JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Leidingblad bij de Treffer over Johannes

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leidingblad bij de Treffer over Johannes

24 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aanwijzingen voor gebruik

Deze Treffer gaat over de discipel ‘die Jezus’ liefhad’, de discipel Johannes. De discipelen hebben allen een eigen plaats gehad rondom de Heere Jezus. Van de ene discipel lees je meer in de Bijbel dan van een andere. Over Petrus is bijvoorbeeld heel veel informatie te halen uit de Evangeliën. De discipel Johannes is een wat onbekendere discipel. Een discipel op de achtergrond. Toch is het een groot man geweest in het Koninkrijk der Hemelen. Niet omdat hij groot van zichzelf dacht, maar omdat hij groot van de Heere Jezus dacht en Hem verkondigde.
Deze Treffer behandelt de persoon van Johannes in deelthema’s. Pagina 4 en 5 vertellen over zijn persoon, beroep en bekering. Ook gaat het op deze bladzijden over de karakters van Petrus en Johannes. Het doel van deze bladzijden is om jongeren in het kort kennis te laten maken met deze discipel. Maar ook om ze te laten zien dat na bekering karakters verschillend kunnen blijven. Petrus en Johannes hadden een duidelijk verschil in leiding. Toch trokken ze veel met elkaar op en wilde de Heere door hen beiden heen Zijn Koninkrijk uitbreiden.
Pagina 6 en 7 gaan over Johannes als apostel. Het doel van deze bladzijden is om de jongeren uit te leggen wat een apostel is en hoe Johannes daartoe geroepen is. Ook wordt het drietal Petrus, Johannes en Jacobus genoemd. In die context komt vriendschap aan de orde. Wat is het een zegen als onze jongeren ook met vrienden kunnen spreken over de Heere en Zijn dienst.
Pagina 8 en 9 beschrijven Johannes als hij getuige is geweest van de hemelvaart van de Heere Jezus. Op deze bladzijden komt “het getuige- zijn” aan de orde. De bedoeling van deze bladzijden is dat de jongeren zien dat getuigen hoort bij een leven met God. Als ze iets van de Heere Jezus hebben leren kennen, worden ook zij geroepen tot een levend getuige van Hem.
Pagina 10 een 11 bevat de Bijbelstudie over Openbaring 1. Het gaat in deze bladzijden over vervolging. Bij getuigen hoort vervolging. Op deze bladzijden maken de jongeren kennis met de vervolging die Johannes ten deel viel, zijn verbanning naar Patmos. Er wordt beschreven dat God hem daar niet verlaten heeft. Ook maken de jongeren kennis met de vervolging in onze tijd.
Pagina 12 is een afsluitende brief van emerituspredikant H. Paul. Johannes heeft brieven geschreven naar zijn gemeenten. Door middel van deze Treffer schrijft Ds. Paul een brief aan de jongeren.

Doel van de schets:

De jongeren…
• weten de levensloop van de apostel Johannes
• voelen dat het een groot wonder is als je de Heere Jezus mag leren volgen en van Hem mag getuigen.
• Willen de Heere zoeken en vinden zodat ook zij genade mogen ontvangen en er op die manier veel van hen mag uitgaan naar hun omgeving. Ze bidden daarom de Heere om Zijn genade.

Werkvormen

Vragen              Pagina 4,5, 6,7, 8 en 9
Stellingen         Pagina 4, 5, 6 en 7
Uitspraken       Pagina 8 en 9
Opdracht          Pagina 9
Bijbelstudie      Pagina 10 en 11

Lezen:
Johannes 1 : 35-40; Markus 1 : 14-20; Openbaring 1 : 9-18; Hand. 1 : 4-14; Handelingen 3 en 4; 1 Johannes; 2 Johannes; 3 Johannes

Zingen:
Psalm 32 : 1, 3; Psalm 119 : 5, 53; Psalm 108 : 1, 2; GDH : 3 en 9; Psalm 2 : 1, 3 en 7; Psalm 118 : 3, 4, 6 en 11

