JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Handleiding 2: Andreas

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Handleiding 2: Andreas

20 minuten leestijd Arcering uitzetten

Toelichting op het thema
Dit jaar behandelen we in de Kompasschetsen het thema ‘De discipelen van de Heere Jezus’. Deze schets gaat over Andreas. Andreas was eerst discipel van Johannes de Doper en hoorde hem het Lam Gods aanwijzen. Daarna werd hij één van de eerste volgelingen van de Heere Jezus. We lezen niet heel veel over Andreas. Maar wat we over hem lezen is wel heel mooi: hij brengt mensen bij Jezus. Eerst zijn broer Simon Petrus, later het jongetje met de broden en vissen en ook de Grieken die ‘Jezus wel wilden zien’.

Doel van de vertelling
De kinderen laten meebeleven wat het voor Andreas geweest is om de Heere Jezus te leren kennen. Zijn liefde en verwondering laten horen en wat dat uitwerkt in je leven: anderen bij Jezus willen brengen. We hoeven niet allemaal vooraan te staan of een ambt te bekleden, maar hebben wel de opdracht anderen op Jezus te wijzen.

Introductie van het thema voor de kinderen
Verzamel op internet enkele uitnodigingen voor zondagsschool of kinderclub. Bespreek met elkaar waar die voor dienen. Wat is belangrijk als je iemand wilt uitnodigen om ook maar de club te komen? Is een (aantrekkelijk) kaartje alleen genoeg? Bespreek dat een persoonlijke, mondelinge uitnodiging vaak meer effect heeft. En dat relatie daarbij belangrijk is. Dus ook: hoe gedraag jij je? Ben je een levende reclame? In deze schets vertelt Andreas hoe hij een discipel van de Heere Jezus is geworden. Het is goed dit vooraf even te benoemen, zodat duidelijk wordt wie de ‘ik’ in het verhaal is.

Zingen
Psalm 81:12
Psalm 34:1, 5, 6
Psalm 1:1, 2
Psalm 32:1, 6
Psalm 25:10
Psalm 84:6
Psalm 119:1, 3, 7
Psalm 139:1, 2, 14

Lezen
Johannes 1:35-43

Kerntekst
Deze vond eerst zijn broeder Simon, en zei tot hem: Wij hebben gevonden den Messías, hetwelk is, overgezet zijnde, de Christus.En hij leidde hem tot Jezus. (Johannes 1:42, 43a)

Vertelling

Vandaag was echt een bijzondere dag! Samen met mijn vriend Johannes heb ik een nieuwe rabbi horen preken. En echt, het was anders dan alles wat ik tot nu toe gehoord heb. We zijn diep onder de indruk en hebben besloten dat we bij deze rabbi willen horen, we willen zijn discipelen zijn. Want wat hij vertelt… dat horen we in de synagoge niet. Wat een ernstige preek was het, we voelden het van binnen, dit is echt waar, dit is belangrijk! Tja, ik noem hem een rabbi, maar ik zou beter kunnen zeggen: een profeet! Hij draagt om te beginnen al heel andere kleding dan de meeste farizese rabbi’s in de synagogen. Die dragen mooie mantels en hebben lange kwasten onderaan hun kleed hangen.
Maar deze profeet draagt een heel eenvoudig kleed van kamelenhaar. Hij heet trouwens ook Johannes, net als mijn vriend. En hij woont helemaal alleen ergens in de woestijn. Daar zoekt hij ook zijn eten. Je kunt zien dat hij het helemaal niet belangrijk vindt om er mooi uit te zien of een goed leven te hebben. En dat kun je ook horen aan zijn preek. Hij waarschuwde ons heel ernstig: “De bijl ligt al aan de wortel van de boom. Het oordeel over de zonden zal snel komen. Bekeert u, want het Koninkrijk van God is nabij gekomen!” Johannes en ik hebben geluisterd en er later samen over gepraat. We zijn nog jong, maar ook wij kunnen sterven. En dan? Kunnen wij dan voor God verschijnen? De prediker Johannes heeft gelijk. Morgen gaan we weer luisteren…!

