Wees niet bezorgd...
"We herinneren de gemeente nog aan de kerkdienst van D.V. woensdagavond waarin hoopt voor te gaan ds… De dienst begint om 19.30 uur.” Snel gaan je gedachten. Woensdagavond kerk. Daar zit je nu even niet op te wachten. Je hebt woensdagmiddag al afgesproken met je klasgenoten om lekker naar de stad te gaan. Huiswerk heb je ’s avonds gepland. Nou ja, je schoolwerk gaat toch zeker voor!
De zorgvuldigheden van het leven
Wat is de satan listig! Het maakt hem niet uit hoe we leven, als we ons maar niet bezig houden met het zoeken van God. Voortdurend probeert hij ons bezig te houden met van alles en nog wat. De ene keer moet je nieuwe kleren hebben, een volgende keer moet je nodig bij een vriend op bezoek. Een andere dag moet je zorgen dat je je boekverslag af hebt. De volgende avond heb je een verjaardag. Voor je het weet, is er weer een week voorbij. Wat heb je het druk! En de duivel lacht wel, want hoeveel tijd is er de afgelopen week overgebleven om de Heere te zoeken?
Wees niet bezorgd
De Heere Jezus kent de listen van de satan veel beter dan wij. Hij weet dat we ons druk maken om geld, om kleding, om eten, om van alles en nog wat. Verkeerd? Nee, en toch ook, ja! Het verkeerde zit hem niet zo zeer in de dingen; eten, drinken, kleding, geld, het zijn noodzakelijke dingen. Het is zelfs een opdracht om ervoor te werken. Het verkeerde zit echter in de manier waarop we ervoor proberen te zorgen. Denk eens aan de afgelopen week. Neemt je schoolwerk, je kleding, je vrienden, je niet geheel in beslag? Hoeveel tijd blijft erover voor het dienen van God? De Heere zegt: “Zijt niet bezorgd voor uw leven, wat gij eten en wat gij drinken zult, noch voor uw lichaam, waarmede gij u kleden zult. Is het leven niet meer dan het voedsel, en het lichaam dan de kleding?” (Mattheüs 6 : 25) Tot drie keer toe herhaalt de Heere Jezus deze opdracht: “Zijt niet bezorgd!”
Lees Lukas 21 : 34-36
1. Voor welke dag waarschuwt de Heere Jezus?
2. Noem eens voorbeelden van de ‘zorgvuldigheden van dit leven’. (vers 34)
3. Op welke manier moet je waken tegen al die gevaren? (vers 36)
Twee voorbeelden
Gods kinderen hoeven niet bezorgd te zijn. De Heere gebruikt twee beelden om dat aan te tonen. De vogels zaaien en maaien niet en toch zorgt God dat die diertjes te eten hebben. Zou Hij dan Zijn eigen kinderen laten omkomen van de honger?
Heb je wel eens een klaproos zien bloeien? Wat kan het rood opgloeien tussen het gras als de zonnestralen erop vallen. Als zo’n kleine bloem, die de ene dag bloeit en de andere dag afgemaaid wordt, nu al zo’n schoonheid bezit, zou de Heere dan Zijn kinderen niet veel meer voorzien van kleding?
Kleingeloof
Gods kinderen hoeven zich dus geen zorgen te maken voor het dagelijks leven. Ze hebben een Vader in de hemel Die voor hen zorgt. Hij heeft het Zelf gezegd! Toch maken ze zich wel vaak zorgen. De Heere noemt hen daarom ‘kleingelovigen’. Ze durven vaak niet geloven dat de Heere ook in hun dagelijkse noden van hen afweet. De heidenen zijn al hun tijd bezig met het dagelijks leven: kleding, voedsel, geld. Zij doen alsof God er niet is, zij kennen Hem ook niet. Gods kinderen mogen zo niet leven. Zij moeten zien op hun Vader in de hemel Die wel weet dat zij al deze dingen nodig hebben. Wat is het heerlijk om zo’n Vader te hebben! Hij weet alles wat je nodig hebt.
Eén ding is nodig
Als je het heel druk hebt, maak je vaak een lijstje met dingen die je moet doen. Je zet het belangrijkste bovenaan en het minst noodzakelijke onderaan. De vraag is echter: wat is het belangrijkst? De Heere zegt: “Zoekt eerst het Koninkrijk Gods en Zijn gerechtigheid.” (Mattheüs 6 : 35) ‘Eerst’, dat betekent: ‘voor alles’. Begin de dag ermee en eindig de dag ermee. Het woord ‘zoeken’ geeft aan dat het een voortdurend zoeken is. Niet vluchtig rondkijken of je het ziet, maar ingespannen, want wat je zoekt, is je tijd waard. Laat die middag met je vrienden maar schieten, en ga ’s avonds toch maar naar de kerk!
Vragen
1. Is het verkeerd om te zorgen voor je dagelijks voedsel, je kleding en dergelijke? Waar waarschuwt de Heere dan voor?
2. Lees Filippenzen 4 : 6-7. God weet wat Zijn kinderen nodig hebben, waarom moeten ze er dan toch om bidden?
3. Martha en Maria gingen beiden verschillend om met de zorg voor het dagelijks voedsel. (Zie Lukas 10 : 38-42) Geef aan wat het verschil tussen beiden is. Geef ook aan wat het goede deel was.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 september 2005
Treffer | 20 Pagina's