Idee voor de +12 groepen
- Opening
- Intro: in groepjes op laten schrijven wat de jongeren weten van Petrus en Johannes
- Inleiding over Johannes
- Pauze
- Brief laten schrijven
- Plenaire afronding van de opdracht
- Sluiting

Idee voor de +14 groepen
- Opening
- Korte inleiding door een lid: Johannes bekering en roeping
- Kort inleiding door een lid: Getuigen zijn….
- Pauze
- Bijbelstudie of maken van de opdracht
- Plenaire bespreking van de Bijbelstudie en de opdracht
- Sluiting

Toelichtingen op de vragen

Pagina 4/5

Vragen:
1. Weet jij nog andere voorbeelden van mensen in de Bijbel die Jezus volgen?
2. Als je iemand volgt, moet je dicht bij de persoon blijven die je volgt. Hoe blijf je dichtbij de Heere Jezus?
3. Johannes zal het nooit meer vergeten. Hij wist zelfs hoe laat het was. Heb jij ook wel eens dingen meegemaakt die je niet meer zal vergeten? Vertel ze aan elkaar.

1. Mensen die de Heere Jezus volgen zijn: Levi, Zacheus, Nathanaël, en natuurlijk al de andere discipelen. Er is in de Bijbel ook sprake van vrouwen die de Heere Jezus volgen.

2. Door te luisteren naar Zijn stem en Hem te gehoorzamen. Het is voor jongeren heel belangrijk dit concreet te formuleren. Hoe blijf je dicht bij iemand? Door steeds op de persoon die je volgt te letten. Zo is het ook met het volgen van de Heere Jezus. Om Jezus te volgen, is eerst een verandering van richting nodig. Uit onszelf volgen wij de vorst der duisternis. Wie van richting verandert tot de Heere Jezus, hoort Zijn stem. Hoor je Zijn stem niet meer, dan ben je ver weg. Dichtbij de Heere Jezus blijven is concreet: een biddend leven, veel tot God in het gebed zijn, Zijn Woord lezen en onderzoeken. Zo kan je Hem alleen gehoorzamen.

3. Dit is een algemene vraag waar de jongeren op in kunnen gaan. Dit kunnen allerlei dingen zijn: dat je net geen ongeluk had, toen je die goede uitslag van die toets hoorde, toen je voor het eerst tante werd. Stimuleer de jongeren ook om iets te vertellen over iets wat in de kerk gebeurde, of tijdens het Bijbellezen. Of misschien wel tijdens het gebed. Het is goed dat jongeren dit ook onderling delen. Zorg er wel voor dat er een sfeer is van vertrouwen en wederzijds respect.

Vragen:
4a. Vul in de onderstaande tabel verschillen en overeenkomsten tussen de karakters van Petrus en Johannes! Zie: Matth. 16 : 23, Matth. 26 : 35, Joh. 20 : 1-10, Johannes 21 : 1-14, Joh. 13 : 8.
4b. Waarin herken je je in het karakter van Johannes en van Petrus? Waar ben je blij mee en waar niet?

4a. In de Treffer staat een tabel waar de jongeren de verschillen en de overeenkomsten tussen Petrus en Johannes kunnen invullen. Ze kunnen daarvoor de teksten gebruiken die genoemd worden. Misschien weten de jongelui ook wel andere overeenkomsten en verschillen.
In de verschillende teksten is te zien dat Petrus snel handelt en praat. U kunt hier b.v. ook de geschiedenis van Johannes 21 : 1-14 bij pakken en doornemen. Het is Johannes die als eerste opmerkt: “Het is de Heere”. Petrus stapt direct overboord en gaat naar de Heere Jezus toe.

