JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Jezus geneest een verdorde hand

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jezus geneest een verdorde hand

16 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vertelschets


Zingen:
Psalm 56 : 1 en 3
Psalm 107 : 1, 8 en 22
Psalm 36 : 1 en 2
Psalm 136 : 1, 4, 23 en 26
Psalm 98 : 1, 2 en 3
Psalm 146 : 1, 6 en 8

Lezen: Markus 3 : 1-6

Kerntekst:
"En als Hij hen met toom rondom aangezien had, meteen bedroefd zijnde over de verharding van hun hart, zeide Hij tot de mens: Strek uw hand uit. En hij strekte ze uit; en zijn hand werd hersteld, gezond gelijk de andere" (Markus 3 : 5).


Het is druk in de synagoge. Rijke en arme, jonge en oude mensen zijn op deze sabbat gekomen om te luisteren naar het voorlezen uit de wet en de profeten. Ook Jezus is er met Zijn discipelen. Vol verwachting kijken de mensen naar Hem. Als Jezus voorleest uit de boekrollen en gaat uitleggen wat het gelezen stuk betekent, is het heel anders dan wanneer de Farizeeën of Schriftgeleerden dat doen. Jezus' woorden zijn vol macht, vol ernst en vol liefde.

De Farizeeën en Schriftgeleerden weten dat. Ze merken, dat veel mensen onder de indruk zijn van Jezus. Velen volgen Hem. Maar dat zullen zij niet doen. Nooit!
Nog niet zo lang geleden zijn de Farizeeën heel boos op Hem geweest. Jezus liep toen op de sabbat met Zijn leerlingen langs korenvelden. Hij vond het zomaar goed, dat de discipelen korenaren afbraken, de korrels er tussen hun handen uitwreven en opaten. Ze waren eigenlijk gewoon eten aan het klaarmaken. Iedere Israëliet weet, dat dit al vanaf de woestijnreis niet op de sabbat mag! En Jezus liet Zijn discipelen zomaar hun gang gaan. Het lijkt wel of Hij bezig is om mensen van de wet van God weg te trekken. Maar dat mag niet gebeuren! Daarom zijn ze toen direct op Jezus afgestapt. "Vindt U het wel goed wat Uw discipelen doen?" hadden ze Hem gevraagd. Om Zijn antwoord kunnen ze nog boos worden. Jezus zei, dat Hij Heere van de sabbat is. Hij bedoelde, dat er regels voor de sabbat zijn, maar dat Hij er boven staat. Het lijkt er zelfs veel op dat Hij Zichzelf God noemt. Maar ze hebben Hem gewaarschuwd! Als die Zoon van de timmerman uit Nazareth nu weer iets doet wat niet mag op de sabbat, is Hij schuldig. Dan kan Hij niet zeggen, dat Hij het niet wist of dat Hij niet gewaarschuwd is. Dan hebben ze genoeg bewijzen om Hem te laten doden. Vandaag is de kans heel groot, dat Jezus weer iets doet wat niet mag. Er is namelijk een man in de synagoge die een verdorde, een verlamde hand heeft. Als Jezus die man beter maakt, zit Hij 'in de val'. Dan hebben ze weer een bewijs, dat Hij Zich niet houdt aan de regels van de sabbat. Die genezing kan best tot morgen wachten. Het leven van die man is immers helemaal niet in gevaar?! Oplettend kijken de Farizeeën en Schriftgeleerden naar de Heere Jezus.

De Heere Jezus staat op en pakt de boekrol die Hem wordt aangegeven. Iedereen zwijgt als Hij begint te lezen, ok de Farizeeën en Schriftgeleerden. Rustig kijkt de Heere Jezus de mensen aan als Hij de boekrol even later weer oprolt en teruggeeft. Hij begint het gelezen gedeelte uit te leggen.
Jezus ziet mannen, vrouwen en kinderen aandachtig luisteren. Hij ziet de Farizeeën en Schriftgeleerden en kijkt tot op de bodem van hun hart. Hij weet, dat ze er op uit zijn om Hem te doden.
Jezus ziet ook de man met de dorre hand zitten. Zijn rechterhand is verlamd en ligt slap op zijn knie. Werken, zoals anderen, kan hij niet. Bij alle dingen die hij doet, wordt hij gehinderd door die verlamde hand. Hij moet als een gehandicapte door het leven gaan. Hoop op genezing heeft hij niet. Geen mens kan hem beter maken.
De Heere Jezus weet hoe de man er aan toe is. Hij kent zijn ellende, want Hij weet alle dingen. Hij alleen heeft de macht om die verlamde hand weer gezond te maken. En Jezus wil het doen, ook al zal Hij ervoor moeten sterven. Zo groot is Jezus' liefde. Zijn liefde is een liefde tot in de dood.