Zo, dat was wel schrikken… We zijn vandaag weer bij die prediker bij Bethábara geweest. Wat hij zei was niet gemakkelijk om aan te horen. Nee, het gaat hem er niet om zoveel mogelijk volgelingen te krijgen. Hij is bepaald niet vleiend tegen de mensen als hij hun zonden aanwijst. Hij durfde het zelfs aan om de farizeeën ‘adderengebroed’ te noemen en ‘witgepleisterde graven’. Van buiten lijkt het heel wat, maar hun binnenkant, hun hart, is slecht. Maar door die woorden zag ik wel dat ik eigenlijk ook niet beter ben dan die farizeeën… Ook in mijn hart wonen zoveel zonden. Hoe kom ik daar toch van af? Johannes zei: “Bekeert u, verlaat de zonden, dient God en houdt Zijn geboden.” En toen sprak hij over het Lam van God, Dat de zonden van de wereld zal wegdragen. Ik weet dat in de tempel offers gebracht worden. Dat heb ik ook wel gezien als ik voor het Paasfeest in Jeruzalem was. Dan wordt er een lam geslacht. Dat lam sterft dan in mijn plaats. Maar elke keer doe ik weer zonden, elke keer is er weer een offer nodig. Wat zou Johannes toch bedoelen met dat Lam Dat de zonden van de wereld wegdraagt? Het is iets belangrijks, dat voel ik wel. Morgen maar weer luisteren…!

Weer is alles anders geworden! Ik dacht dat we voortaan Johannes zouden gaan volgen, we wilden zijn discipelen zijn. Maar nu weten we dat we niet bij Johannes moeten zijn. Hij is slechts een voorloper. Vandaag hebben we de Messias gevonden, over Wie Johannes steeds al vertelde in zijn preken. Wat een wonder! Ik kan het nog niet helemaal begrijpen…! Toen we gisteren naar Johannes aan het luisteren waren en toekeken hoe hij mensen doopte in de Jordaan, zei hij ineens: “Zie, het Lam Gods!” Tussen alle andere luisteraars stond een Man. Hij viel helemaal niet op, tot Johannes naar Hem wees. Deze Man wilde ook gedoopt worden. Johannes weigerde dat, maar de Man wilde het toch. Toen Hij weer uit het water kwam, daalde er een duif op Hem neer en we hoorden, als een soort donderslag, de woorden: “Deze is Mijn Zoon, Mijn Geliefde, in Dewelke Ik Mijn welbehagen heb.” Zou Híj dan het Lam zijn waar Johannes steeds over sprak? Vandaag liep die Man opnieuw langs de Jordaan. En weer wees Johannes naar Hem en zei: “Zie het Lam Gods, dat de zonde van de wereld wegneemt!” Toen zijn we Hem gevolgd. Als Hij de Messias is, willen we Zijn discipel worden! Na een poosje draaide Hij zich om en vroeg aan ons: “Wie zoeken jullie?” “Meester, waar woont U?” durfden we te vragen. Waar is Uw huis, waar kunnen we onderwijs van U krijgen? Ik weet het nog zo goed, het was vanmiddag rond vier uur. En weet je wat Hij tegen ons zei? “Kom en zie!” We zijn met Hem meegegaan. Hij heet Jezus. We zijn de rest van de dag bij Hem gebleven en hebben naar Hem geluisterd. En ja, Johannes, de prediker bij de Jordaan, had gelijk. Deze Man heeft de woorden van het eeuwige leven. Er kwam zo’n rust bij ons van binnen toen we naar Hem luisterden. Alle vragen die in ons hart waren gekomen toen we naar Johannes luisterden, werden beantwoord. Hoe wonderlijk! Wat zijn we dankbaar dat we Hem gevonden hebben. Maar we mogen dit niet alleen voor onszelf houden. Morgen gaan we ook onze andere vrienden roepen: Simon, mijn broer, en Jakobus, de broer van Johannes. Zij moeten Jezus, de Christus ook leren kennen!

