gebracht had oppervlakkig geweest te zijn, anders zou het volk nu niet zo gemakkelijk hun nieuwe koning in deze zonden volgen. Degenen die Manasse niet willen volgen in zijn gruwelijke zonden worden met geweld gedwongen mee te zondigen. Door Jeremia laat de Heere weten dat Hij geduld genoeg gehad heeft (Jeremia 15: 4) en het volk zal wegvoeren. De straf van God is rechtvaardig. Het volk en haar koning zondigt nog erger dan heidense volken, terwijl het zoveel beter weet. Daarom zal het hen dubbel aangerekend worden. En het kwaad dat God over Juda zal brengen, zal zo erg zijn dat iedereen er versteld van zal staan. Beide oren zullen ervan klinken.
Ondanks alle waarschuwingen gaan koning en volk door met alle goddeloosheid. Dan volgt de straf. De koning van Assyrië komt naar Jeruzalem en neemt Manasse gevangen. Kennelijk was hij weggekropen, want men moet hem onder de doornen vandaan halen. Nu de voorzegde straf op zijn zonden komt, is Manasse bang. Dan wordt hij gebonden met koperen ketenen en weggevoerd naar Babel. De Heere laat niet met Zich spotten. Na veel waarschuwingen is Zijn geduld ten einde. Dan komt het keerpunt in de geschiedenis. In de gevangenis komt Manasse, als hij tijd heeft om over zichzelf na te denken (en hij heeft er reden genoeg voor) tot inkeer. Daar ziet hij hoe hij tegen de Heere gezondigd heeft. Dan gaat hij roepen om vergeving. 'Als hem benauwde, bad hij het aangezicht zijns Gods ernstiglijk aan en vernederde zich zeer voor het aangezicht van de God zijner vaderen'. Er is hier geen sprake van oppervlakkig bidden omdat Manasse beproeving ervaart, maar een oprecht zondeberouw. In tijden van tegenspoed zijn velen geneigd de Heere om vergeving te vragen en beterschap te beloven als men maar krijgt wat men graag hebben wil. Als dit de enige vraag is en de vraag om vergeving van zonden niet geboren wordt, is het nog een arm bidden. Zo is het bij Manasse niet. Als een boeteling die nergens recht op heeft, nadert hij tot de God zijner vaderen. Die God Die nog nooit een oprecht bidder heeft laten staan en ook nu die belofte waarmaakt. Want de Heere laat zich verbidden en hoort de smeking van Manasse. Hij erkent dat de Heere God is en dat die God de Enige is Die hem van zijn zondig leven verlossen kan. Alle andere goden die hij gediend heeft, laten hem nu in de steek. Daar is geen hulp van te verwachten. Gods Woord wordt bewaarheid: 'Keer weder tot Mij en Ik zal tot u wederkeren'. Niet alleen de zonde van Manasse wordt vergeven, maar hij mag zelfs terugkeren naar zijn eigen land. Manasse krijgt meer dan we zouden verwachten. Hij krijgt naast vergeving van zijn zonden, ook de gelegenheid om zijn zonden (voorzover mogelijk) te herstellen. Manasse mag weer terugkeren naar Jeruzalem. Als hij weer in Jeruzalem is, komt aan de vruchten van zijn leven openbaar dat zijn bekering echt is. De dienst des Heeren wordt weer in ere hersteld. Alle afgoden worden door Manasse uit de stad geworpen. Hij dient niet alleen zelf de Heere, maar geeft ook bevel aan het volk om dat te doen. Hij bouwt het altaar weer op om de Heere te kunnen offeren. Het volk gaat de Heere wel dienen, maar niet uitsluitend op de daarvoor bestemde plaatsen. Ze dienen de Heere ook op de hoogten die voorheen gebruikt werden om te offeren aan de afgoden. Na deze jaren van rust in het koninkrijk van Manasse komt ook voor hem zijn levenseinde. Hij wordt na zijn sterven niet begraven in de graven der koningen, maar in de tuin bij zijn huis, waar hij de lusthof Ofel had laten bouwen.


Ter inleiding

Dit nummer van Mivo +12 ziet er anders uit. Om het werkmateriaal beter op de doelgroep te kunnen afstemmen, verschijnt voortaan naast Mivo +12 ook Mivo +14. Mivo +12 is vooral voor de groepen van 12/13 jaar, Mivo +14 voor de groepen van 14/15 jaar. Het materiaal is echter voor beide groepen bruikbaar.
De omvang met de ledenbladen is verminderd tot vier pagina's, omdat we merkten dat er te veel informatie in stond. Voor opmerkingen houden we ons aanbevolen. Graag willen we u Gods onmisbare zegen toewensen bij het werk voor onze jongeren.

Namens Mivo +12, J. Leune

De komende nummers

Oktober
* Uit u zal voortkomen... (kerstschets)
December
* Vergeving en vergevingsgezindheid
* Mirjam
Januari
* Actieschets
Maart
* Petrus rondom Pasen
* Naäman de Syriër

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 september 1994

Mivo +12 | 32 Pagina's

De bekering van koning Manasse

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 september 1994

Mivo +12 | 32 Pagina's