Vol ontferming kijkt de Heere Jezus de man met de verlamde hand aan. Hij wenkt hem: "Kom eens overeind en ga eens hier in het midden staan." Zonder dat de man om een wonder heeft gevraagd, haalt de Heere Jezus hem naar voren. Jezus had hem gemakkelijk kunnen laten zitten zonder hem te genezen. De man vraagt immers nergens om. De Farizeeën en Schriftgeleerden zouden Jezus dan op deze sabbat nergens van hebben kunnen beschuldigen. Toch wil de Heere Jezus deze man genezen. Hij zal laten zien, dat Hij gekomen is om mensen te redden. Dat Hij de Levensvorst, de Messias is.
Het is ademloos stil in de synagoge als de man met de verlamde hand in het midden staat. De Schriftgeleerden en Farizeeën kijken elkaar aan. Nog even en ze hebben genoeg beschuldigingen tegen Jezus om Hem te laten doden. Hun plan gaat lukken!
Opeens keert de Heere Jezus Zich van de man met de dorre hand af en kijkt de Farizeeën en Schriftgeleerden aan. "Is het geoorloofd op sabbatdagen goed te doen, of kwaad te doen, een mens te behouden, of te doden?" vraagt Hij. De vraag klinkt helder door de synagoge. "Mag je op de sabbat iemand genezen of iemands leven redden?" Het is net of de Heere Jezus zegt: "Jullie, Schriftgeleerden en Farizeeën, vinden dat Ik de hand van deze man niet op de sabbat mag genezen, omdat de man niet in levensgevaar verkeert. Maar kijk eens naar jezelf. Vinden jullie het wel goed wat jullie op dit ogenblik aan het doen zijn? Jullie zijn hier in de synagoge gekomen om beschuldigingen tegen Mij te verzamelen, zodat je Mij kwaad zult kunnen doen. Op deze sabbat lopen jullie met plannen rond om Mij te dóden! Mag dat dan wel op de sabbat? Is het volgens jullie wel toegestaan op de sabbatdagen kwaad te doen of een mens te doden en niet om iemand te genezen?"
Met deze vraag houdt de Heere Jezus de Farizeeën en Schriftgeleerden eigenlijk een spiegel voor. Het is net of Hij zegt: "Ik weet wat jullie van plan zijn. Denk nu eens na over jezelf. Begrijp je wel waar je mee bezig bent? Ga toch niet door op deze weg, maar sta stil en bekeer je."
Het is doodstil in de synagoge. Iedereen heeft Jezus' vraag verstaan. De Farizeeën en Schriftgeleerden begrijpen heel goed, dat de Heere Jezus alles van hun plannen afweet. Ze voelen, dat Hij gelijk heeft: moordplannen horen zéker niet op de sabbat in hun gedachten te zijn. En toch, antwoord geven, willen ze niet. Ze willen hun schuld niet bekennen aan de Heere Jezus. Ze willen niet buigen voor Hem. Niet één Farizeeër of Schriftgeleerde geeft de Heere Jezus antwoord. Ze zwijgen allemaal.
De Heere Jezus zwijgt ook. Hij kijkt de Farizeeën en Schriftgeleerden een voor een aan. Hij kijkt ze allemaal recht in de ogen. Niemand kan Jezus' blik ontwijken. Het zijn ogen vol toorn. Toorn over zoveel hardheid en boosheid. Toorn over zoveel onwil om voor Hem te buigen. Het zijn ook ogen vol droefheid. Het doet de Heere Jezus pijn, dat het hart van de Farizeeën en Schriftgeleerden zo hard is. Dat ze zelfs nu niet toegeven. Nog steeds doet het de Heere Jezus verdriet als mensen, kinderen heel dicht bij Hem zijn, veel van Hem weten en toch niet voor Hem willen buigen.