Vandaag heb ik Simon bij Jezus gebracht. Dat was bijzonder. Ik had hem verteld dat Johannes en ik de Christus gevonden hebben. Nieuwsgierig ging Simon met ons mee. Toen ik Simon aan Jezus voorstelde, was het net of Hij hem al heel lang kende. Hij keek Simon aan en zei: Gij zijt Simon, de zoon van Jona; gij zult genaamd worden Petrus. Vanaf dat moment is ook Simon, maar eigenlijk moet ik natuurlijk Petrus zeggen, er van overtuigd dat Jezus de beloofde Messias is. En net als wij luistert hij ook graag naar de woorden die Jezus spreekt.
Vanaf nu mogen we echt volgelingen van de Heere Jezus zijn. Hij heeft ons Zelf geroepen. We zijn nu Zijn discipelen. Na onze vorige ontmoeting waren we weer terug gegaan naar huis. Vandaag waren Simon en ik op het schip van onze vader aan het werk. We waren druk bezig met de netten. Toen kwam Jezus voorbij lopen. Hij zag ons bezig en riep ons: “Volg Mij na en Ik zal u vissers van mensen maken!” Nou, dat hoefde Hij maar één keer te zeggen. We hebben alles uit onze handen gelegd en zijn direct van het schip afgegaan om met Hem mee te gaan. Zo wonderlijk, het lijkt wel of niets anders meer telt! Als Hij spreekt, dan moet je luisteren. Dan wil je ook niet anders meer dan luisteren…! Een eindje verder waren Johannes en Jakobus op het schip van hun vader Zebedeüs aan het werk. Ze waren de netten aan het repareren. Ook zij werden door Jezus geroepen en hebben alles achter gelaten om Hem te volgen. ‘Vissers van mensen’ zei Hij… Wat zal dat betekenen? Wat wil Hij dat wij gaan doen? Ik weet nog niet precies wat dat zal zijn. Maar ik geloof dat als Hij roept, Hij ook zal geven wat we nodig hebben. Al weet ik nu nog niet hoe het moet, Hij zal het ons vast en zeker leren.

Wat is het bijzonder om een discipel van Jezus te zijn. Elke dag leren we meer van Hem. Over het Koninkrijk der hemelen. Waar het niet gaat om wijsheid en rijkdom. Waar kinderen juist een voorbeeld zijn voor de grote mensen. Wat er nu al is, maar wat later nog beter wordt. Soms is het zo onbegrijpelijk wat Jezus ons vertelt. Zo wonderlijk. Maar altijd heerlijk. Als dat Koninkrijk er echt helemaal zal zijn, zal niemand meer zeggen: ik ben ziek. Hij heeft de macht over ziekte en dood. We zien dat elke dag. Elke dag worden er zieken bij Hem gebracht. En Hij geneest ze. Lammen kunnen weer lopen, blinden weer zien, doven weer horen. Ook melaatsen worden door Hem genezen. Het is onvoorstelbaar. Zoveel mensen, zoveel nood. Maar Hij stuurt nooit iemand weg, het is Hem nooit te veel. O ja, soms is Hij ook echt wel heel moe. Dan zoeken we een rustige plaats. Meestal gaat Jezus dan bidden tot Zijn Vader in de hemel. Daarna is Hij weer helemaal uitgerust en klaar om de mensen te ontvangen. Je kunt merken dat het Zijn liefste werk is om mensen te helpen. Vooral als Hij merkt dat mensen gelovig tot Hem komen, is Hij dankbaar en blij. Helaas is dat niet altijd zo. Er komen vaak ook farizeeën en sadduceeën, die proberen Hem op Zijn woorden te vangen. Die zijn er op uit om Hem kwaad te doen. Dat geeft Hem veel verdriet. Ik begrijp ook niet waarom ze zo’n hekel aan Hem hebben. Hij doet toch niemand kwaad? Juist niet! En wat Hij de mensen predikt, is ook niet gevaarlijk of zo. Hij roept de mensen juist op om elkaar lief te hebben. Ja, zelfs om je vijanden lief te hebben. Hij roept op om de wet te houden, met je hele hart, uit liefde tot God. Daar kan toch niemand wat tegen hebben? Hij waarschuwt tegen zonde en ongeloof. Dat moeten de farizeeën toch juist goed vinden?

