Maria en Elizabet
Lezen: Lukas 1: 39-55Zingen: Psalm 115: 5, 6, 7Psalm 62: 4Psalm 66: 8Psalm 105: 5Psalm 34: 1, 2Lofzang van MariaKerntekst:'En Maria zeide: Mijn ziel maakt groot den Heere' (Lukas 1: 46).
Al een paar keer is Elizabet naar buiten gelopen. Komt Zacharias er al aan? Ze kan de weg niet heel ver afkijken. In dit berglandschap van Judea zijn de wegen bochtig. Zacharias is naar Jeruzalem gegaan. Het was zijn beurt om in de tempel te dienen. Er zijn zoveel priesters dat ieder maar een enkele keer het priesterwerk mag doen. Elizabet weet dat Zacharias met een blij hart de weg naar Jeruzalem gegaan is. Zacharias houdt veel van de Heere. Hij spreekt vaak met God, in het gebed. Daarom doet hij het werk in de tempel ook graag. Dat kan Elizabet goed begrijpen. Ze houdt zelf immers ook veel van de Heere. Nu is ze benieuwd hoe het gegaan is. Heeft Zacharias offers mogen brengen, of misschien zelfs het reukoffer in het Heilige gebracht?
Als ze weer een keer naar buiten loopt, ziet ze hem in de verte aankomen. Langzaam komt hij dichterbij. Elizabet roept hem een groet toe, maar ze krijgt geen antwoord. Ze wacht op zijn woorden, maar... Zacharias spreekt niets! Het is duidelijk: hij wil wel wat vertellen, maar hij kan niet spreken! Wat is er toch gebeurd? Hoe komt ze dat te weten als Zacharias niet kan praten?
Zacharias moet het maar opschrijven! Zacharias gaat schrijven, maar het zijn zulke wonderlijke dingen! Op het schrijftafeltje leest Elizabet over het Heilige, waar Zacharias bezig was met het reukoffer. Er kwam een engel uit de hemel. Dan schrijft Zacharias die geweldige belofte: wij zullen een zoon krijgen. Een bijzonder kind, want het zal de voorloper van de Messias zijn! Johannes moet hij heten. Johannes betekent: 'God is genadig'!
Zacharias handen trillen als hij verder schrijft. Hij schrijft over zijn ongeloof en de straf die hij daarvoor kreeg: Hij zal niet meer kunnen spreken totdat alles gebeurd is wat God beloofd heeft.
Stil leest Elizabet de woorden mee, terwijl Zacharias schrijft. Met een verwonderd hart leest ze nóg eens die woorden: we zullen een zoon krijgen! Heeft God dan tóch al die gebeden gehoord waarin ze gesmeekt heeft om een kind? Heel vaak heeft ze gevraagd om moeder te mogen worden. Maar de jaren gingen voorbij. Zacharias en zij zijn nu al oud. Ze dachten niet meer aan een kind. Gaat de Heere nü nog hun wens vervullen? Zal ze tóch nog moeder worden? Zou 't waar zijn dat over een poosje de vrouwen in het dorp niet meer van haar zeggen zullen: dat is Elizabet, zij heeft geen kind. O, wat had ze het altijd érg gevonden: Zij hoorde niet bij al die moeders die hoopten dat hun kinderen de tijd van de Messias zouden beleven. Zou al die smaad en dat verdriet nu écht voorbij zijn? Ja, zou 't zelfs betekenen dat de Messias nu snel komt?
Wat heeft Elizabet veel om over na te denkén! Ze spreekt er niet over met andere mensen in het dorp. Ze blijft in huis, vijf maanden lang.
Pas als het aan haar te zien is dat ze in verwachting is, gaat ze weer het dorp in. Nu mag iedereen het weten: Elizabet en Zacharias verwachten een kind! Dat is heel bijzonder. Wie had dat ooit gedacht!
In Nazareth, een dorpje in Galilea, is een jonge vrouw in huis aan 't werk. Zij heet Maria. Ze is nog niet getrouwd, maar over een poosje zal dat anders zijn! Maria voelt zich heel gelukkig als ze daaraan denkt. Ze is in ondertrouw met Jozef. Hij is timmerman in dit dorp. Ze houden van elkaar, maar wat nog belangrijker is: ze houden ook allebei van de Heere! Ze geloven allebei dat de Heere hun leven leidt. Allebei zijn ze uit het geslacht van David, de man die de Heere vreesde. Graag willen Jozef en Maria samen, met de kinderen die ze misschien krijgen, ook Gods wil doen. Hem dienen.