In de stilte van die zwijgende blik draait de Heere Jezus Zich naar de man met de verlamde hand. Hij raakt hem niet aan. Jezus zegt maar één ding tegen hem: "Strek uw hand uit." De Heere Jezus vraagt iets van de man wat hij helemaal niet kan. En toch doet die man het. Door het geloof, in gehoorzaamheid aan de Heere Jezus. Direct is de hand gezond. Door de Heere Jezus te gehoorzamen en Hem op Zijn Woord te geloven, geeft Hij genezing. Zo werkt de Heere nog. "Wie in Mij gelooft, zal leven," zegt Hij in Zijn Woord.
Je hoort deze Boodschap elke keer in de kerk en op de vereniging. Geloof je dat? Vanuit jezelf niet, maar de Heere kan het schenken door Zijn Woord en Geest.
Christus Jezus is gekomen om zondaren zalig te maken. Hij wilde Zijn leven geven aan het kruis om levens van zondaren te redden. Hij heeft alles aangebracht wat jij nodig hebt: genade, vergeving, geloof, liefde, gehoorzaamheid. Al die gaven wil Hij uitdelen aan wederhorigen, aan ongehoorzame, ongelovige mensen. Ook aan kinderen.
Zou je nu nog niet roepen tot de Heere of Hij ook jou genadig wil zijn? Of blijf je, net als de Farizeeën en Schriftgeleerden, volhouden in je strijd tegen Jezus? Omdat je niet in Hem wilt geloven, omdat je niet voor Hem wilt buigen?
De Farizeeën en Schriftgeleerden gaven de Heere Jezus geen antwoord en gingen weg uit de synagoge, bij Jezus vandaan, om hun plannen te maken. Ze waren woedend na de woorden en na het wonder van de Heere Jezus. Ze wilden maar een ding: Jezus doden. Wat erg: zo dicht bij de Heere Jezus en Hem toch verwerpen. Dat was hun antwoord op de Messias.
Wat is jouw antwoord? Als je je niet tot God bekeerd, verwerp je Hem ook. Wat is dat erg. Daarop volgt de eeuwige dood. Vlucht toch naar Jezus toe. Zijn liefde is zo groot. Kijk maar naar die man. Zonder dat hij er om vroeg, genas de Heere hem. Wat een onbegrijpelijk wonder.

Aanwijzingen voor gebruik

Bij deze vertelling is uitgegaan van Markus 3. Dezelfde geschiedenis is terug te vinden in Lukas 6 : 6-11 en Mattheüs 12 : 9-14. De Bijbelgedeelten in Markus en Lukas vertonen onderling de meeste overeenkomst.
Bij sommige praatvragen staat een sterretje. Dit zijn zogenaamde verdiepingsvragen voor oudere kinderen of voor groepen die meer aankunnen.

Aantekeningen bij de tekst

Markus 3
vers 1: de synagoge: waarschijnlijk die van Kapernaüm verdorde hand: verschrompeld, in de groei achtergebleven, verlamd.
vers 2: zij: de Schriftgeleerden en Farizeeën.
vers 3: in het midden: zodat hij goed in het oog loopt.
vers 6: met toorn: een heilige toorn over hun verharding.
hen rondom aangezien: Zijn blik gaat van de een naar de ander.
uitgegaan zijnde: ln Lukas 6 staat, dat zij vervuld waren met uitzinnigheid, met een razende haat.
Herodianen: partijgangers van Herodes Antipas. Om bij het Sanhedrin een klacht te kunnen inbrengen tegen iemand die binnen Herodes' gebied woonde, zal hun medewerking nodig zijn geweest.

