Kerkelijk Jeugdwerk ~ een Noodzaak

In 1946 gaf het bestuur van het Landelijk Verband voor Jongelingsverenigingen der Gereformeerde Gemeenten een brochure uit met de titel "Jeugd in Nood". Hierin werd gewezen op de nood waarin de naoorlogse jongeren verkeerden. Steeds weer wordt in dit boekje gezegd: de jeugd vraagt onze belangstelling en liefde en ons gebed.

Nu, meer dan 35 jaar later, kunnen we nog spreken van een jeugd in nood. die nood draagt echter wel een andere karakter.

Door de voortgaande ontkerstening hebben onze jongeren het in deze samenleving steeds moeilijker. Vele problemen, waarmee ouders en ouderen in hun jeugd niet gekonfronteerd-werden, komen op de jongere generatie af.

Vormen en bewaren

Het gaat in ons jeugdwerk om vormen en bewaren.

Vormen vanuit Gods Woord en bewaren bij Schrift en belijdenis, ten dienste van de gemeenten. De jongeren moeten op de weg naar de volwassenheid gevormd worden, opdat ze zelf in allerlei levensverbanden een op de Schrift gebaseerd standpunt kunnen innemen. Het gaat er ook om dat de band met de gemeenten verstevigd wordt.

Het is onze taak om de generaties te verbinden.

De jongeren dienen toegerust te worden voor het vervullen van een levenstaak, zoals de Heere dat van hen vraagt. De persoonlijke verhouding tot de Heere zal in dit alles centraal moeten staan.

Ontkerstening

De ontkerstening waardoor onze tijd zich kenmerkt, betekent een terugkeer tot het heidendom.

De mens onttrekt zich aan het gezag van Gods Woord. De bijbelse waarden en normen worden uitgewist. Het nieuwe heidendom acht zich in staat een nieuwe maatschappij op te bouwen.

Als gevolg van de ontkerstening worden onze -16 jongeren gekonfronteerd met de evolutiegedachte, popmuziek, moderne kunst en literatuur, druggebruik, sportverafgoding en gezagsondermijning. Ze moeten deze zaken als symptomen var. de ontkerstening leren herkennen.

We moeten deze dingen onderkennen en hebben de taak de jeugd weerbaar te maken tegen de tijdgeest. Een verantwoorde begeleiding vanuit Gods Woord is broodnodig, opdat ze niet meegesleurd worden in de maalstroom van de tijd.

Het gezin

Het gezin is de eerste plaats waar het kind zijn opvoeding ontvangt. Hier wordt de grondslag gelegd voor het volwassen worden en voor het zich bewegen op allerlei terreinen van het leven.

Veel wordt gedaan om deze cel van de samenleving af te breken. Vooral ook omdat binnen het gezin de godsdienstige opvoeding plaats vindt.

Het is een groot voorrecht in een gezin geboren te zijn waar de vreze des Heeren woont.

Hoewel genade geen erfgoed is wil de Heere in de lijn der geslachten Zijn genade verheerlijken.

Andere opvoedingsmilieus

In deze steeds ingewikkelder wordende samenleving wordt de taak om een kind te leiden op de weg naar de volwassenheid meer en meer verzwaard.

Andere instanties hebben daarom een gedeelte van de opvoeding overgenomen. Denk in dit verband bijvoorbeeld aan de school. De ouders blijven echter altijd in de eerste plaats verantwoordelijk. Gok binnen onze gemeenten zijn echter veel ouders niet opgewassen tegen de vele vragen en problemen. Ze schuiven daarom voor een deel hun verantwoordelijkheid af op de school of de kerk. Deze instanties hebben inderdaad een taak in de zorg voor de jeugd,

Deze instanties hebben inderdaad een taak in de zorg voor de jeugd, maar met steun van en in overleg met de ouders. Ze kunnen en mo.jen echter hun verantwoordelijkheid niet afschuiven. Een voortdurend en regelmatig kontakt is geboden.

