Psalmen in de eredienst
1. Problemen bij het berijmen van psalmen
Vertalen is vaak een moeilijk werk, omdat er in een andere taal niet altijd een geschikt woord te vinden is dat op de juiste wijze de oorspronkelijke tekst weergeeft. Nog moeilijker wordt het als we gewijde schriften moeten gaan vertalen. Hier past ons de grootste eerbied voor de oorspronkelijke tekst en de grootst mogelijke voorzichtigheid bij het overbrengen in een andere taal. Het maken van een psalmberijming is nog moeilijker. Allereerst moet het in de andere taal ook weer een lied worden, waarbij de dichter gebonden is aan een bepaald versschema in verband met de reeds bestaande melodie. Bij het dichten is het gevaar dat er teveel persoonlijke ervaringen van de dichter worden vertolkt, die vreemd zijn aan de oorspronkelijke tekst. Een dichter moet - om het verantwoord te kunnen doen - bij ondervinding kennis hebben van het werk der genade en hij moet dichterlijke talenten hebben ontvangen.
2. De geschiedenis van de psalmberijming
In Nederland zijn er momenteel drie berijmingen in gebruik Datheen, 1773 en 1967. Na de Hervorming, die ervoor gezorgd heeft dat de Bijbel in de landstaal verscheen, zien we bijbelvertaling en psalmberijming hand in hand gaan. Bij de drie Hervormers zien we een verschillende visie op de kerkzang. Zwingli had er geen goed woord voor over en schafte het af. Luther maakte vrije berijmingen van de psalmen (denk aan het Lutherlied). Calvijn wilde in de berijming van de psalmen zo dicht mogelijk bij de grondtekst blijven. Met Marot, de hofdichter, berijmde Calvijn een aantal psalmen, terwijl zijn opvolger Beza voor de completering zorgde. In 1562 is de Franse bundel klaar. In het jaar 1566, het jaar van hagepreken en beeldenstorm, verschijnt de berijming van Datheen. Een berijming van de Franse bundel, die in grote haast gemaakt is. Een haast, die in deze tijd van verdrukking en vervolging te begrijpen is. Hij nam de Franse bundel als leidraad, omdat hij de grondtaal niet beheerste. Deze bundel vond vooral bij het gewone volk ingang en werd in 1568 door de Synode van Wezel als berijming voor heel Nederland aanvaard. Mede door dit aspect werd de "oude vertrouwde Datheen" niet gemakkelijk verdrongen. Ondanks zijn technische bezwaren van overbodige woorden terwille van rijm en melodie. Er zijn vaak zinnen toegevoegd, die geheel niet in de grondtekst voorkwamen, maar wel in de harten leefden. Berijmingen van Marnix van St. Aldegonde en ook van Jacobus Revius, die vloeiender van taal en dichter aansluiten bij de grondtekst kunnen dé plaats van de berijming van Datheen niet innemen. Pas in 1773 wordt de berijming van Datheen verdrongen, al is dat nog lang niet overal direct het geval. De overheid had hierop aangedrongen en een commissie in het leven geroepen, die deze bundel uit een aantal berijmingen moest samenstellen. Uit het werk van Hendrik Ghysen, Johannes Eusebius Voet en het dichtgenootschap Laus Deo Salus Populo wordt de bundel na 110 vergaderingen vastgesteld. Een berijming die qua taalgebruik begrijpelijker is en ook beter zingbaar en ook meer aansluit bij de Statenvertaling. Toch herkent men het als een product van de eeuw van de Verlichting (deugd, Opperwezen).
Nadat de Nieuwe Vertaling van het NBG in 1967 verscheen, kwam er een interkerkelijke psalmberijming tot stand. Deze bundel is vooral het werk van dichters (Martinus Nijhoff en Muus Jacobse). Meer een knap stuk poëzie dan een berijming van de grondtekst. Eén ding is oud gebleven: de bundel van 1967 heeft nog steeds dezelfde wijzen als die van 1773 en van Datheen n.l. de wijzen van Marot en Beza uit de 17e eeuw.
3. De melodieën
Deze komen uit de stad van Calvijn, Genève. Daar hebben twee componisten de berijmde psalmen van melodieën voorzien t.w. Louis Bourgeois en Maître Pierre. Hun melodieën zijn uit de Roomskatholieke eredienst afkomstig (na enige verandering) en ook allerlei volksliederen uit Frankrijk (na enige verandering en aanpassing). Als je programma's van kerkkoren bekijkt, zul je ook namen tegenkomen zoaIs: Claude Goudimel, Claude leJume en Jan Pieterz. Sweelinck. Zij waren de eersten die de psalmen voor een koor gingen toonzetten: Zij leefden allen in het midden en het einde van de 16e eeuw. In de Calvinistische kerken mochten gemeente en koor slechts éénstemmig zingen, zo ook in Nederland. Aanvankelijk was het orgel een verboden instrument in de kerk, omdat het nog teveel te maken had met de pracht en de praal van de Roomskatholieke kerk. Op de Dordtse synode van 1574 werd bepaald dat de orgels moesten worden weggenomen, hetgeen dan niet op altijd even zachtzinnige wijze gebeurde. Het gevolg was dat de gemeentezang erbarmelijk slecht werd. Constantijn Huygens schreef: meer gehuil en geschreeuw dan gezang. Als de melodie bij de één daalde, steeg ze bij een ander. Later werden orgels weer toegestaan.
In de tijd van Calvijn zong men "Op hele en halve noten", dus ritmisch. De gewoonte van niet-ritmisch zingen, komt uit de tijd dat de organist bij het begeleiden allerlei versieringen kon spelen bij de melodie. Dat is honderden jaren na Calvijn ontstaan.
Nu nog kort iets over de woorden die boven de psalmen staan:
- Jonisch, Dorisch, Phrygisch:
Deze woorden zeggen iets over het karakter van de melodie. Zo kan een melodie een opgewekt karakter hebben b.v. Ps. 68: 1 en Ps. 46: 1. Boven deze psalmen vinden we de woorden Jonisch en Mixolidisch. Andere psalmen klinken ingetogener en verdrietiger zoals Ps. 38: 1 en Ps. 51. Daar boven staan de woorden Aeolisch en Phrygisch. Helemaal apart is de melodie waar Dorisch bovenstaat. Zo'n psalm hoort bij geen van de twee groepen, b.v. Ps. 95. Je ziet ook soms het woordje "hypo" voor de genoemde namen staan. In de muziek is de slottoon een belangrijke toon. Als de melodie soms ergens lager komt dan de belangrijke slottoon dan krijgt de karakternaam de toevoeging "hypo"., b.v. ps. 99: 1.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977
Mivo -16 | 10 Pagina's