Maar dan worden plotseling Maria's gedachten onderbroken. Ze hoort een vriendelijke stem. Verbaasd kijkt ze op. Daar ziet ze een engel staan, een boodschapper van God uit de hemel! 'Wees gegroet, Maria' zegt de engel, 'de Heere is met je, Hij wil je bijzonder in Zijn gunst doen delen, je bent een gezegende vrouw.' Verwonderd luistert Maria naar deze woorden. Wat bedoelt deze engel? Ze schrikt er ook van. God, de Heere, is zo heilig. Heeft Hij haar gezien? Heeft Hij haar uitgekozen voor iets bijzonders? De engel begrijpt wel dat ze van zijn woorden schrikt. Hij zegt 'Vrees niet'. Dan vertelt hij haar wat er zal gaan gebeuren. In haar lichaam zal een Kind gaan groeien. Als Hij geboren is, moet ze Hem Jezus noemen. Dit Kind is Gods Zoon, de Zoon van de Allerhoogste. Hij is de Koning van Israël, Davids troon is voor Hem. Ja, over de héle wereld zal Hij heersen. Nooit zal Zijn Koninkrijk eindigen. Voor eeuwig is Hij de Koning der koningen! Dan vraagt Maria: 'Hoe zal dat gaan?' Hoe kan zij een kind verwachten terwijl ze nog niet getrouwd is? De engel legt haar uit dat het niet op een gewone manier zal gebeuren. De Heilige Geest zal met een bijzondere kracht in haar werken en zó zal dit Kind gaan groeien in haar buik. Het is een Kind uit de hemel, het komt bij God vandaan.
Maria heeft goed geluisterd. De Heere gaat een groot wonder doen: Hij stuurt Zijn Zoon naar deze aarde en zij mag Zijn moeder zijn! Wat is Gods liefde voor de mensen groot! In Zijn barmhartigheid ziet Hij de zondige wereld aan en zendt Zijn Zoon die mensen verlossen gaat van de zonde. Dan vertelt de engel aan Maria dat ook haar nicht Elizabet een kind verwacht. Ook dat is een wonder, want Elizabet is al oud. De engel zegt: 'Bij God is geen ding ónmogelijk. God is machtig!'
Maria gelooft alles wat de engel haar vertelt. Ze kent de I leere en weet dat Hij wonderen doet. Ze wil niets liever dan Hem dienen en daarom zegt ze: 'Zie de dienstmaagd des lleeren, wat Hij wil, is goed, wat Hij zegt, zal gebeuren!'
Dan gaat de engel weer weg. Maria blijft achter. Daar zit ze weer alleen in huis. Wat een verandering. Eerst was haar hart vol van Jozef en hun bruiloft. Nu heeft iets anders de overhand gekregen. God heeft haar gezien en haar uitgekozen om de moeder van de Messias te zijn! Ze begrijpt niet waarom. Ze is niet rijk, niet belangrijk of bijzonder, al is ze uit het geslacht van David. Een heel gewoon meisje is ze. God kent haar verlangen naar de Zaligmaker tot vergeving van haar schuld. Nu geeft Hij haar de blijdschap in haar hart om de wonderen van genade die Hij doet.
Maria wil er over spreken met iemand. De engel noemde Elizabets naam en zei dat ook zij een kind verwacht. Ook bij Elizabet is er een wonder gebeurd. Nu wil Maria snel naar haar toe. Een paar dagen is ze bezig met de voorbereidingen en dan gaat ze op weg. 't Is een reis van ongeveer vier dagen. Al vaker liep Maria de weg naar Jeruzalem. Tijdens de feestdagen ging ze met een grote groep naar de tempel. Nu loopt ze alleen. Nog vérder dan Jeruzalem moet ze, helemaal naar het gebergte van Judea. Voelt ze zich niet eenzaam? Is ze niet bang voor de gevaren? Maria's hart is zo vol van Gods liefde en van Zijn genade dat ze niet veel aan andere dingen denkt. Terwijl ze loopt, zingt het in haar hart.
In een huis in Juda is een oude vrouw bezig met haar werk. Soms zucht ze van vermoeidheid. Is dat omdat ze al zo oud is? Nee, het werk is soms zwaar voor haar omdat ze in verwachting is! Het is Elizabet, de vrouw van Zacharias.
Daar klinkt opeens in de deuropening, een blijde, jonge stem. Maria is aangekomen bij het huis van Elizabet en ze groet haar oude nicht. Verrast kijkt Elizabet op en direct legt ze haar handen op haar buik. Want daarbinnen beweegt het kind opeens heel erg. Het lijkt wel of het eruit wil springen, Maria tegemoet.