Ik zal nog iets wonderlijks vertellen wat Hij heeft gedaan. Het was weer zo’n dag waarop veel mensen naar Jezus gekomen waren. Om te luisteren naar Zijn woorden, om zieken bij Hem te brengen. De mensen hadden er een flinke reis voor over gehad. We waren die dag in een verlaten en ruig gebied. Toen het avond werd, zeiden we tegen de Meester dat Hij de mensen nu toch echt weg moest sturen. Misschien zouden ze dan voor het donker nog eten en onderdak kunnen vinden. Maar Hij zei tegen ons: “Geven jullie hen maar te eten!” Nou, daar stonden we dan. We keken eens om ons heen. Er was een enorm veel mensen bij elkaar gekomen. Duizenden mensen. Hoe zouden wij die ooit van eten kunnen voorzien. Filippus sprak onze gedachten uit: “Al zouden we hier nu voor 200 penningen brood kopen, dan hebben we nog lang niet genoeg voor iedereen…” Ondertussen liep ik naar de mensen die het dichtst bij ons in de buurt stonden. “Wie heeft er eten bij zich?” vroeg ik. Ik wilde ontdekken of de mensen misschien toch wel eten bij zich zouden hebben. Maar de meesten schudden hun hoofd. Nee, dat hadden ze niet. Toen kwam er een jongetje naar me toe. Hij had wat brood en vis in een mandje bij zich. “Dit mag de Meester wel hebben.” Ik heb het jongetje bij de Meester gebracht. “Hier, dit is wat we hebben…!” Ik bedoelde: dat is toch niet genoeg? Daarmee beginnen we toch niets? Maar de Heere Jezus keek de jongen vriendelijk aan en bedankte hem. Hij nam het mandje van hem over. “Laat alle mensen in het gras gaan zitten”, zei Hij. Even later zaten alle mensen in groepen op het gras. Toen sloeg Jezus Zijn ogen op naar de hemel en dankte Zijn Vader voor het eten en vroeg om een zegen. Daarna begon Hij de broden in stukken te breken. Het ging maar door. Steeds meer stukken. Wij verzamelden ze in manden en deelden ze uit. En elke keer konden we onze mand weer bij Hem vullen. Wat een wonder! Zo kan iedereen toch zien dat Hij de Zoon van God is? Toen iedereen genoeg gegeten had, moesten we verzamelen wat over is. Niets mocht verloren gaan. En er waren nog 12 manden vol brood over. De mensen waren allemaal diep onder de indruk. Er waren er zelfs die riepen dat Jezus Koning gemaakt moest worden. Maar zover liet Hij het niet komen en ging weg. Zonder dat de mensen het in de gaten hadden, ging Hij alleen de berg op. Toen ze zagen dat Hij er niet meer was, zijn ze ook maar weggegaan. Wij vonden het eigenlijk wel jammer. Hij zou echt een goede Koning zijn voor Israël.

We zijn voor het Paasfeest in Jeruzalem. Steeds meer mensen komen naar onze Meester luisteren en om Zijn wonderen te zien. Wat een drukte om Hem heen. Vandaag ook weer. Op een gegeven moment kwam Filippus naar me toe. Hij vertelde dat er een aantal Griekse mannen naar het Paasfeest gekomen zijn. Zij hebben gehoord over Jezus en willen Hem graag zien. Zullen wij hen bij Jezus brengen? Nou, dat spreekt vanzelf, dacht ik. Meteen zijn we naar de Meester gegaan om te vragen of we deze mensen ook bij Hem mochten brengen. Eigenlijk voelde ik me wel een beetje vereerd dat ook mensen uit het buitenland mijn Meester zoeken. Maar het liep anders dan ik had gedacht. Jezus schudde Zijn hoofd en zei: “De ure is gekomen dat de Zoon des mensen verheerlijkt zal worden.” Ja, dat dacht ik ook, zelfs de Grieken kwamen er speciaal voor naar Hem toe. Toch? Maar toen sprak Jezus verder: “Als het tarwegraan niet in aarde valt en sterft, kan het geen vrucht dragen.” Ik begreep het niet. In de aarde vallen en sterven? Jezus zei toch dat Hij verheerlijkt zou worden? Betekende dat dan niet dat Hij geëerd zou worden? En nog meer dingen zei de Meester, waardoor ik zelfs het gevoel kreeg dat er juist iets ergs met Hem zal gaan gebeuren. Want al zijn er veel mensen die komen om Hem te horen, zijn er ook veel mensen die Hem haten…
Wat is er veel gebeurd. Zoals ik al vreesde, gebeurde er iets ergs. En toch was het goed, dat zie ik nu achteraf ook. De farizeeën die Jezus zo waren gaan haten, hebben Hem gevangen genomen en bij Pontius Pilatus gebracht. Na een oneerlijk proces is Hij veroordeeld tot de dood aan het kruis. Wij begrepen er niets van, toen Hij vertelde van het tarwegraan dat moet sterven. Nu begrijp ik dat Hij toen over Zichzelf sprak. Hij is gestorven en begraven. Maar dat was het einde niet, ook al dachten wij dat wel. Hij is weer opgestaan uit de dood! Hij leeft en is nu bij Zijn Vader in de hemel om voor ons te bidden.
De satan wil dat we allemaal verloren gaan. Maar door Zijn dood en opstanding heeft Hij de satan overwonnen. De vrucht is het eeuwige leven voor ieder die in Hem gelooft. En daarom is ons werk niet klaar. Wij moeten een zondige wereld laten weten dat er leven is bij Hem, Die gestorven is voor zondaren. Iedereen moet het horen. Dat is ook het mooiste wat er is, anderen over de Heere Jezus vertellen, bij Hem brengen. Help je mee?