4b. Laat hier de jongeren zelf op reageren. De een zal meer bedachtzamer zijn dan de ander. Een ander type jongeren zal soms sneller praten dan ze denken en later spijt van hebben van wat ze gezegd hebben. Laat hen het gevoel daarbij onder woorden brengen. Breng in dit gesprek geen tegenstelling aan tussen Petrus en Johannes. Het is juist zo bijzonder dat God beiden wil gebruiken en dat beiden het met elkaar kunnen vinden. Beiden waren niet volmaakt, maar hadden dagelijks verzoening van hun zonden nodig. Op aarde bestaan er geen ideale karakters zonder zonden. Omdat Petrus zijn hart op zijn tong heeft, komt het er misschien meer uit. Maar elders in de Treffer worden ook de zwakheden van Johannes genoemd.

Stellingen:
➔ Als God je bekeert, verandert Hij ook je karakter
➔ Gods kinderen maken geen ruzie met elkaar!

De eerste stelling op deze bladzijde is niet eenvoudig. We geloven met de Dordtse leerregels dat de wedergeboorte volmaakt is. De wil wordt dan vernieuwd, het hart gezuiverd, de lusten omgebogen, enz. Bij de waarachtige bekering is een totale herschepping. Het karakter wordt geheiligd. Kijk maar naar het voorbeeld van Johannes in de Treffer. Als discipel van de Heere Jezus vraagt hij zelfs eens om vuur uit de Hemel. Het is dezelfde Johannes die later schrijft aan zijn ‘kinderkens’ over de liefde van God. Toch is het niet zo dat iemand zijn eigen karakteristieken verliest. De mens is geen stok en blok (Dordtse Leerregels, H3/4, artikel 16).
Zoals God in de bekering rekening houdt met het karakter van iemand, zo is het ook daarna. Bij Mozes, die toch al jong de Heere vreesde, lezen we ook dat hij driftig was. Aan de andere kant zegt het Woord van God dat hij een zeer zachtmoedig man was. De scherpe kantjes van een karakter gaan er vaak wel wat af. Maar een mens verliest niet zijn eigenheid. Het is juist een wonder dat God verschillende karakters in Zijn dienst wil gebruiken.

De tweede stelling is niet juist. Zo zou het wel moeten zijn. “Hoe lieflijk is het dat ook broeders samenwonen”(Psalm 133). U kunt ingaan op de verdrietige verdeeldheid die er in de kerken is. Zelfs binnen één kerk kan er verdeeldheid en ruzie zijn. Dit is nu de gebrokenheid van de schepping waar wij met onze kinderen in leven. Toch is het zo dat karakters soms kunnen botsen. Ook bij kinderen van God. Maar, als het dan gaat over het werk Gods, dan kunnen ook Gods kinderen hun ruzie vergeten en van hart tot hart met elkaar spreken. Benadruk ook op uw vereniging dat het gebed voor eenheid en vrede zo belangrijk is. Jongere kunnen bij deze stelling veel vragen hebben, omdat ze dit waarschijnlijk om hun heen zien en niet begrijpen. Wijs er op dat ook Gods kinderen niet heilig zijn. Het is verdrietig als daardoor niets van Gods kinderen uitgaat. Dat ze dan toch maar zouden zien op de God van de kinderen die een God van vrede is.

Pagina 6/7

Stelling: Een kenmerk van een echt christen is dat hij goed zijn best doet op school of op zijn werk!

Deze stelling is juist. Wij denken vaak aan grote kenmerken. Wij kijken vaak naar mensen die veel spreken over geestelijke zaken. Maar benadruk juist dat het niet altijd zit in grote zaken. Het gebeurt ook wel dat mensen een tijd van hun leven veel met de geestelijke dingen bezig zijn en er veel over spreken en het tenslotte blijkt dat hun levenswandel er totaal niet mee in overeenstemming was. Ook zaken als hard werken, vriendelijk zijn voor alle mensen, hulpvaardig, zijn kenmerken van een christen. Zoek het vooral in de praktijk van het leven. Een mooie stelling hierbij is: Wilt u weten wat wij geloven, kijk dan hoe we leven!

