Achan
Vers 1. Het verbannene: het zilver en goud, de koperen en ijzeren vaten die in Jericho waren (Jozua 6: 19). Achan betekent slang.
Vers 2. Ai lag op een berg, ongeveer 4,5 kilometer ten westen van Jericho in het deel dat bestemd was voor de stam van Benjamin.
Vers 3. We lezen hier niet dat de Heere gevraagd werd of men naar Ai op kon trekken. Of hoe groot het leger moest zijn waarmee ze op zouden trekken.
Vers 5. Schebarim: de kanttekenaren gaven het de naam verbreking omdat Israël er verslagen werd. De naam zou na de slag bij Ai pas aan deze plaats gegeven zijn.
In de afgang: tot beneden in het dal. Tot water worden: een uitdrukking voor ernstige moedeloosheid.
Vers 6. Kleren scheuren: een bekend gebruik in Israël ten teken van diepe rouw. Het stof op de hoofden werpen heeft dezelfde betekenis. Met het aangezicht op de aarde vallen: Jozua. en de oudsten voelen dat er oorzaak is voor het verlies, omdat de Heere had beloofd hen altijd te helpen. Vandaar deze uiting van vernedering.
Vers 7. Amorieten: hiermee worden alle volken die in Kanaän woonden bedoeld.
Vers 11. Israël: in dit geval Achan. Mijn Verbond: zie Jozua 6: 18.
Vers 12. De ban in het midden van hen: door het stelen had Achan zichzelf buiten het volk gesteld en zich aan de verwoesting prijsgegeven.
Vers 13. Heilig het volk: dit moest direct beginnen. Een inwendige heiliging: het hart opheffen tot de Heere. Alle bezorgdheid uitbannen en zich voor de Heere verootmoedigen. Anders zouden allerlei tijdelijke zaken de aandacht af kunnen leiden tijdens de ontmoeting met de Heere. Uitwendige heiliging: bestaande uit het wassen van de kleding en als daar geen tijd voor was in elk geval schone kleding aantrekken (Exodus 19: 10).
Vers 14. Geraakt worden door het lot: waarschijnlijk gebruikte men bij het loten witte en zwarte steentjes. Ieder die meelootte, pakte een steentje uit een zak. Wie een wit steentje had, was onschuldig. Degene die een zwart steentje pakte, was de schuldige.
Vers 15. Met vuur verbranden: dit gebeurde na het stenigen en gold als verzwaring van de straf. De schuldige werd nog strenger gestraft dan Jericho, omdat hij in het verbond stond en zichzelf erbuiten gezet heeft. Jericho stortte in, maar hoefde niet verbrand te worden.
Vers 20. Alzo en alzo: zoals in vers 11 genoemd.
Vers 21. Twee honderd sikkelen zilvers: Ruim drie kilo zilver. Voor het dubbele ervan kocht Abraham de spelonk van Efron. Gouden tong: stuk goud in de vorm van een tong, meer is er niet over bekend.
Vers 23. Voor het Aangezicht des Heeren: voor de tent der samenkomst.
Vers 24. Dal van Achor: dal de beroerte, omdat Achan Israël beroerd had.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 december 1993
Mivo +12 | 28 Pagina's