Achtergrondinformatie bij het Bijbelgedeelte

Andreas
Andreas was de broer van Simon Petrus. Samen met Johannes, de zoon van Zebedeus, was hij eerst discipel van Johannes de Doper. Na de doop van de Heere Jezus zijn zij Hem gevolgd. Overtuigd van het feit dat ze de Messias gevonden hebben, halen ze ook hun broers over om mee te gaan. Toch zijn ze nog niet meteen bij Jezus gebleven. In Mattheus 4: 18-22 lezen we dat ze van het schip van hun vader geroepen worden om Jezus te volgen.
Hoewel hij dus één van de eerste discipelen was, horen we verder weinig van Andreas. Hij wordt in alle opsommingen als vierde genoemd, maar hoorde niet bij de drie die bij bijzondere gebeurtenissen aanwezig waren.
We lezen van Andreas dat hij zijn broer Simon bij Jezus bracht en ook het jongetje met de 5 broden en de 2 vissen bij de eerste wonderbare spijziging. Filippus gaat naar Andreas met de vraag van de Grieken (Johannes 12: 22) en Andreas en Filippus gaan ermee naar Jezus. Zo heeft Andreas steeds de rol van iemand die anderen naar Jezus brengt.

Het Lam Gods
Als Johannes de Heere Jezus tot zich ziet komen, zegt hij tegen de mensen Wie Jezus is: Zie, het Lam Gods, Dat de zonde der wereld wegneemt. Christus is het ware Offerlam. Alle lammeren die, tweemaal per dag, in de tempel geofferd worden tot verzoening van de zonde, wijzen op Hem. Hij neemt onze zonden op Zich en verzoent ons met God. Hij heeft de toorn van God tegen de zonde van het ganse menselijke geslacht gedragen (…), opdat Hij met Zijn lijden, als met het enig zoenoffer, ons lichaam en onze ziel van de eeuwige verdoemenis verloste en ons Gods genade, gerechtigheid en het eeuwige leven verwierf. (HC vraag 37)

Het geloof in de Messias
We moeten de eerste kennismaking van deze mannen met de Heere Jezus niet zo opvatten alsof zij nu pas tot geloof komen. De eerste discipelen van de Heere Jezus zijn gelovige mannen. Als discipelen van Johannes de Doper geloven zij al in de beloften van God aangaande de komende Messias en dienen zij God. Zij kennen de Schriften die van de Messias getuigen en zij geloven op grond van de Heilige Schrift dat Jezus de Beloofde Messias is, dat God in Hem al Zijn beloften vervult.

Koninkrijk der hemelen
De Bijbel spreekt vaak over het ‘Koninkrijk der hemelen’ (vooral in Matthéüs) of het ‘Koninkrijk Gods’ (Lukas en Markus). Beide uitdrukkingen betekenen hetzelfde. Ze wortelen in het Oude Testament, vooral in de prediking van de profeten en in de psalmen. Het Hemelrijk is het Rijk dat God vanuit de hemel op aarde vestigt. Gods Rijk is voortdurend in strijd gewikkeld met het rijk van de vorst der duisternis dat sinds de zondeval op deze aarde is gevestigd. Iedereen die zijn knie voor God buigt, wordt een onderdaan in Gods Rijk. Alle onderdanen vormen samen Gods volk in het Rijk van God. In Christus is het Koninkrijk van God in deze wereld doorgebroken. De bede ‘Uw Koninkrijk kome’ (Matth. 6:10) bidt om de komst van Gods Koninkrijk. Dat is de herschepping, de komst van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde.

Jezus volgen
Veel mensen hebben de Heere Jezus tijdens Zijn omwandeling in Israël voor kortere of langere tijd gevolgd. We lezen voortdurend van een schare mensen die Hem omringt. Maar er is wel verschil tussen de twaalf discipelen van Jezus en Zijn andere volgelingen. De Heere Jezus kiest de eersten persoonlijk. Aan deze twaalf discipelen geeft Hij nader onderwijs: Hij verklaarde alles Zijn discipelen in het bijzonder. (Markus 4:34) Hij heeft hen speciaal uitverkoren om oog- en oorgetuigen te zijn van Hem, om Zijn Naam bekend te maken in de gehele wereld en Zijn Woord te beschrijven.

