Eén ding weet ik
Bram geniet van Stevens pianospel. Het blijft een wonder hoe zijn broer dit zo mooi kan. Steven speelt een improvisatie over een bekend lied. Bram probeert de tekst tot zich door te laten dringen.
Thuis springt Bram direct onder de douche. Hij trekt een schoon stel zomerse kleren aan en rijdt op de fiets naar de winkelstraat. Daar past hij in een kledingzaak een paar broeken, T-shirts en polo’s. Dan koopt hij een stapeltje kleding dat in de aanbieding is. Het boeit hem niet veel wat hij aanheeft, maar de keuze in zijn kast zou wat royaler mogen. Halverwege de winkelstraat koopt hij een ijskoude drank en drinkt hem door het rietje op, fiets aan de hand. Dan rijdt hij in een kalm gangetje terug.
Iedereen is inmiddels thuis. Bram wipt zijn schoenen uit en schuift ze in de kast. Pianomuziek komt hem tegemoet. Hij steekt zijn duim op naar Anneloes, die prei snijdt. Moeder staat met twee handen in het gehakt. Vader drinkt staand een glas water. Bram hangt de tas met kleren aan de knop van een keukenstoel.
De pianomuziek wordt gemaakt door Steven, die met zijn rug naar hen toe aan de piano zit. De vingers van zijn linkerhand wandelen over de toetsen. Rechts maakt hij allerlei vlugge loopjes. Hij zal wel weer een Lied zonder woorden studeren, zijn favoriete genre.
‘Lekker gereden?’ zegt Anneloes zachtjes. ‘Mag je al speciale dingen doen?’
‘Alles is speciaal’, reageert Bram. ‘Maak je preisoep of prijssoep?’
Ze kijkt hem aan met een minzaam lachje, alsof er een addertje onder het gras zit. ‘Dat mag jij beoordelen.’
Bram trekt een stoel bij de kamertafel vandaan. Hij gaat zitten en luistert naar het pianospel. Steven beweegt tijdens het spelen langzaam met zijn hoofd van links naar rechts en terug.
Het is een gewoonte in dit huis dat niemand hardop praat als Steven speelt. Hij heeft erg veel last van overbodige geluiden. Bram vindt dat Steven hierin wel te ver gaat. Want wat is precies overbodig? Zijn broer noemt het zelfs amoreel als je door zijn pianospel heen praat.
Het blijft onbegrijpelijk dat Stevens vingers de juiste toetsen vinden. Hij oefent al jaren elke dinsdagavond bij een pianist. Als hij een nieuw stuk aanleert, mag hij zijn handen bovenop die van zijn leraar leggen. Thuis probeert hij het muziekstuk dan verder in te studeren, vanuit zijn geheugen.
De piano ruist als een waterval. De linkerhand maakt een spannend akkoord. Er klinkt een ontknoping en Steven laat zijn vingers van de toetsen glijden. Hij blijft roerloos zitten. ‘Netjes’, zegt Bram. ‘Absoluut geen Beethoven, gok ik.’
Steven knikt. ‘Dit was Saint-Saëns’, zegt hij. ‘Als je mooie muziek hoort, en je kent het niet, dan is het Saint-Saëns. Of Fauré.’ Bram grinnikt. De muzikale kennis van Steven is moeilijk te evenaren. Hij heeft het hele XYZ der muziek in zijn hoofd zitten.
‘Speel nog eens wat’, zegt hij. ‘We gaan pas over een halfuur eten.’
‘Oké, speel ik nog iets heel bekends.’ Steven legt zijn vingers opnieuw op de toetsen en begint te improviseren. Zijn hoofd beweegt alweer. Bram gaat staan en legt zijn hand op de stoelleuning. Anneloes komt de kamer in, kijkt rond en loopt weer terug. Het is inderdaad een overbekend lied wat Steven speelt. Hij maakt er een prachtig kunstwerk van, en eindigt ten slotte heel rustig en verstild.
‘Welk stuk is dat ook alweer? Dat wordt toch wel eens gezongen door zo’n wereldberoemde blinde zanger?’
