Onuitsprekelijke liefde voor weglopers!

Kunt u eerst wat meer over uzelf vertellen?
“Ruim vijfentwintig jaar woon ik in Veenendaal met ons gezin. Jaren geleden heeft de Heere de weg gewezen naar het ambt, eerst diaken en nu ben ik ouderling in de Gereformeerde Gemeente hier. In Drachten toen ik op de basisschool werkte is de liefde tot het zwakkere kind gekomen. Nu werk ik in het Speciaal Onderwijs, eerst in Ede en nu in Barneveld. Ik zou niet meer weg willen uit het Speciaal Onderwijs. De leerlingen zelf maken dat ik er wil blijven. Ik vind het fijn dat in dit onderwijs niet de leerstof, maar de leerling centraal staat. Het is echt mooi werk. Mijn werk heeft mij geleerd om dingen gewoon en eenvoudig te zeggen. Je hoeft niet met prachtige volzinnen aan te komen. Met de ervaringen vanuit mijn werk mag ik ook dienstbaar zijn in onze gemeente.”

Paulus spreekt in Romeinen 5 en 1 Korinthe 13 over de liefde. Wat houdt deze liefde in?
“In Romeinen 5 gaat het heel duidelijk om de liefde van God Zelf. De liefde van God wordt uitgestort in het hart. Dat doet de Heere door Zijn Heilige Geest. Matthew Henry zegt dan: “De liefde Gods, dat is het gevoel van Gods liefde voor ons, die wederkerig onze liefde voor Hem opwekt.” Het gaat hier over de grote liefde die Hij heeft voor zondaren. En dat kan alleen omdat Christus voor ons gestorven is toen wij nog zondaars waren. Die liefde krijg je in je hart als God je bekeert. In 1 Korinthe 13 gaat het over diezelfde liefde. Hier wordt het vaak gezien als de liefde tussen mensen onderling. Dat is niet verkeerd, maar de verticale lijn, dat het bij God vandaan komt, mag je hier niet vergeten. Deze liefde staat in het kader van de gaven in gemeente, zoals beschreven wordt in 1 Korinthe 12. Zonder de liefde zijn al deze gaven niets. Het gaat er niet om dat je jezelf bedoelt, maar dat je de ander dient in liefde.”

Hoe zie je dat het om de liefde van God gaat?
Dat krijg je! Als ik terugkijk in mijn eigen leven, dan zie ik dat ik in het begin helemaal niet besefte dat het de liefde van God was. Er gebeurt wat met je. Je ziet Gods kinderen die zo gelukkig zijn. Zij horen bij het volk van God en ik hoor er niet bij. Ik ben toen gaan zoeken, want het gaf zo’n verlangen! Ik was door dat zoeken een nette, vrome jongen geworden, die altijd naar de kerk ging. Maar er werd toen gepreekt over Judas die zijn Meester verraadde. En dat was ik! Over Petrus die zijn Meester verloochende. Dat was ik! Het ging ook over de jongeling die hard wegvluchtte toen Jezus gevangengenomen werd in Gethsemané en die jongeling was ik ook! Ik was zo verschrikkelijk onbekeerd! Ik was een verrader, een wegloper en verloochenaar. Maar toch ging ik naar God zoeken. Ik kon niet anders. Ik bad steeds maar ‘Heere, bekeer me toch!’ Dat moet de liefde van God geweest zijn die aan het trekken was! Als dan de Heere daarna laat merken dat Hij van je af wil weten, dan geeft dat zoveel wederliefde! Wat een wonder: het kan nog bij de Heere!”