Vragen
5. Is een dominee een apostel? Waarom wel/niet?
6. Kunnen ambtsdragers nu ook nog mensen die ziek zijn beter maken? Waarom wel of niet?
7. Johannes getuigt van wat hij gehoord en gezien heeft. Wat heeft hij dan gehoord en gezien?
8. Op welke plaats is er bij ons wat te horen en te zien? Heb jij wel eens iets gezien van de goedheid van God? Hoe goed het is om God te vrezen?

5. Een dominee is geen apostel omdat hij geen oog- en oorgetuige is van Christus. Dit waren alleen de discipelen. Paulus wordt de laatste apostel genoemd. Als het goed is kan een dominee wel spreken over wat de Heere tot hem gezegd heeft en wat hij door het geloof heeft mogen zien. Hun taak is om de boodschap van het Evangelie door te geven dat Jezus Christus in de wereld gekomen is om zondaren zalig te maken. En van tijd tot tijd is het ook goed als een dominee persoonlijk getuigt van wie de Heere voor hem (geweest) is.

6. Zowiezo kunnen mensen geen andere mensen beter maken. Dat hebben ook de apostelen niet gedaan. De apostelen konden dit alleen doen door de Heilige Geest. Dit gebeurt nu niet meer op plaatsen waar de boodschap van de Bijbel verspreid is, en de Heere Zijn Kerk gevestigd heeft. Wij geloven met Calvijn dat met de verdwijning van de apostelen, ook de bijzondere gaven van de apostelen verdwenen zijn. Daar waar de Kerk gevestigd is, werkt de Heere doorgaans door het Woord alleen! Op zendingsterreinen kan dit anders liggen. In Jacobus 5: 14 en 15 gaat over de ziekenzalving van iemand die een ouderling roept. Maar in deze verzen staat niet de ziekenzalving voorop, maar het ‘gebed des geloofs’. Benadruk op de verenigingsavond dat het vooral gaat om het gebed. God kan en wil op het gebed wonderen doen. Een ander onderwerp waar u al pratende op kunt komen is de voorbede. In het gemeenschappelijke gebed in de kerkdienst worden ook de zieken genoemd. De bedoeling hiervan is om deze zieken ook in je persoonlijk gebed mee te nemen. In vele gemeenten zijn gevallen bekend van mensen die door de Heere op een wonderlijke manier genezen of uitgeholpen zijn op het gebed in de gemeente.

7. Johannes heeft kennis gemaakt met de Heere Jezus en Hem gezien. Hij heeft ook Zijn wonderen gezien, Zijn preken gehoord. Hij heeft hierdoor gelooft in Hem. Hij heeft gezien hoe Hij het land doorging en goeddeed aan allen. Maar ook hoe hij gekruisigd en gestorven is om de toorn van God over de zonden te stillen. Johannes heeft het woord van de Heere Jezus gehoord: “Mijn God, Mijn God, waarom hebt gij mij verlaten”, maar ook: “Het is volbracht”. Hij heeft het lege graf gezien. Van al deze dingen mag hij getuigen. Het grootste waar hij ook van getuigen mag, is dat Christus dat nu voor hem gedaan heeft.

8. In de kerk, in Gods huis. Daar laat de Heere verkondigen wie wij zijn: zondaren, doelmissers. Maar er wordt ook verkondigd wie Christus is, wat Hij gedaan heeft voor een verloren zondarengeslacht. Als er Heilige Doop en Heilig Avondmaal is, wordt er ook wat gezien. Dan laat de Heere zien dat Hij goed is voor Zijn kinderen. Zijn kinderen mogen dit smaken en proeven. Ook een jongere kan in de preek of bij het Heilig Avondmaal zien wie God is. Ze zullen daar misschien schuchter in zijn om dit te vertellen. Maar geef hier wel de ruimte voor. Lees anders een verhaal voor van iemand die dit beleeft op jonge leeftijd. Het mooiste zou zijn als u uit uw eigen leven mag vertellen hoe u dit hebt ervaren.

