De rijke dwaas
Kerntekst: Lukas 12:34 "Want waarr uw schat is, aldaar zal ook uw hart zijn."
Rondom de Heere Jezus staat een grote menigte mensen te luisteren. Ook hier in Perea, het land aan de oostkant van de Jordaan, is Jezus gekomen om de weg der zaligheid te verkondigen. Ernstig klinken Zijn woorden en veel mensen zijn er diep van onder de indruk. Plotseling valt iemand uit de schare de Heere Jezus zomaar in de rede. Hij heeft een dringende vraag. Welke? 'Heere, wilt U mij zondaar, genadig zijn?' Nee, dat vraagt hij niet. Hij vraagt iets anders. Het klinkt erg gebiedend, een beetje brutaal zelfs: 'Meester, zeg mijn broeder, dat hij met mij de erfenis moet delen!'
De vader of misschien wel de moeder van deze man is overleden en nu is er een hevige ruzie gekomen tussen hem en zijn broer over de erfenis. Ze zijn het er niet over eens hoe de bezittingen van de overledene verdeeld moeten worden. Het zit de man erg dwars, dat is wel te zien aan zijn gezicht. Hij voelt zich oneerlijk behandeld door zijn broer en daarom roept hij Jezus te hulp. Voor deze profeet heeft hij veel ontzag. Hij noemt Jezus immers 'Meester'! Dat was een titel, waarmee ook de schriftgeleerden werden aangesproken. Vol verwachting kijkt de man Jezus aan. Als deze profeet het voor hem opneemt, zal zijn broer wel toegeven en eerlijk met hem de bezittingen verdelen. Maar wat een teleurstelling! Het antwoord van Jezus klinkt héél anders dan hij verwacht heeft. 'Mens, wie heeft Mij tot een rechter of scheidsman over ulieden gesteld?' De Heere Jezus wil eigenlijk zeggen: 'Man, Ik heb een heel andere taak van Mijn Vader in de hemel ontvangen. Ik ben geen aardse rechter, maar Ik kom met een hemelse boodschap'.
Wat is het toch erg dat die man tijdens de preek van de Heere Jezus aan andere dingen denkt, dat zijn hart zo vol is van de dingen van deze wereld. Heb jij het wel eens erg gevonden als je helemaal niet luisterde tijdens de kerkdienst? Wat zitten we toch dikwijls tijdens de preek aan heel andere dingen te denken, misschien wel aan dingen die we heel graag willen hebben, bijvoorbeeld aan de vakantie of aan de verjaardagskado's die je allemaal zult krijgen. Eigenlijk ben je dan net zo bezig als deze man, die ook niet luistert en de Heere Jezus tijdens Zijn prediking zomaar lastig valt. Maar bedenk dat de Heere God alles weet, ja zelfs je gedachten kent. Hij vindt het heel erg en verdrietig als je aardse dingen belangrijker vindt dan de eeuwige belangen van je ziel.
Ook de Heere Jezus weet als de alwetende God wat er in de harten van mensen omgaat, ook in het hart van deze man, die graag méér wil hebben dan hij nu al heeft. De Bijbel noemt dat gierigheid. Eigenlijk is deze man een gierigaard. Dat blijkt wel uit wat Jezus hierna zegt tegen de mensen om Hem heen. 'Ziet toe en wacht u van de gierigheid', dat wil zeggen: let op uzelf, op uw eigen hart, want in uw hart leeft zo dikwijls de begeerte naar steeds meer. Uw hart is vol hebzucht en hebzucht is zonde voor God. De Heere Jezus vindt het nodig dat alle mensen om Hem heen daarvoor gewaarschuwd moeten worden. Hij weet wat er in het hart van de mens leeft. Hij weet dat de mens zo dikwijls denkt dat hij pas gelukkig is als hij heel rijk is in deze wereld. Dat is echter een vreselijke vergissing. De Heere wil dat duidelijk maken met een verhaal. Het is een verhaal dat niet echt gebeurd is, maar waarmee Hij een ernstige boodschap wil doorgeven. Zo'n verhaal noemen we ook wel een gelijkenis.