Achtergrondinformatie

Jezus en de sabbat
In de geschiedenis van de man met de verdorde hand (en die daarvoor over het aren plukken door de discipelen op de sabbat) is er niet zozeer sprake van een sabbatsconflict, maar meer van een conflict om Jezus (op de sabbat). De sabbat is het slagveld, maar de strijd gaat over het werk van de Heere Jezus. De vraag is niet hoe men tegen de sabbat aankijkt, maar hoe men aankijkt tegen Jezus en Zijn arbeid. Ten diepste is er sprake van de al eeuwen oude strijd lussen het vrouwenzaad en het slangenzaad. De Farizeeën en Schriftgeleerden proberen de Heere Jezus 'te betrappen'. Zij zien Hem als een Israëliet die Zich aan de wet moet houden. Dit wordt onder andere duidelijk uit de geschiedenis van het aren plukken. Jezus accepteert de aanklacht van de Farizeeën, dat Zijn discipelen iets doen wat op de sabbat niet past. Hij geeft immers een voorbeeld waarin ook David iets doet wat niet geoorloofd is. De aanklacht wordt dus formeel aanvaard. Jezus stelt echter de vraag of zij wel op Hem toepasbaar is. Vanwege de hoogheid van Davids missie aten zijn reisgenoten brood dat hun niet toekwam. Vanwege Jezus' heilige opdracht eten ook Zijn leerlingen op een manier die niet past bij de sabbat. Jezus botst niet op de wet en ontworstelt Zich er niet aan, maar Hij staat als de Heere boven de wet en zet de wetten naar de eisen van Zijn Koninkrijk. Jezus relativeert de wetten en regels (rond de rustdag) niet, maar maakt ze wel ondergeschikt aan Zijn werk.

Genezingen op de sabbat
Waarom genas de Heere Jezus zo vaak mensen op de sabbat? Het gaat daarbij nooit om mensen die in levensgevaar verkeren. In deze geschiedenis had de Heere Jezus zeker tot de volgende dag kunnen wachten, omdat de man niet eens om genezing vraagt. Hebben sabbatsgenezingen soms een demonstratieve waarde en houden zij eigenlijk een aanval op de rustdag als zodanig in? Jezus sluit Zich in Zijn vraagstelling echter aan bij het geldende sabbatsrecht: "Is het geoorloofd een mens te behouden?" Daarmee zinspeelt Hij op het geldende rabbijnse recht, dat redding van het leven de sabbat "verdringt". Nergens is te lezen, dat Jezus de sabbat dus afschaft (of genezen op sabbat voor normaal verklaart). De Farizeeën hoeven de sabbat niet prijs te geven, maar zij moeten niet langer weigeren Jezus de eer te geven. Door de genezing, die niet spoedeisend is, toch te verrichten, reikt de Heiland Zijn ongelovige tegenstanders Zelf het materiaal aan voor Zijn sterven. Hij openbaart Zich daarin als een Redder Die Zijn werk tot het sparen van levens, tot het redden van zielen volbrengen zal door Zich te onderwerpen aan een proces en de dood.

De opzet van de Farizeeën en Schriftgeleerden
Op de waarschuwing tijdens het arenplukken, volgt in de geschiedenis van de man met de verdorde hand het verzamelen van materiaal voor de aanklacht tegen Jezus. De Farizeeën van Kapernaüm voelen zich als eersten geroepen om zo nodig acties te ondernemen tegen Jezus, omdat Hij behoorde tot hun synagoge. Wanneer ze genoeg 'materiaal' hebben verzameld, kunnen ze hem voor een van de provinciale gerechtshoven in Galilea brengen (een klein sanhedrin met 23 leden). Bij het arenplukken werd Jezus "betrapt". Een strik en list van satan. De aanklacht is gericht op een zonde die gedaan is "met opgeheven hand " en niet in onwetendheid. Jezus is immers bij het arenplukken nog gewaarschuwd. De observatie van de Farizeeën moet dus gezien worden in het kader van hun plan om te doden. Vandaar de vraag die Jezus aan hen stelt: "Is het geoorloofd een mens te doden? " Jezus gaat deze val welbewust binnen door de man zelfs midden in de kring te plaatsen.

De Herodianen
Herodes Antipas was viervorst van Galilea. Zijn partijgenoten die de politieke orde in Galilea handhaafden, werden Herodianen genoemd. Vanwege Jezus' grote aanhang nemen de Farizeeën contact met hen op. De Herodianen zullen moeten meewerken als het tot een proces en terechtstelling komt.

Antwoorden

Weet je het nog?
synagoge - Heere Jezus - boekrol - Farizeeën - beschuldigen - verdorde - midden - geoorloofd - goed - kwaad - behouden - doden - zwijgen - vertoornd - bedroefd - verharding - strek - gezond - woedend - Herodianen - doden