Wat gebeurde er toen?
“Ik was toen niet bekeerd. Ik voelde me onbekeerd. Ik ben toen wel de Heere achterna gaan lopen en gaan zoeken. Soms raakte de preek me heel diep, ik kreeg weer hoop. Het Heilig Avondmaal trok mij heel erg, maar ik werd steeds weer tegengehouden in de bank. Het was alsof de Heilige Geest zei: ‘Ken je Christus wel?’ Ik wist niet meer hoe het moest. Zeker niet toen de Heere me elke keer weer duidelijk maakte dat het zó niet ging. Hij eist van mij dat ik Hem helemaal dien, altijd bedoel en volmaakt liefheb. En dat lukte me niet. Dan blijft er alleen maar schuld over. Ja, dan weet je het echt niet meer. Maar de Heere wist het wel. De dominee preekte over de Heere Jezus Die de voeten van Zijn discipelen waste. Jezus zei: ‘Weet je waarom Ik dat doe? Omdat Ik altijd de wil van mijn Vader wil doen en de eer van Mijn Vader bedoel’. Toen heb ik geluisterd! Ja, Híj is het! Ik ben toen als het ware verliefd geworden op Hem. Toen ervaarde ik een hele nieuwe liefde. Hij had alles in Zich wat ik miste. Toen werd m’n gebed ook anders. Ik ging toen bedelen of Hij de mijne mocht worden en ik van Hem.”

Werd de strijd toen minder? Of juist meer?
“De strijd werd alleen maar meer! Was ik altijd maar alert geweest in de strijd! Maar ik had het niet altijd door, dat ik verleid werd. De duivel, de wereld en alles om mij heen verleidt. Maar het ergste ben ik zelf! Soms heb ik boven in de Bijbel gelezen en gebeden en dan loop ik de trap af naar beneden en dan ben ik weer zo vol van de wereld. Zeker als de Heere Zijn liefde meer en meer openbaart, komt er meer strijd. Dan bid je elke dag maar ‘Och, schonkt Gij mij de hulp van Uwe Geest … wanneer ik steeds opmerkend waar’ geweest, hoe Uw geboôn mij tot Uw liefde wekken’ (Psalm 119:3 berijmd). De Heere heeft er veel werk aan om mij klein en nietig te houden. Dat doet Hij vaak door mij de bitterste zonden in mijn leven te laten zien. Dan weet ik weer dat ik een eerrover ben. Ik wil als God zijn en zelf de eer hebben. Paulus heeft het over een doorn in zijn vlees. Nou, dit is er één van waar ik mee loop te tobben. In die nood komt er elke keer zo’n verlangen naar het werk van Christus.”

Hoe wordt deze liefde tot God zichtbaar in uw dagelijkse leven?
“Ik maak elke dag tijd om stil te zijn voor de Heere. Ik lees dan in de Bijbel en een dagboek. Wat ik dan gelezen heb, neem ik mee de dag in. Ik fiets naar mijn werk en die momenten gebruik ik vaak om te mijmeren en te mediteren over de Heere. Als ik bijvoorbeeld de mist op het land zie en de zon die erdoorheen komt, dan zie ik daarin ook God en Zijn zorgende hand. Ook op mijn werk zie ik in heel praktische dingen de hand van God. Ik moest bijvoorbeeld voor een leerlinge een stageadres zoeken en dat was heel moeilijk. Totdat er iemand opbelde en zei dat het meisje bij de supermarkt mocht werken. Dan dank ik in stilte: ‘Dank u wel Heere!’ Als je de leiding van de Heere in zoveel dingen om je heen mag zien, dan verrijkt dat je leven enorm! Dan is Hij zo dichtbij!”

De liefde blijft... Kunt u hier iets over zeggen?
“In de hemel is God alles en in allen. Geloven is dan aanschouwen. De hoop is vervuld, maar de liefde blijft. Er is dan volmaakte liefde. Daar zie ik naar uit, want dan hoef ik niet meer te zondigen. Zondigen tegen Zijn liefde is heel erg. Daar zal ook God Zelf zijn in Zijn volmaakte liefde en dan is het zo goed!”

Wat betekent dit voor jongeren?
“Er wordt zo vaak gedacht dat het leven van een kind van God zo akelig is. Dan heb je heel veel strijd en veel moeite en je mag heel veel dingen niet meer. Het is maar somber. Nou, als er iets niet waar is, dan is het dat! De liefde van God trekt overal doorheen en laat je leven glanzen. Het opent je ogen voor de leiding van God in je leven. Die liefde van God gun ik iedereen. Ook onder jongeren werkt de Heere. Juist nu werkt Gods Geest veel krachtiger, want er wordt zoveel tegengas gegeven vanuit de wereld. En daarom zijn er nog steeds jongeren die naar de Heere vragen.”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen