Voorwaar, voorwaar; zeg Ik u lieden...

De Heere Jezus gaat een gelijkenis vertellen. Hij neemt Zijn toehoorders mee naar een schaapskooi. Dat is een grote ommuurde ruimte. De deur is een smalle opening. In die stal zijn 's nachts meerdere schaapskudden bij elkaar. 's Morgens vroeg worden de herders door de deurwachter binnengelaten. Ze roepen hun schapen één voor één bij hun naam. De schapen herkennen hun eigen herder en volgen hem. De herder gaat dan voorop en zoekt een veilige begaanbare weg door het woeste landschap. Hij laat zijn schapen wat rusten als er gras of water gevonden is. Hij houdt over zijn kudde de wacht en brengt de schapen 's avonds weer veilig in de stal. Eén herder, de deurwachter gaat in de opening liggen en zal onmiddellijk wakker worden als er rovers of wilde dieren komen. Hij zal vechten voor de schapen al kost het hem zijn leven.
Ik ben de Goede Herder, zegt de Heere Jezus. Ik roep Mijn schapen en leid ze door het leven. Ik geef zelfs Mijn leven om hen te redden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen