Zwingli, de hervormer van Zwitserland
Leiding geven
Instructieve informatie voor leiders en leidsters
HET HOUDEN VAN EEN VERTELLING UIT DE KERKGESCHIEDENIS
Inleiding
Vaak hoor je de opmerking: ik zou best leiding willen geven aan een -16 vereniging, maar ik kan niet vertellen. In de praktijk blijkt echter dat degenen die er toch aan gaan beginnen zich in de meeste gevallen de kunst van het vertellen meer weten eigen te maken dan ze gedacht hadden. Een aantal tips kan degenen die nog niet vertellen misschien over de drempel helpen.
Om concreet te zijn, gaan we uit van het houden van een vertelling over Zwingli. Wat hierover gezegd wordt geldt echter ook voor andere kerkgeschiedenisvertellingen en voor een groot deel ook voor een Bijbelse vertelling.
Neem voldoende voorbereidingstijd
Aan een goede vertelling gaat een ruime tijd van voorbereiding vooraf. Dat kost tijd. Maar dat mag toch wel gevraagd worden in het belang van onze jongens en meisjes? Trouwens een geslaagde vertelling geeft veel voldoening. Natuurlijk behoeft u niet aan één stuk door te "studeren", als u er maar regelmatig mee bezig bent en alles rustig kunt laten "bezinken".
De stof beheersen
Een kerkgeschiedenisverhaal is meestal niet zo bekend. Dit heeft voordelen omdat u dan iets nieuws te vertellen hebt, waarvoor gemakkelijker aandacht gevraagd kan worden. Belangrijk is dat u zelf zich eerst de stof heeft eigen gemaakt. U moet er meer van weten dan u vertelt. Lees daarvoor bronnenmateriaal door: de Mivo-schets, de betreffende hoofdstukken uit de kerkgeschiedenis van Vreugdenhil, de vertelling over het leven van Zwingli die uitgegeven is door de Ned. Herv. Bond van Zondagsscholen, e.d. (zie verder de literatuurlijst in deze schets).
De inleiding van de vertelling
Als u de stof beheerst gaat u een schets van de vertelling maken. Een pakkende inleiding is daarbij erg belangrijk. Vooral op de kinderclubs is het belangrijk aan te sluiten bij het bekende of de tijdsomstandigheden: binnenkort is het 31 oktober, waar denken we dan aan? Noem eens enkele hervormers. Van één van hen ga ik jullie een verhaal vertellen. Luister maar.......
Bij ouderen kunt u beginnen met een aansprekend detail uit de geschiedenis: Weet je waar de hervorming in Zwitserland mee begonnen is? Met het eten van worst. Op zekere dag (zie verder de schets).
De afsluiting van de vertelling
De afsluiting van een vertelling lijkt gemakkelijker dan het is. Veel ervaren vertellers zullen het wel eens meegemaakt hebben dat ze aan het eind van de vertelling eigenlijk niet goed wisten hoe ze het verhaal moesten afsluiten zodat het niet als een nachtkaars zou uitgaan. Denk daarom goed na hoe u zult eindigen. Probeer de aandacht tot het laatste moment vast te houden. Laat het slot zo zijn dat er iets blijft om over na te denken.
De actualisering ("toepassing")
Een kerkgeschiedenisverhaal mag niet "in de lucht hangen". Het moet ook voor ons iets te zeggen hebben. Probeer dat ongemerkt te verwerken. Liever niet aan het eind van het verhaal, want de ervaring leert dat de jongelui al gauw gaan aanvoelen dat het verhaal uit is. Ze beginnen dan te draaien, het wordt rommelig en alle aandacht is weg.
Nog enkele tips
- Wees rustig en beheerst, ook in het stemgebruik en de gebaren, maar vertel wel levendig en met de nodige accenten. De gebaren, de ogen, de stem moeten de woorden ondersteunen.
- Let op de leeftijd van de kinderen, met name wat betreft het taalgebruik, de beschrijvingen en de spanning van de vertelling.
- Jonge kinderen luisteren graag naar een verhaal. Het vertellen "op zich" boeit hen al. Vergeet echter bij geen enkel verhaal de diepere achtergrond. Bij tieners kunnen we meer de nadruk leggen op de achtergrond van de geschiedenis, maar het moet wel een vertelling blijven, geen "preek". Zorg bij deze leeftijdsgroep dat u iets vertelt dat voor hen echt nieuw is. Zorg ervoor dat de vertelling niet te lang duurt. Voor een kinderclub is een vertelling die een kwartier duurt lang genoeg. Voorkom verveling.
- Probeer zoveel mogelijk te vertellen vanuit bepaalde personen.
- Vertel zoveel mogelijk in de tegenwoordige tijd. Dat maakt de vertelling levendig en sprekend en dwingt de verteller het gebeuren als het ware voor zich te zien. Ook de kinderen zullen het verhaal dan gemakkelijker "zien".
- Pas op voor uitweidingen, want dat verslapt de aandacht en leidt van het eigenlijke verhaal af.
- Als de aandacht toch verslapt probeer dan door een wending in de vertelwijze of door een ogenblik te wachten de aandacht weer te vangen. In ieder geval nooit boos worden.
- Bewaar de spanning en zeg nooit van te voren wat er komen gaat, want dan is de verrassing weg. Bij een bekende geschiedenis zo vertellen alsof het nieuw is.
- Onderbreek een verhaal niet voor een uitleg van bijvoorbeeld een bepaald begrip. Dat moet in de vertelling duidelijk worden.
Een verhaal voorlezen
Voor degenen die denken dat ze niet vertellen kunnen of het niet durven is het aan te bevelen eens een goed zendings- of kerkgeschiedenisverhaal voor te lezen. Let daarbij goed op een duidelijke uitspraak en juiste intonatie. Vraag vooral aan andere leid(st)ers aanwijzingen en suggesties te geven.
Tenslotte
Velen zien er tegen op om te gaan vertellen. Dat is begrijpelijk. Vergeet echter niet het grote belang van een goede vertelling. Voor een kind is het een van de belangrijkste middelen om met Gods daden bekend gemaakt te worden. Daarom is het ook een mooi werk. In de vertelling mogen we planten en natmaken in de wetenschap dat de Heere beloofd heeft Zelf voor de wasdom te zorgen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 oktober 1982
Mivo -16 | 39 Pagina's
