De wijnboer uit Parijs
Het is nacht in Orleans, Frankrijk. Overal is het donker. Als we door de straten lopen zien we weinig mensen meer. Oh kijk, bij dat huis brandt nog licht. Wie zou daar wonen? En wat zou hij midden in de nacht aan het doen zijn? Kom, dan gaan we kijken wie daar in dat huis woont.
A an een tafel zit een jonge man. Diep geconcentreerd zit hij gebogen over zijn boeken. Hij leest een stukje, pakt een ander boek en leest daar ook een stukje uit. Dan schrijft hij wat op. Hij knikt en slaat zijn boeken dicht. Deze jonge man is Johannes Calvijn. Tot diep in de nacht zit hij te studeren voor zijn rechtenstudie. Elke nacht gaat hij lang door. Veel slapen doet hij niet. Als Johannes eindelijk in bed ligt, malen zijn gedachten nog door over alles was hij gelezen heeft. Door dat weinig slapen en veel studeren, krijgt zijn gezondheid een knak. Daar zal hij zijn hele leven last van blijven houden.
Als de vader van Johannes sterft, gaat hij terug naar Parijs. Daar heeft hij eerder gewoond en ook gestudeerd. Johannes is dan 24 jaar. In dat jaar grijpt God hem in zijn hart en laat hem zien dat hij een zondaar is. Johannes doorleeft dat hij zichzelf niet kan bekeren maar dat hij een Borg nodig heeft om voor zijn zonden te betalen. De grote vraag van Johannes is: Hoe komt God aan Zijn eer?
In Parijs worden de protestanten, de christenen, erg vervolgd. Veel mensen werden gevangengenomen en vermoord, nadat ze gemarteld waren. Ook Johannes heeft vaak gezien welke martelingen de slachtoffers moeten ondergaan. Bij de families van deze mensen gaat Johannes op bezoek en hij vertroost hen door met hen uit de Bijbel te lezen. Ook in de gevangenis gaat hij veel op bezoek bij mensen. Zijn naam wordt overal genoemd. Bij de protestanten zijn ze hem heel dankbaar, maar zijn vijanden, de Roomsen, vinden dat hij onschadelijk gemaakt moet worden.
In het jaar 1533 krijgt de universiteit van Parijs een nieuwe directeur, Nicolaas Cop. Deze Nicolaas is een vriend van Johannes. Nicolaas vraagt of Johannes hem wil helpen om een toespraak te schrijven. Samen schrijven ze een bijzondere toespraak. Op de dag dat Nicolaas deze toespraak zal houden, is er een Roomse feestdag. Met geen woord spreekt
Nicolaas over deze dag. De Roomse mensen zijn woedend! Ze zullen hem krijgen! Niet lang daarna krijgt Nicolaas de opdracht dat hij zich moet melden bij de regering. Zijn vrienden waarschuwen hem: “Ga daar niet heen, Nicolaas, het doodvonnis staat al vast!” Een paar dagen later ontdekt men dat Johannes Calvijn ook meegeschreven heeft aan deze toespraak. Als Nicolaas Cop niet gestraft wordt, dan Johannes Calvijn maar! Terwijl Johannes lesgeeft aan een groep studenten, komen er met veel geschreeuw en dreiging soldaten bij de deur. De leerlingen van Johannes bedenken zich geen moment. Ze scheuren lakens in repen, knopen die aan elkaar vast aan een mand. En zo laten ze Johannes Calvijn in de mand naar beneden zakken. Net zoals de apostel Paulus ontsnapte uit Damascus. Johannes vlucht naar een vriend, waar hij die nacht blijft slapen. De soldaten zijn woest dat ze Johannes Calvijn niet hebben kunnen vinden. De hoofdman geeft opdracht alle poorten in de gaten te houden, zodat Johannes niet kan ontsnappen uit de stad. En toch waakt God over Johannes.
De volgende morgen, komt een eenvoudige wijnboer aan bij de poort. Hij groet de soldaten bij de poort. De soldaten groeten terug en laten de wijnboer doorlopen. Hij zal wel op het land aan het werk gaan, want hij heeft gereedschap bij zich. Maar deze wijnboer gaat helemaal niet op het land werken. Deze man is geen wijnboer. Deze man is... Johannes Calvijn. Vermomd als wijnboer ontvlucht hij de stad Parijs. Johannes vlucht naar Bazel. Daar schrijft hij zijn meest bekende boek: De Institutie, een onderwijzing in de christelijke leer.
Johannes blijft niet zijn hele leven in Bazel. Hij moet nog verschillende keren vluchten. Via verschillende plaatsen komt hij in Genève terecht. Daar werkt hij net zo hard als in de andere plaatsen waar hij verbleef. Op 27 mei 1564 overlijdt Johannes Calvijn. Een grote groep mensen gaat mee als Johannes wordt begraven. Op zijn graf komt geen steen of naambord. Dat was de wens van Johannes. Twee maanden later weet niemand meer waar het graf van Johannes Calvijn precies is.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 oktober 2023
Daniel | 36 Pagina's