Roeping tot het ambt
De twaalf mannen die de Heere Jezus roept om dag en nacht in Zijn nabijheid te verkeren, zijn, op Judas na, gelovige mannen. Zij verlaten door de kracht van het geloof op staande voet alles wat hun lief is: hun familie, zelfs hun eigen vrouw en eventuele kinderen, hun huis en bezit, hun beroep, hun vrienden en bekenden. Dat betekent niet dat zij alles onverzorgd achterlaten of scheiden van hun vrouw, kinderen en familie, maar dat ze voortaan niet meer werken voor het levensonderhoud van henzelf en de hunnen, maar dat ze Jezus volgen op Zijn reizen door Israël. Van Paulus weten we dat ze later hun vrouwen bij zich hadden: Hebben wij niet macht om een vrouw (…) met ons om te leiden, gelijk ook de andere apostelen, en de broeders des Heeren en Cefas? (1 Korinthe 9:5)
De Heere Jezus zegt later dat Hij hen rijk zal belonen: Voorwaar Ik zeg u, dat gij, die Mij gevolgd zijt, in de wedergeboorte wanneer de Zoon des mensen zal gezeten zijn op de troon van Zijn heerlijkheid, dat gij ook zult zitten op twaalf tronen, oordelende de twaalf geslachten van Israël. (Mattheus 19:28) Maar voor allen die voor de keus gesteld worden tussen het volgen van de Heere Jezus en het aardse goed, geldt: Zo wie zal verlaten hebben huizen, of broeders of zusters of vader of moeder of vrouw of kinderen of akkers om Mijns Naams wil, die zal honderdvoud ontvangen en het eeuwige leven beërven. (Mattheüs 19:29)

Discipelen
Het oorspronkelijk Griekse woord voor ‘discipel’ betekent leerling. Ook het Hebreeuwse woord voor discipel is afgeleid van het woord ‘leren’. Een discipel leert hoe hij God moet gehoorzamen door overgave aan en afhankelijkheid van Hem en Zijn geboden (Deuteronomium 5:1, Psalm 119:7, 71 en 73, Jesaja 1:17 en Mattheüs 11:29).
Het woord ‘discipel’ verwijst vaak naar de twaalf mannen die Jezus tijdens Zijn rondwandeling op aarde vergezellen (Mattheüs 10:2-4 en Johannes 3). Uit Matthéüs 10 blijkt dat zij handelen namens Jezus. Ze verkondigen het Evangelie, maar genezen ook zieke mensen en werpen duivelen uit.
Anders dan een apostel is een discipel geen ambtsdrager. Niet alleen Jezus’ twaalf leerlingen, maar ook een bredere kring van mensen, die Jezus’ onderwijs genoot, heten namelijk discipelen. Verder heeft ook Johannes discipelen (Matth. 9:14) en beschouwen de Joden zichzelf als discipelen van Mozes (Joh. 9:28). Jezus heeft de apostelen opgedragen alle volken te onderwijzen. Dat wil zeggen: tot discipelen van Hem maken (Matth. 28:19). Daarom heet Tabítha een discipelin (Hand. 9:36), hoewel ze waarschijnlijk Jezus op aarde nooit ontmoet heeft.
Een discipel erkent onvoorwaardelijk Jezus’ gezag. Door Zijn leer te aanvaarden, te belijden en te doen deelt hij in Christus’ lijden (Matth. 10:17-42). Wie zijn leven echter verliest, zal het behouden (Matth. 16:25). (Bron BMU)

Kapernaüm
Na de verzoeking in de woestijn is Jezus niet meer teruggekeerd naar Nazareth, maar vestigde Hij Zich in Kapernaüm. Kapernaüm ligt aan het Meer van Galilea.

Heidelbergse Catechismus
Vraag 31 over Christus de Gezalfde.
Vraag 37 over het lijden van de Heere Jezus.
Vraag 123 over ‘Uw Koninkrijk kome’.

Nederlandse Geloofsbelijdenis
Artikel 1 Dat er een enig God is.
Artikel 10 De Godheid van Jezus Christus
Artikel 13 Van de voorzienigheid Gods en regering aller dingen
Artikel 16 Van de eeuwige verkiezing Gods

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 augustus 2020

Kompas Handleiding | 16 Pagina's

Handleiding 2: Andreas

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 augustus 2020

Kompas Handleiding | 16 Pagina's