Moederlijke zorg van de kerk

Treffend is wat wijlen ds. Vergunst schrijft in Daniël, 35e jaargang nr. 9 van 1981:

Calvijn spreekt duidelijk van de voortdurende zorg die de kerk voor haar leden moet dragen. Hij spreekt van "moederlijke zorg". Het doel van die zorg is de opbouw en de wasdom van de gelovigen; hun bewaring in de wereld waarin ze leven; hun troost in moeiten en kruisdragen; hun onderricht in Gods wegen en handelingen.

Die zorg blijven we nodig hebben. Altijd!

Nooit zal iemand kunnen of mogen zeggen: "'k Heb de kerk niet meer nodig". Dat is tegen de orde Gods.

Die zorg strekt zich ook naar het hele leven van de leden uit.

Ze kan daarbij van verschillende middelen gebruik maken. En hoewel we de prediking van Gods evangelie het middel bij uitnemendheid moeten achten, mogen we niet de andere gegeven, middelen veronachtzamen. Zo zijn de werkzaamheden op de onder het kerkelijk opzicht staande verenigingen ook een instrument waarin de "moederlijke zorg" van de kerk mag uitgeoefend worden. In het bijzonder over onze jonge mensen die aan zoveel vreemde verleidingen blootstaan. We achten het een zegen dat op veel verenigingen zoveel goed werk voor onze jongens en meisjes gedaan mag worden.

Gods leiding gaat over alle dingen in het leven. Ook over het feit dat God hen in deze Gereformeerde Gemeenten deed geboren worden of door Zijn bijzondere leiding hen daar bracht. Dat mogen wij nooit vergeten.

In het natuurlijke leven is het een goddelijke leiding ons die moeder te geven die we gekregen hebben. Onze Catechismus zegt het duidelijk: het behaagde God! Dat bepaalt onze houding tegenover onze moeder.

Vergelijkenderwijze gesproken mogen we ook hier zeggen: het behaagde God hen deze moeder te geven. En uit kracht van dit behagen zijn zij geroepen om haar lief te hebben, haar ook in trouw verbonden te zijn, in haar leed mee te lijden, in haar smaad met haar zich te vernederen. Want God voegde hen samen!

Laat dat ook in deze bewogen tijd, waarin we ons met onze gemeenten inniger verbonden weten dan ooit, ons dringen om in die nauwe gebondenheid haar zorg als de onze te dragen en in de trouw jegens haar te bidden om haar heil, vrede, bloei en welvaart.

Tot zover ds. Vergunst.

Kerkelijk jeugdwerk

Naast de bijbelse opdracht: leer de jongen de eerste beginselen naar de eis van zijn weg; als hij ook oud zal geworden zijn, zal hij daarvan niet afwijken, is er een dringende noodzaak tot zorg voor de jeugd, die veroorzaakt wordt door de ons omringende wereld. Ook aan onze jongeren gaan de invloeden van deze wereld niet voorbij. Ze vinden weerklank in de harten van de kinderen. De noodzaak om in de middellijke weg jongeren te helpen een bijbelse visie te verwerven op de vele vragen die op hen afkomen, is daarom duidelijk aanwezig. Ons past geen liefdeloos oordeel over "de jeugd van tegenwoordig".

De Heere geve ons gebed voor onze jongens en meisjes.

Eigen karakter

Ons jeugdwerk is kerkelijk gebonden en staat dus onder toezicht van de kerkeraad. De Jeugdbond wil dit werk stimuleren en begeleiden door het geven van adviezen en het beschikbaar stellen van materiaal. De verenigingen stellen zelf vast hoe ze het materiaal gebruiken, het doel van de Jeugdbond wordt verwoord in de statuten: de bij de Bond aangesloten verenigingen behulpzaam zijn bij en te stimuleren tot de voorbereiding van haar leden voor de taak die ze krachtens de Heilige Schrift in alle levensverbanden hebben te vervullen. Dit krijgt gestalte op de plaatselijke vereniging, in de eigen geaardheid en de achtergronden van de Ger. Gemeenten.

Daarbij wordt ingegaan op eigentijdse vragen om samen met leeftijdsgenoten onder verantwoorde leiding vanuit Gods Woord een antwoord te vinden.Het jeugdwerk wil naar de opvoeding thuis, op school, in de prediking en catechese een bijdrage leveren tot de vorming van jongeren .

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen