Werken in het reformatorisch onderwijs, een voorrecht!

Arie-Jan, hoe was de situatie in het reformatorisch onderwijs toen u begon?

“Eenenveertig jaar geleden, in 1978, begon ik mijn loopbaan in het onderwijs. In die tijd waren er heel weinig vacatures en veel sollicitanten. Op de scholen werkten veel meer mannen dan vrouwen en de meeste leerkrachten werkten fulltime. De klassen bestonden uit dertig tot veertig kinderen. Onderwijsassistenten en interne begeleiders (IB-ers) waren er bijna niet. In deze jaren werkten we zonder computers, maar met een schoolbord en krijtjes. Zelfs een kopieerapparaat was er niet.”

Waarom koos u voor een baan in het onderwijs?

“Er zijn niet veel beroepen waar je zo direct met kinderen bezig kan en mag zijn, ook als het gaat over het spreken met de kinderen over hun eeuwige bestemming en wat daarvoor noodzakelijk is.”

Wat maakt het werken in het (reformatorisch) onderwijs waardevol voor u?

“In het onderwijs mogen we een steentje bijdragen aan de vorming van de kinderen. Daarnaast mogen we ook de Bijbelse boodschap doorgeven, dat maakt het werk voor mij extra bijzonder.”

Wat wilt u de kinderen op uw school meegeven?

“Dat er bij de Heere genade te verkrijgen is voor de grootste van de zondaren. Zoek de Heere in je jonge jaren. De Heere vraagt nú, vandaag, ons hart.”

Ronald, wat is jouw reden om in het reformatorisch onderwijs te werken? Zie je dit als een voorrecht?

“Naar mijn idee is het een voorrecht om in het reformatorisch onderwijs te werken. Wij zijn op aarde geschapen met als doel om te leven tot eer van God. Het richtsnoer voor het reformatorisch onderwijs is God liefhebben boven alles en de naasten als onszelf. Dat wij dit zelf niet meer kunnen en doelmissers zijn leert ons Gods Woord. Anderzijds leert Gods Woord ons dat er voor doelmissers een weg terug is, door het werk van Jezus Christus. Het feit dat reformatorisch onderwijs op dit Woord en op de belijdenisgeschriften is gebaseerd, is voor mij een voorrecht en een reden om in dit onderwijs werkzaam te mogen zijn.”

Wat wil jij de kinderen in de klas echt meegeven?

“In de eerste plaats hen wijzen op de mogelijkheid en noodzaak van zalig worden. In de tweede plaats kinderen kennis meegeven, zodat zij redzaam zijn in de huidige maatschappij, in het bijzonder als christen.”

Heb je in de dagelijkse praktijk te maken met het lerarentekort?

“Met name in de periode waarin we de groepen gaan organiseren voor het komende cursusjaar. Daarom is er ook reden tot dankbaarheid toen afgelopen jaar onze vacatures werden gevuld met leerkrachten met een hart voor de kinderen en het onderwijs.”

Een baan in het (reformatorisch) onderwijs, raad je het aan?

“Jaren geleden adviseerde een oudere leerkracht mij in een beroepskeuze. Zijn advies was: als je kiest voor het onderwijs, kies dan in de eerste plaats voor de kinderen en in de tweede plaats voor je vak(ken). Daarbij: als je het belang inziet van het hebben van onderwijs gegrond op Gods Woord, is er al een goede reden om dit onderwijs in te gaan.”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen