JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Willibrord en de zending

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Willibrord en de zending

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Willibrords jeugd

Willibrord werd in 658 geboren. Als kleine jongen werd hij door zijn vader Wilgils en zijn moeder naar een klooster gebracht. Leider van dit klooster was Wilfrid, die de jonge Willibrord met zijn ideeën beïnvloed heeft. Willibrord heeft zijn leven lang een nauw contact onderhouden met Wilfrid. Willibrord was een man met een zacht karakter. Hij wist veel over de Bijbel en voelde een sterke drang om de boodschap van de Schrift aan anderen te brengen.

Zijn komst in Nederland

Het jaar 690. Een scheepje nadert de Nederlandse kust en vaart bij Katwijk de Rijn op. Voorop het schip staat Willibrord, ongeveer dertig jaar is hij. Het hart van deze man is vervuld met blijdschap. Zijn wens gaat in vervulling. Hij mag het Evangelie gaan verkondigen aan de Friezen, een volk dat nog maar weinig weet van zijn God en van de weg en het middel om behouden te worden. Wat verlangt Willibrord ernaar om deze heidenen te verkondigen dat Jezus gekomen is om zondaren zalig te maken. Willibrord gaat in Utrecht van boord. Hier wil hij zijn zendingswerk beginnen. Maar voor hij met zijn werk begint, reist hij eerst naar Rome. Daar wordt hij door de paus tot bisschop van Utrecht benoemd. Ook neemt hij relikwieën mee uit Rome. Het is jammer dat Willibrord de paus van Rome erkent en geloof hecht aan relikwieën van heiligen en martelaren. Terug in Utrecht begint hij met het verkondigen van het Evangelie. Dit is een moeilijke taak. Er zijn veel tegenslagen en het gevaar is vaak groot.

Het Wodanbeeld aan stukken

Eens is Willibrord in Zeeland. In het Zeeuwse plaatsje Westkapelle staat een groot beeld van Wodan. Dit beeld wordt door de bevolking van het hele eiland Walcheren vereerd. Ze maken bedevaarten naar het beeld en houden er heidense feesten. Eens is er zo'n heidens feest aan de gang. De priesters maken alles klaar om te gaan offeren. Plotseling klinkt een stem: 'De christenen komen'. Met boze, dreigende blikken kijken de feestvierders naar het groepje vreemdelingen dat nadert. Willibrord loopt in het midden. Medelijden vervult zijn hart. Deze heidense mensen bewijzen goddelijke eer aan een dood beeld. 'Ik zal u laten zien dat Wodan niet bestaat', roept hij. En met een hamer slaat hij met een dreunende slag het grote Wodanbeeld in stukken. 'Kijk, daar ligt nu uw god', zegt hij tegen de geschokte menigte. De Friezen twijfelen er niet aan dat Wodan met zijn bliksem deze man zal doden. En ze wachten, wachten... maar er gebeurt niets. Een van de bewakers van het beeld kan dit niet langer aanzien. Hij rent met zijn zwaard op Willibrord af en verwondt de zendeling aan zijn hoofd. Als Willibrords helpers te hulp willen schieten, houdt Willibrord hen tegen. Terwijl zijn gezicht rood ziet van het bloed, zegt hij: 'Doe die man geen kwaad, ik vergeef hem zijn daad.'
Lange tijd blijft Willibrord op Walcheren. Velen luisteren naar zijn prediking en worden tot het christendom bekeerd.

De zachtmoedige zendeling tegenover de briesende leeuw

Een van de grootste tegenstanders van Willibrord is Radboud, de koning van de Friezen. Eens gebruikt Willibrord een heilige, aan Wodan gewijde bron om drie jonge Friezen te dopen. Daarna slacht hij één van de heilige ossen die bij de bron lopen om als maaltijd te gebruiken. Woedend staan de Friezen om hem heen. 'De wraak van Fosite zal u treffen', zegt Radboud tegen Willibrord. 'Fosite is de god van de vriendschap. Mijn God is de God van hemel en aarde die in Christus Zijn enige Zoon vrede is. Hij heeft ook deze bron geschapen. Hij is sterker dan Fosite.', antwoordt Willibrord. De Friezen willen hem doden, maar koning Radboud wil het lot werpen, zodat Fosite zelf zal beflissen. Het lot wordt geworpen. Willibrord staat erbij met een glimlach op zijn gezicht. Hij heeft niets te vrezen. Gods antwoord door het lot is: 'leven'. Tot driemaal toe. Ernstig waarschuwt Willibrord deze vijand van God. 'U hebt reeds zovelen van Gods kinderen gedood. Als u hiermee niet ophoudt, zal Gods toorn u treffen tot in alle eeuwigheid.' 'Matig uw toon, vreemdeling', zegt Radboud, 'of u en uw metgezellen worden allen gedood.' Maar Willibrord antwoordt zonder vrees: 'Ik zal niet gedood worden. Uw lot heeft gesproken, mijn God heeft gesproken.' Radboud is onder de indruk van zijn woorden. 'Ga heen, ik zie dat u mijn dreigingen niet vreest, dat u ook de dood niet vreest.'

In opdracht van zijn Zender.

Wat blijkt duidelijk uit deze twee gebeurtenissen dat Willibrord niet voor zichzelf in ons land predikte. Nee, als Willibrord alleen voor dat Wodanbeeld gestaan had, zou hij het beeld nooit zo moedig in stukken geslagen hebben. Als hij alleen tegenover die machtige koning Radboud gestaan had, dan was hij vast weggevlucht. Maar hij was niet alleen! Zijn Zender was bij hem! En Willibrord mocht door het geloof weten dat God helpt in nood. Willibrord preekte niet voor zijn eigen eer en zijn eigen goede naam. Nee, hij predikte dat mensen bekeerd konden worden, opdat God de eer zou krijgen.

Zending toen en nu

In de dagen van Willibrord was ons land een heidens land. Maar weinig mensen dienden de ware God. En nu? Eigenlijk is het niet veel beter. Ook nu zijn er maar weinigen die God dienen. Willibrord had er alles voor over om de mensen over God te vertellen, zelfs zijn leven.
En jij? Ben je er wel eens dankbaar voor geweest dat de Heere zendelingen naar Nederland heeft willen sturen, waardoor jij iedere dag Gods roepstem kunt horen? Heb je er wel eens voor gebeden of de Heere jou zou willen gebruiken om aan mensen die nog nooit van Hem gehoord hebben, de blijde boodschap te mogen verkondigen? Of kan het je niet schelen dat er nog gebieden zijn waar mensen voor afgoden knielen? Er is zo'n groot gebrek aan zendingswerkers. De oogst is zo groot maar de arbeiders zijn zo weinig. Ligt hier misschien in de toekomst een taak voor jou?

Om zendingswerker te worden zijn twee dingen nodig.
In de eerste plaats moet je zelf de Heere hebben leren kennen en in de tweede plaats moet je weten dat de Heere je roept.
'Heere wilt U mij bekeren. Vergeef mijn zonden en leer mij naar Uw wil te handelen. En als het Uw wil is, geef mij dan een plaatsje als arbeider in Uw Wijngaard. Wijs mij dan de weg die ik moet gaan. Uw wil geschiede en Uw Koninkrijk kome. Om Jezus' wil Amen.'

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 september 1990

Mivo +12 | 24 Pagina's

Willibrord en de zending

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 september 1990

Mivo +12 | 24 Pagina's