Stellingen:
Iedereen heeft vrienden nodig.
Met vrienden moet je overal over kunnen praten
Bidden tot God is belangrijker dan spreken met vrienden over je zorgen

De eerste stelling is juist. Misschien zullen er ook zijn die zeggen dat ze liever alleen zijn. Dit is niet natuurlijk. Wijs op de tekst dat het niet goed is dat de mens alleen zij (Gen. 2: 18). Dit wijst niet alleen op het huwelijk, maar ook er op dat mensen, mensen nodig hebben.

De tweede stelling gaat over het hebben van vrienden. Hoe ga je met hen om?
Leg tieners ook gerust uit dat je verschillende soorten vrienden kan hebben. Het gebeurt vaak dat je met verschillende vrienden, verschillende dingen doet. Met de een praat je veel, met de ander fiets je naar school of maak je je huiswerk.
Geef wél aan dat het erg waardevol is in hun jonge leven, om vrienden te hebben waarmee ze kunnen spreken over God en Zijn dienst.

De derde stelling is helemaal juist. Wanneer er zorgen en tegenslag is, is het mooi als je vrienden hebt waar je dit mee kan bespreken en waar je dan ook echt een luisterend oor vindt. Maar dit mag nooit ten kosten gaan van het gebedsleven. God zegt: “Ken Mij in al je wegen en Ik zal je paden recht maken”. De Heere wil in alles gekend zijn in ons leven. Abraham wordt wel de vriend van God genoemd. Hij had een leven met God en voor Zijn aangezicht. Dit leven is pas echt rijk!

Pagina 8/9

Vragen:
9. Schrijf drie woorden op over de blijdschap van de wereld. Zet daar tegenover drie kernwoorden over de blijdschap van Johannes. Wat valt je op? Wat is het grootste verschil?
10. Tot welke blijdschap voel jij je het meeste aangetrokken? Hoe komt dit?
11. Op welke manier kan je getuigen tegen je vrienden? Denk aan woorden en gedrag!

9. Blijdschap van de wereld: lol, tijdelijk, oppervlakkig, kan met veel zonden samen gaan. Ze kunnen ook met concrete dingen komen, als de overwinningsfeesten na het winnen van het Europees kampioenschap voetbal, of de show van een cabaretier (humoristische showvoorstelling). Daar tegenover de blijdschap van Johannes: blijvend, diep, is niet altijd te zien. De jongeren kunnen van alles noemen. Het grootste verschil is wel dat de blijdschap van de wereld maar van tijdelijke aard is. Deze zal vergaan. Ze is ook vaak oppervlakkig. De blijdschap van Johannes is een blijdschap in God. Deze is diep en, uiteindelijk, blijvend. Dit is niet altijd te zien aan Gods kinderen. Probeer de jongeren er op te wijzen dat zij soms door een bepaalde vorm heen moeten kijken. Jongeren kunnen denken: als iemand huilt aan het Heilig Avondmaal, dan is hij of zij toch niet blij….maar het kunnen vreugdetranen zijn. De blijdschap in God kenmerkt zich niet in veel ‘optochtelijks’, maar in verwondering!

10. Laat dit de jongeren zelf verwoorden. Jongeren willen graag iets zien. Van nature zal het bij een ieder zo zijn, zoals het ook bij volwassenen is: zij zoeken God niet en ze worden aangetrokken tot de blijdschap van de wereld. Die lijkt heel mooi te zijn. Maar het is een blijdschap waar de duivel mensen mee bedriegt. Wijs de jongeren op de afweging van Mozes. Hij verkoos liever met het volk van God kwalijk behandeld te worden, dan langer de genietingen der zonde te hebben, ‘omdat hij zag op de vergelding des loons’ (Hebr. 11: 24-26). Mozes zag op het einde, wanneer het loon op die blijdschap werd uitbetaald. ‘De bezoldiging der zonde is de dood, maar de genadegift van God is het eeuwige leven, door Jezus Christus’(Rom 6: 23).