Om over te praten
1a. Het hoorde bij hun sabbatsviering. Uit de motieven van de Farizeeën, namelijk het verzamelen van beschuldigingen / aanklachten tegen de Heere Jezus, blijkt, dat zij niet met een verlangend hart naar het Woord van God naar de synagoge zijn gegaan.
1b. De kans is aanwezig, dat er kinderen zijn die zullen volstaan met de opmerking: "Omdat het moet." Ga zo'n reactie niet uit de weg, maar probeer met de kinderen daarover in gesprek te gaan. Wat vinden ze zo erg en hoe komt dat? Door de zonde is het ons een last geworden. In het paradijs was en voor Gods kinderen in de hemel is het elke dag kerk! Vraag ook of er jongens en meisjes zijn die graag naar de kerk gaan of er geen hekel aan hebben. Waarom? Benadruk ter afronding de noodzaak van het naar kerk gaan, alsook het voorrecht dit in alle vrijheid te mogen! Miljoenen kinderen horen de boodschap niet dat ze zalig kunnen worden! De Heere klopt aan de deur van ons hart en eist bekering.

2a. Daarmee toonde Hij, dat Hij de beloofde Messias was en verheerlijkte Zijn Vader. Hij liet zien, dat Hij de levensredder was en is. Eigenlijk zijn de wonderen uitroeptekens achter Zijn woorden.
2b. Hiermee liet Hij zien, dat Hij bereid was om zelfs de dood in te gaan voor zondaren. Het genezen van zieken op de sabbat vonden de farizeeën immers een grote zonde. Zie ook de uitleg in de vertelschets / de achtergrondinformatie.

3. Toom, bedroefd, verharding van hun hart.

4. Door de zonde zit de farizeeër in ons aller hart. Zowel de hoogmoed als het verwerpen van de Heere Jezus. Probeer dit bij het bespreken van de vraag concreet te maken. Hoe is de verhouding tot de Heere Jezus? Wat doe je met de boodschap van de preek die je 's zondags hoort? Hoe zit je in de kerk? Hoe denk je over de Heere (laag, menselijk) en over je naaste? Enzovoorts.

5a. Door elke keer als de roepstem van de Heere Jezus tot je komt, niet te antwoorden. Doorleven alsof er niets in de kerk, op de vereniging of tijdens het Bijbellezen vanuit Gods Woord tot je wordt gezegd. Het is de eerste stap op het pad van de verharding. Vraag ook eens hoe het verder kan gaan? Bijvoorbeeld (later) niet meer naar de vereniging gaan, dan niet meer naar de catechisatie, niet meer naar de kerk... niet meer bidden en bijbellezen. Waarschuw daarvoor. Iedereen weet helaas wel een voorbeeld in gezin of familie.
5b. Geef dit aan met bijbelse voorbeelden. Denk aan versjes uit Psalm 119 en anderen. Geef degene die bij deze vraag is aangehaald, aan het einde van de clubbijeenkomst bijvoorbeeld op om gezamenlijk (biddend!) te zingen. Wijs er op biddend met de boodschap van Gods Woord bezig te zijn.

6a. 'Door de Heere Jezus' zullen de kinderen als eerste antwoorden. Ga een stapje verder. Op het woord van de Heere Jezus stak hij zijn hand uit. De man geloofde onvoorwaardelijk dat de Heere Jezus hem kon genezen. Hij gehoorzaamde Zijn bevel. Dat hebben wij ook te doen. Welk bevel? Zie de b-vraag.
6b. Ook wij moeten het bevel van geloof en bekering gehoorzamen. Daarbij zullen we tegen onwil en onmacht in ons hart aanlopen. Dat is echter geen excuus om dan maar geen gevolg te geven aan Jezus oproep. Bij Hem is immers te krijgen, wat wij niet hebben. Hij is gewillig om het ons te geven.

7. In antwoord 103 van de Heidelbergse Catechismus worden concrete dingen genoemd, die aangeven, dat de rustdag in heilige activiteit doorgebracht moet en mag worden. Wees eerlijk en concreet. Pas echter bij de beantwoording van deze vraag op voor een oeverloos gediscussieer over wat wel en niet mag. Houd het doel voor ogen waar het om gaat!

Puzzels
Puzzel 1: Jezus geneest een man met een dorre hand.
Puzzel 2: Markus 3 : 5: En als Hij hen met toorn rondom aangezien had, meteen bedroefd zijnde over de verharding van hun hart, zeide Hij tot de mens: Strek uw hand uit. En hij strekte ze uit; en zijn hand werd hersteld, gezond gelijk de andere. 

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 augustus 2000

Mivo -12 | 32 Pagina's

Jezus geneest een verdorde hand

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 augustus 2000

Mivo -12 | 32 Pagina's