Steven knikt. ‘Amazing Grace, inderdaad. Ken je trouwens die tekst? I once was lost, but now I’m found. Was blind, but now I see.’ ‘Oh, nee ik wist niet dat zoiets de tekst was. Apart’, voegt hij eraan toe. Bijna meteen voelt hij zich ongemakkelijk. Was het nou een soort christelijke song of zo? Geen idee. Wel een beetje awkward dat het gaat over iemand die blind was en nu weer kan zien. Maar kennelijk heeft Steven tegenwoordig zo zijn eigen fantasieën. Trouwens, wie heeft die niet... Vanavond, tijdens het fietsen, zal hij er vast wel iets over zeggen. Ze zijn niet gewend om als broers ‘verstoppertje’ voor elkaar te spelen.
Hij loopt naar de keuken, achter moeder en Anneloes langs. Trap op, naar boven. Zijn mobiel toont tien appjes, twee sms’jes en een email. De email is reclame, de sms’jes van de tandarts en de apps van een paar klasgenoten. Het stelt allemaal niets voor. Hij gaat even op bed liggen en staart naar het plafond. Alsof ze erop gewacht heeft, komt het meisje tevoorschijn. Rachel? Nee, Naomi! Wat hoorde hij haar nu zeggen? Dat ze het zo aangrijpend vond, die stok van Steven? En daarna verontschuldigde ze zichzelf, zo van: sorry dat ik zo spontaan ben.
Tja, zo kent hij er nog een paar. Spontane mensen kunnen ook gewoon op tijd hun mond dichthouden, toch?
Hij sluit zijn ogen en opent ze pas weer als iemand onderaan de trap staat te roepen. Hij zwaait zijn benen omlaag en rekt zich uit. Vermoeiend elke keer, dat rijden. Hij gaat naar beneden en vindt iedereen aan tafel rond een gigantische pan soep. Er zijn toastjes met kruidenboter, kaas en salade. ‘Eet smakelijk’, zegt hij. ‘Sportief dat jullie wachten. Zal ik de soep ronddelen?’
‘Je weet welke kant de gehaktballen op moeten’, zegt Anneloes. Ze eten zwijgend. De lepels tinkelen en tikken. De zon glipt door het zijraam naar binnen en prikt in zijn ogen. Steven draait zijn hoofd die kant op. ‘Klein beetje extra warmte’, zegt hij. ‘Dat mag nog wel even voor de herfst losbarst.’
‘Ja’, zegt Anneloes. ‘Oh, de herfst. Die bladeren en zo. Goud, geel, oranje, bruin.’
‘En bedankt’, zegt Steven op goeiige toon. ‘Volgens mij is het vooral koud en nat.’
Opnieuw wordt er gezwegen. Na zijn eerste bord geeft Bram toe dat het prijssoep is. Hij spreekt het woord duidelijk genoeg uit om Anneloes een glimlachje te ontlokken.
‘Hoeft niemand vanavond weg?’ zegt Anneloes.
Niemand reageert, behalve Steven. ‘Mogelijk fietsen wij ons rondje. Wat mij betreft, tenminste.’
‘Ja, uiteraard’, zegt Bram.
‘Bram is helemaal topfit’, beslist Anneloes. ‘Hij gaat tegenwoordig ’s middags op bed liggen. Heeft-ie net twee uur lang lekker op een zachte autostoel gezeten. Niet reageren, Bram, choose your battles.’
Bram knikt prijzend. Zijn zusje functioneert prima zelfstandig. Niks meer aan doen.
Er komt een schitterende Javaanse pudding met kokos uit de keuken. Geen idee waar Anneloes die nu weer vandaan haalt. Ten slotte is iedereen uitgegeten. Vuile vaat richting de keuken. Troep weg, vaas op tafel.
‘Hoofdpijn, Steven?’ vraagt vader.
Steven lijkt een beetje te schrikken. ‘Geen hoofdpijn. Wel duf. Vandaar dat fietsen.’
‘Prima joh’, zegt Bram. ‘Ga ik eerst nog wel even m’n maths doen. Als jij weer gaat pianospelen, dat werkt super.’
Hij haalt zijn tas uit de gang, ritst hem los. Wiskundeboek open, bladzijde 44 alweer. Een bizarre grafiek grijnst hem tegemoet. Steven zou die grafiek eens moeten kunnen zien. De formules die erbij staan zijn al even bizar. De vraag is bij welke waarden de lijnen elkaar snijden.
Zo aangrijpend, die stok.
Schiet op, Bram. Concentreer je.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 juni 2025
Daniel | 40 Pagina's