11. Er heeft eens iemand gezegd: ‘Getuig, desnoods met woorden’. Deze uitspraak wijst met name op ons gedrag. Onze woorden kunnen mooi zijn, maar getuig vooral door je gedrag. Het gaat er dan om of er van je gedrag iets uitgaat. Het gaat dan om de vruchten uit Galaten 5: liefde, zachtmoedigheid, goedertierenheid, enz. Concreet voor jongeren is: Ben je betrouwbaar, vriendelijk, iemand die het werk serieus neemt. In woorden kunnen jongeren ook getuigen. Wijs er op dat een goed tijdstip hiervoor wel belangrijk is. Dat hoeft niet in grote woorden. Als een jongen of meisje in de kerk iets gezien heeft van de goedheid van God voor een zondaar, kan dit eenvoudig onder woorden gebracht worden. Jongeren moeten wel authentiek zijn onderling. Wanneer dit gebeurt, is er vaak respect. Het kan ook betekenen dat een jongen of meisje hierdoor buiten de groep komt.

Stellingen:
Spreken over je eigen ellende hoort thuis in de binnenkamer, goed spreken van de Heere mag je altijd en overal doen.
Als God in je leven komt, wil je allemaal wel dominee worden.
Je moet bekeerd zijn om echt te kunnen getuigen!

Op de eerste stelling zal verschillend gereageerd worden. God is het waard om goed van Hem te spreken. We moeten een goed gerucht van de Koning verspreiden. Hoe wij zelf zijn, hoe zondig wij zijn, hoort tot in de details in de binnenkamer thuis. Aan de andere kant is het wel goed als we Christus te meer willen laten schitteren tegen de zwarte achtergrond van ons bestaan. Het is daarom wel goed om er iets van te zeggen. Het moet wel gepast zijn. Als het wonder van Gods genade hierdoor groter wordt, heeft het zijn juiste plaats.

De tweede stelling is juist. Als de Heere in je leven komt, wil je getuigen van wie Hij is voor zo’n zondaar. Het is dan begrijpelijk dat je in Gods Koninkrijk werkzaam wil zijn als ambtsdrager, zendeling of evangelist. Dit is niet voor iedereen mogelijk en hoeft ook niet voor iedereen. Gods kinderen moeten allereerst een lichtend licht en een zoutend zout zijn op de plaats waar God ze gesteld heeft. Daarnaast kan het zo zijn dat God iemand afzondert tot een bepaalde taak in Zijn dienst. Een persoonlijke roeping is dan nodig.

Ten diepste is de derde stelling waar. Hoe moet je getuige van iemand die je niet kent? Het is goed om twee lijnen naast elkaar te laten staan. “Iedereen moet getuigen” en “Getuigen kan je alleen als je bekeerd bent”. We kunnen dit niet samen brengen. We moeten de mens geen enkele ruimte geven onbekeerd te zijn. Daar biedt het Woord ons geen ruimte voor. Aan de andere kant: we kunnen getuigen ook benoemen als ‘heenwijzen’. Je kan dan beter een dode heenwijzer zijn, dan helemaal niet. Maar laat het dan met een gebed in het hart zijn: “Heere, nu getuig ik van Iemand die ik zelf niet ken, mag ik u ook leren kennen?”.

Opdracht:

Jelle is een jongen van 15 jaar. ‘s Zaterdags verdient hij wat bij door het werken in een kas waar tomaten gekweekt worden. Jelle vindt het moeilijk om voor zijn geloof uit te komen. Zijn baas is niet christelijk. Iedere dag staat de radio aan. Het is niet allemaal vreselijke muziek die hij hoort. Toch ergert hij zich er vaak aan. Hij wil niet overkomen als een vroom mannetje. Toch zoekt hij naar momenten waar hij meer zou kunnen laten zien of zeggen wat voor hem het belangrijkste is in zijn leven. Kun jij hem daarbij helpen! Schrijf hem een brief! In de brief geef je ideeën hoe hij dit zou kunnen doen.