Daar loopt een rijke boer. Hij heeft een heel goed jaar achter de rug. Zeer tevreden loopt hij over zijn landerijen als de oogsttijd is aangebroken. Hij kan zijn ogen bijna niet geloven. Wat zal hij een geweldige oogst binnenhalen. Het heeft op tijd geregend en de zon heeft veel geschenen. In geen jaren hebben zijn wijnstokken en andere vruchtbomen zoveel voortgebracht. Hij geniet van de golvende korenvelden, maar nog meer geniet hij van de gedachte dat hij straks nog veel rijker is dan nu. Glimlachend staat hij even verder stil om te kijken hoe zijn knechten bezig zijn met het maaien van de tarwe. Plotseling komt er een bezorgde trek op zijn gezicht. Deze mooie oogst brengt toch een probleem met zich mee. Waar moet hij straks al dat koren en die vruchten opslaan? Zijn schuren die ginds staan, zullen wel veel te klein zijn om zo'n grote oogst te kunnen bergen. Diep in gedachten verzonken loopt hij naar zijn huis. Daar denkt hij verder na over het probleem. Na enige tijd heeft hij de oplossing gevonden. Hij zegt: 'Dit zal ik doen; ik zal mijn schuren afbreken en grotere bouwen en zal aldaar verzamelen al dit mijn gewas en deze mijn goederen. Geen nieuwe schuren erbij, maar grotere en mooiere. Dat is puur om te pronken. Zo zal hij in de hele omgeving bekend staan als de rijkste man. Aan zijn naaste denkt hij niet, terwijl hij best weet dat er arme mensen in zijn omgeving wonen, mensen die geholpen moeten worden. Aan God denkt hij evenmin. Hij bedenkt niet dat hij al rijk was en dat God hem nu nog meer heeft gegeven. Hij denkt er helemaal niet over na dat alles wat hij heeft eigenlijk het eigendom is van de Heere. Hij doet alsof alles zijn eigendom is, hij heeft het over 'mijn' vruchten, 'mijn' schuren, 'mijn' gewas en 'mijn' goederen. Tevreden zegt hij: 'En ik zal tot mijn ziel zeggen: ziel! gij hebt vele goederen, die opgelegd zijn voor vele jaren, neem rust, drink, wees vrolijk.
Zorgen over de eeuwige toekomst heeft hij niet. Hij vraagt niet: 'Mijn ziel, doorziet gij uw lot, hoe zult gij rechtvaardig verschijnen voor God?' Deze man houdt er geen rekening mee dat hij eens zal moeten sterven om voor God rekenschap af te leggen van alles wat hij gedaan heeft, ook wat hij met zijn goederen deed. Hij denkt niet aan de redding van zijn ziel, het kostbaarste dat hij heeft. Hij meent dat zijn ziel alleen maar gelukkig zal zijn, als hij heerlijk kan gaan genieten van zijn geld en goederen. 'Mijn ziel, neem rust, eet, drink, wees vrolijk', zo klinkt het triomfantelijk uit zijn mond. Nu kan ik voor de rest van mijn leven feest vieren en vrolijk zijn. En met deze heerlijke toekomstplannen valt hij in slaap.
De volgende dag... Als een lopend vuurtje gaat het bericht door de omgeving: 'Heb je het al gehoord?' 'Nee, wat dan?' 'De rijke man is gestorven. Deze nacht! Plotseling!' 'Dat kan niet waar zijn. Ik zag hem gisteren nog over het land lopen.' 'Ja, maar het is toch echt waar. Hij leeft niet meer.' 'Ontzettend!'
Nadat de rijke man aan het woord geweest is, gaat God spreken. En als God spreekt dan gebeurt er iets. We lezen in de Bijbel: 'Maar God zeide tot hem: 'Gij dwaas! In deze nacht zal men uw ziel van u afeisen; en wat gij bereid hebt, van wie zal het zijn?' God noemt deze man een dwaas! Deze man wist best dat God bestond en dat hij eens sterven moest, maar hij hield er geen rekening mee. In heel zijn doen en laten deed hij alsof God niet bestond. Terwijl hij zijn plannen maakte voor de toekomst, rekende hij er niet op dat zijn dood zó dichtbij was. Daarom noemt God hem een dwaas. Hij was ook een dwaas, omdat hij God niet nodig had bij het maken van zijn plannen, maar nog wel het meest omdat hij God niet zocht tot redding van zijn ziel. Nu is hij niet alleen zijn goederen kwijt, maar ook zijn ziel is voor eeuwig verloren. Nog diezelfde dag vindt de begrafenis plaats. De mensen hebben hem misschien geprezen, maar God noemt hem een dwaas, omdat zijn hart uitging naar aardse goederen en niet naar God.
En nu een heel belangrijke vraag. Waar gaat jullie hart naar uit? Wat is voor jou het belangrijkste? Moet God jou ook een dwaas noemen, omdat je eigenlijk net zo leeft als deze man. De grootste dwaasheid van de rijke man was dat hij niet rijk wilde zijn in God. Zijn schatten waren alleen op deze aarde. Wat is jouw rijkdom en jouw grootste schat? De Heere Jezus zegt: 'Waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn'. Vraag dan maar veel of de Heere je hart niet op de aardse dingen wil richten. Want bij de Heere in de hemel is alleen het ware geluk te vinden. Daar is de rijkdom die de Heere Jezus heeft verdiend voor al Zijn kinderen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1992
Mivo -12 | 20 Pagina's