Dan vervult de Heilige Geest het hart van Elizabet en ze roept, ja ze zingt het uit: 'Maria, wat ben je gezegend, boven alle andere vrouwen! En gezegend is het Kind dat nog niet is geboren'. Nog voor Maria iets heeft verteld, maakt de Heilige Geest aan Elizabet duidelijk wat er is gebeurd en nog komen zal. Elizabet is verwonderd en blij dat de moeder van haar Heere bij haar komt. Maria is wel veel jonger dan zij, maar ze weet: Maria is door God uitgekozen om de moeder van haar Zaligmaker te worden. Daarom vindt ze Maria veel belangrijker dan zichzelf. Zij zal wel de moeder worden van de beloofde profeet, van Johannes, de voorloper, maar Maria wordt de moeder van Gods Zoon!
Dan vertelt Elizabet wat er gebeurde toen Maria binnenkwam. Dat het nog ongeboren kind opsprong van blijdschap, toen Maria haar groette. Ze zegt: 'Maria, je bent zalig omdat je gelooft wat de Heere heeft gezegd. Alles wat God zegt, zal gebeuren.' Zo zeker vertrouwt Elizabet op de Heere, dat ze er Maria blij mee maakt. Ja, Maria vertrouwt ook op God en op Zijn belofte aan haar gedaan. Ze antwoordt op Elizabets lofzang met haar lofzang: 'Mijn ziel maakt groot de Heere!'
Ze zingt: ik ben zo verheugd in God, Hij is mijn Redder, mijn Zaligmaker'. Maria weet dat zij door haar zonde verloren lag, maar nu mag ze zich verheugen omdat de Heere haar verlossen zal. Ze zegt: 'Ik ben maar een arm meisje maar God heeft uit genade mij deze grote gunst bewezen. Alle mensen zullen het zeggen hoe goed de Heere voor mij is geweest. Hij heeft grote dingen aan mij gedaan, want ik ben nu in verwachting van dit bijzondere Kind.'
Maria heeft gemerkt hoe machtig en heilig God is. Hij is barmhartig over allen die Hem vrezen. Maar Zijn vijanden zal Hij overwinnen en ten onder brengen. Mensen die hoogmoedig zijn en denken dat ze veel macht hebben, worden door de Heere vernietigd. Maar eenvoudige mensen die niet hoog denken van zichzelf, die worden door Hem verhoogd. Hij ontfermt zich over hen die honger hebben, die niet zonder de Heere kunnen. Hij geeft ze alles wat ze nodig hebben. Maar rijke mensen, die Hem niet nodig hebben, krijgen van Hem niets. Zo heeft God, in Zijn barmhartigheid aan Zijn volk Israël gedacht. Zoals Hij beloofde aan Abraham en alle gelovigen in het Oude Testament. Nu zal de beloofde Zaligmaker geboren worden.
Zo mogen die twee 'moeders' samen spreken en samen zingen. Wat is het goed om zo samen God te loven en te prijzen. Goed spreken over God, met je vriendin of met je vriend. Met je broer of zus, met je vader en moeder. Samen zingen van Hem. Is jouw hart ook zo verheugd als je dat doet? Als jij die vreugde nog niet kent, moet dat anders worden. Omdat de Heere Jezus, de Zaligmaker, gekomen is, kunnen we bij Hem terecht met onze zonde en schuld. Hij wil ons er van verlossen zodat we Hem weer kunnen prijzen. Als Hij in je leven komt, zoals bij Elizabet en Maria, dan zing je met hen mee: 'Mijn ziel maakt groot de Heere.'
Ter inleiding
De schets over Maria en Elizabet brengt ons bij het kerstevangelie. Twee godvrezende vrouwen ontmoeten elkaar. Elizabet mocht een zegen zijn voor Maria, terwijl ze zelf een zegen ontving in het komen van Maria!
De vertelschets is vanuit de vrouwen beschreven. Ten diepste gaat het echter niet om de overeenkomsten tussen de aanstaande moeders, hoe groot en wonderlijk ook, maar het gaat om hét Kind, hetwelk is Gods Zoon! Zijn naam is Jezus. Hij kwam naar deze wereld om te lijden en sterven en Zijn volk zalig te maken van zonde en schuld.
Maria geloofde het woord des Heeren en zalig is een ieder die gelooft. Ze uit het in een lofzang. Maria eindigt in de Heere. Dat is ook het thema van het declamatorium: 'Een lofzang tot Zijn eer'. We hopen dan ook dat voor de kerstbijeenkomst op de club zowel de vertelling als het declamatorium wordt gebruikt.
Namens de commissie Mivo -12,
Marianne Sollie
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 oktober 1997
Mivo -12 | 23 Pagina's