Laat de jongeren in groepjes van 3 of 4 deze opdracht doen. Laat ze eerst ideeën bedenken voordat ze beginnen aan de brief. Punten kunnen ook gezamenlijk bedacht worden. De jongeren kunnen dan zelf in groepjes daaruit kiezen. Ideeën zijn:
• woorden zijn niet het belangrijkste, maar vooral je doen en laten
• als je trouw en hard werkt is dat ook al een getuigenis
• als je bereidwillig bent om te werken, wordt dit ook gezien
• stilte vragen om te bidden voor je eten. Dan kan er een gesprek op gang komen waardoor je gelegenheid hebt om te getuigen.
• Bidt vooral of de Heere openingen wil geven en leg het aan Zijn voeten neer
• Ga je niet afzonderen of bijzonder gedragen
• Probeer eens te praten met je baas als er geen anderen in de buurt zijn

U zou deze opdracht kunnen afsluiten door een aantal brieven voor te laten lezen!

Pagina 10/11

1. Om welke reden was Johannes verbannen? Wat heeft dit met het volgen van de Heere Jezus te maken?

In vers 9 staat: ‘Om het Woord Gods en om het getuigenis van Jezus Christus’. Wie de Heere Jezus volgt en Hem wil dienen en ook openlijk over Hem spreekt, kan vervolgd worden. De Heere Jezus heeft al gezegd: ‘In de wereld zult gij verdrukking hebben, maar hebt goede moed, Ik heb de wereld overwonnen’. Als je de Heere mag dienen en liefhebben, heb je niet altijd een makkelijk leven.

2. a. Noem enkele dingen die je opvallen? Hoe kan je als christen in India blijven staan?
3. b. Er zijn vervolgde landen waar ze voor Nederland bidden, omdat wij in zo’n rijk land leven. Wat is het gevaar voor ons? Wat brengt ons dichter bij de Heere: vervolging of welvaart?

a. Dingen die kunnen opvallen zijn: ze gaan het Evangelie verkondigen in een gebied waar veel tegenstand is/ ze zien heel duidelijk dat God ze beschermd heeft/ ze willen niet eens dat die mannen gearresteerd worden/ ze willen de boeven het Evangelie gaan verkondigen/ dat er één tot geloof en bekering komt/ dat dhr. Likha blij is om zo getuigen te zijn van de Heere Jezus. Je kunt als christen alleen blijven staan als je leeft met God. Alleen de vreze des Heeren houdt een christen staande. God moet ons dagelijks vasthouden.

b. De welvaart is een gevaar voor ons. Bij ons kan het zo goed gaan, dat we de Heere vaak vergeten en niet nodig hebben. Het is alleen de Heilige Geest die ons dichter bij God kan brengen. Hij gebruikt daarvoor verschillende middelen. Het kan voorspoed of tegenspoed zijn. De eerlijkheid gebied wel te zeggen dat God in het leven van mensen vaak tegenspoed en kruis moet gebruiken om hen te brengen waar Hij ze hebben wil: aan Zijn voeten. Het is niet automatisch zo dat vervolging dichter bij God brengt. Dit kan ook verharding teweeg brengen. We moeten God niet bidden om vervolging of om welvaart, maar om het krachtdadige werk van de Heilige Geest in ons hart, in onze gezinnen, in onze kerken en in ons land.

3. Wat betekent ‘Alfa en Oméga’ ?

Dit betekent het begin het eind. De Alfa is de eerste letter en de Omega de laatste letter van het Griekse alfabet.

4. Hoe komt het dat Johannes niet direct ziet dat het de Heere Jezus is?
5. Hoe ziet de Heere Jezus er uit? Zie vers 13, 14, 15
6. Wat betekenen die zeven sterren volgens jou in vers 16? En wat zou er bedoeld worden met het tweesnijdend zwaard?

4. De Heere Jezus zag er nu anders uit als toen hij met Johannes en de andere discipelen op de aarde was. Het kan ook geweest zijn uit vrees.

5. Bekleed met een lang kleed, omgord met een gouden gordel, zijn hoofd en haar is wit, zijn ogen zijn als vuur, zijn voeten lijken op koper en gloeien als in een oven, zijn stem lijkt op een waterval. Verder heeft de Heere Jezus zeven sterren in Zijn rechterhand en uit Zijn mond komt een zwaard dat aan twee kanten scherp is. Het aangezicht van de Heere Jezus schijnt als de zon.

6. Zie de kanttekeningen hierbij:


43) zeven
Deze sterren worden hierna, Openb. 1 :20, verklaard te zijn de engelen of opzieners der gemeente, die bij sterren worden vergeleken, omdat zij de gemeente met hun leer en leven moeten voorlichten, gelijk de sterren de reizende lieden te land en te water doen.


45) tweesnijdend
Namelijk van Zijn woord, zo door Zijn beloften, tot troost der gehoorzamen, als door Zijn dreigementen tot straf der ongehoorzamen, gelijk verklaard wordt Openb. 2 : 16, en Openb. 19 : 15.
Zo wordt ook Gods Woord genoemd Ef. 6 : 17; Hebr. 4 : 12.


7. Wat is de reactie van Johannes op dit visioen? Hoe komt dit?
8. Kom je dit meer tegen in de Bijbel? Zie Lukas 1 : 12 en 30, Lukas 2 : 10
9. Ben jij ook wel eens bang voor God? Wanneer moet je dat zijn en wanneer niet?
10. De Heere Jezus zegt: Ik ben de Eerste en de Laatste, en dat Hij wel dood geweest is, maar nu leeft tot in eeuwigheid. Wat betekent dit? Wat kun jij hiervan weten/leren?
11. De Heere Jezus heeft de sleutel van de hel en van de dood. Hij kan jouw hart open maken. Hoe kun je weten of dit bij jou al gebeurd is?

7. Hij valt als dood aan de voeten van de Heere Jezus. Hij is bevreesd. Dit blijkt uit wat de Heere Jezus daarna doet en zegt. Dit komt vanwege schrik en angst. Hij ziet iets wat hij nog nooit gezien heeft.

8. Ja. als de Engel Gabriel verschijnt aan Zacharias en aan Maria, begint hij om de vrees weg te nemen. Vanwege de heiligheid van God zie je in de Bijbel dat er altijd gevreesd wordt. God moet altijd de vrees zelf wegnemen.

9. Laat de jongeren hier zelf op antwoorden. We moeten vrezen als we de Heere nog niet kennen. Als we dan sterven, gaan we voor eeuwig verloren. We hoeven niet bang te zijn als we Hem dienen, met Hem leven en liefhebben.

10. Hij is het werk in Johannes begonnen en Hij zal dit ook afmaken. Hij is het werk in de gemeenten van Klein- Azië begonnen, dit zal Hij ook doen. Als God begint te werken in een hart dan doet Hij nooit een half werk. De Heere Jezus is de Levende. Hij heeft de dood overwonnen en voor het leven gezorgd. Door en om Hem kan nu een dode zondaar levend worden.

11. Dit is een hele tere vraag. Dit weet je aan waar je hart naar uitgaat. Aan wie je jouw hart gegeven hebt. Als God, Zijn dienst, Zijn dag, Zijn volk, Zijn Woord, Zijn wet alles voor je is, als dat je hart vervuld, als je wilt leven overeenkomstig dat Woord en de Heere Jezus liefhebt, dan heeft God zelf je hart voor Hem geopend.
Je kunt het vergelijken met een jongen en een meisje die verliefd zijn op elkaar. Ze kunnen nergens anders aan denken. Ze willen elkaar zien, bij elkaar zijn, elkaar ontmoeten, met elkaar praten, enz. Als Christus je hart heeft, door genade, dan zijn de uitgangen van je hart ook op Hem gericht. Het gaat om de vraag: Waar ligt je schat? Waar je schat is, daar zal ook je hart zijn (Matth. 6: 21) In ons leven is het wonder van de wedergeboorte nodig. We worden niet als kinderen van God geboren. God wil dit wonder in de weg van bekering en geloof werken!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 2009

Treffer | 20 Pagina's

Leidingblad bij de Treffer over Johannes

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 2009

Treffer | 20 Pagina's