De Jehova's Getuigen

Aanwijzingen voor het gebruik

Bij het maken van je inleiding over dit onderwerp kun je b.v. op de volgende manieren te werk gaan :

a. oen korte inleiding over de voornaamste leerstukken en hun achtergrond, waarna m een wat uitvoeriger diskussie het geheel puntsgewijs kan worden getoetst aan de bijbel.

b. een wat langere inleiding, waarbij ook reeds de tegenargumenten vanuit de Schrift aangevoerd worden. In de diskussie kan hierop dan wat dieper worden ingegaan of men kan zich toeleggen op enkele kernpunten.

c. Zowel bij het maken van je inleiding als uitgangspunt voor de diskussie zouden gedeelten uit ,,De Wachttoren" of „Ontwaakt" of andere lektuur uit de kring van de Jehova's Getuigen gebruikt kunnen worden. Dit kan het geheel wat verlevendigen. Het adres, waar je iets dergelijks zou kunnen aanvragen is: Watch Tower Bible and Tract. Society, Koningslaan 1, Amsterdam-Z.

N.B. Denk erom dat je dan het risiko loopt doorlopend bezoek te krijgen. Zet daarom hij ie aanvraag: Bezoek niet gewenst.

1. Algemeen

De basis voor het gehele leersysteem van de Jehova's Getuigen wordt gevormd door diepgaand gereken om de datum van de wederkomst van Christus precies te bepalen. De Bijbel wordt uiterst eenzijdig gehanteerd. De gehele inhoud van de Schrift wordt ondergeschikt gemaakt aan het bewijs van een bepaalde stelling. Teksten worden daartoe uit hun verband gerukt, in hun eigen ,,Nieuwe Wereldvertaling" soms zelfs weggelaten of bewust anders vertaald. Het Schriftgebruik moet dus ontstellend willekeurig genoemd worden.

Daarbij treden dan nog „profetische" figuren op, wier visioenen van doorslaggevende betekenis zijn voor de verklaring van de Schrift. De nu nog steeds plaatsvindende openbaringen, die maandelijks via de tijdschriften „De Wachttoren" en „Ontwaakt" gepubliceerd worden, vormen de bril waarmee de bijbel gelezen moet worden.

Het verraderlijke bij dit alles is, dat men voorgeeft zich ten volle aan het bijbels getuigenis te onderwerpen, terwijl in werkelijkheid hun logisch uitgedachte systemen en de openbaringen aan de geestelijke leiders beslissend zijn.

2. Geschiedenis

Het „Bijbel en Traktaatgenootschap" (Wachttorengezelschap of Internationale vereniging van ernstige bijbelonderzoekers) is ontstaan in de tweede helft van de 19de eeuw. Na 1931 noemt men zich (naar Jes. 43:10-1 2) de Getuigen van Jehova. De Amerikaan Charles Russell (1852-1916) gaat twijfelen aan zijn calvinistische opvoeding. Hij hervindt zijn zekerheid, nadat hij op een geheel eigen wijze met de "bijbel bezig is geweest. Het resultaat van dit onderzoek van de Schrift: het geloof in de onzichtbare wederkomst van Christus in 1874 en het begin van het duizendjarige rijk in 1940. De Bijbel wordt op een zeer diepzinnige wijze allegorisch uitgelegd, /.oals Russell meent, los van alle kerkelijke belijdenissen en systemen. Voor veel verklaringen worden logische bewijzen naast of in plaats van bewijzen vanuit de Schrift eegeven.

De genoemde data blijken gecorrigeerd (e moeten worden, wat het uitgedachte systeem aan het wankelen dreigt te brengen.

Joseph Rutherford, Russells opvolger, weet met grote energie en vindingrijkheid de sekte weer nieuw leven in te blazen; het geheel wordt strakker opgezet en principieel rechtgebreid: Christus zou in 1914 (over de vaststelling van dit jaartal later meer) onzichtbaar een geestelijk koninkrijk in de hemel gevestigd hebben; daarmee is de tijd van het einde gekomen. De Getuigen van Jehova moeten dit iedereen verkondigen Armageddon, de wereldomvattende strijd van de onzichtbare machten o.l.v. Christus, die de duivel en Zijn gehele menselijke organisatie door vuur zal vernietigen.

Rutherfords ontdekkingen hebben die van Russell in de schaduw gesteld; hij is dan ook de eigenlijke geestelijke vader van de Jehova's Getuigen. Hij heeft enorm veel geschreven, zijn geschriften bevatten de waarheid van Jehova alléén.

Sinds 1920 breidt de beweging zich snel uit en na de 2e wereldoorlog wordt de propaganda intensiever.

Vanaf 1942 leidt Nathan Knorr de organisatie van het Wachttorengenootschap.

3. Organisatie

Het hoofdkwartier van de Getuigen is een indrukwekkend gebouw in New York. Van hieruit wordt op zeer strenge wijze leiding gegeven aan het genootschap over de gehele wereld. Het meer dan 1000 personen tellend personeel, dat alleen wat zakgeld ontvangt, zorgt voor de miljoenen boeken, brochures en tijdschriften, die bestemd zijn voor de aktiviteiten van de ongeveer één miljoen Getuigen van Jehova. Er wordt een wereldwijde propaganda gevoerd: door huisbezoek, lektuurverspreiding en geweldig massale propagandabijeenkomsten op regelmatige tijden. De strafte organisatie doet in veel opzichten erg diktatoriaal aan (lees het boeiend verslag van Josy Doyon, zie 'Literatuur'). Men ontvangt een training in het „getuigen", waarbij o.a. diskussie- en overtuigingstechnieken worden bijgebracht Ook moet men gehele stukken uit de nieuwste „Wachttoren" achter elkaar kunnen opzeggen. Men is verplicht als gewoon gemeentelid een vastgesteld aantal uren te getuigen. Wanneer men niet aan die eis voldoet (met ziekte, drukke werkzaamheden e.d. kan geen rekening worden gehouden), dan kan men uitgestoten worden en is men in 't bijzonder blootgesteld aan de toorn van Jehova.

In Nederland moeten ongeveer 150 gemeenten zijn, die elk onder leiding staan van een gemeentedienaar en diens assistenten. Daarboven staat een (regionale) kringdienaar. Allen worden van bovenaf aangesteld. Na de V.S. telt West-Duitsland het grootste aantal getuigen. De vrijheid in denken en handelen van het individuele gemeentelid wordt nogal beknot. Hoewel hun bruisende aktiviteiten en vrijmoedigheid in het getuigen het respekt van

Hoewel hun bruisende aktiviteiten en vrijmoedigheid in het getuigen het respekt van sommigen afdwingt, blijkt bij nadere bestudering, dat er van bewogen uitdragen van het Woord over het algemeen geen sprake is.

4. Leerstellingen

a. Ontkenning van de drieëenheid Gods

Men vindt dit leerstuk van de drieëenheid een onbijbelse en oudheidense voorstelling van God, die al vroeg de kerk zou zijn binnengehaald, nl. vooral door de belijdenis van Nicea en van Athanasius (bestudeer deze eens! ). De „dwaasheid van deze tegenstrijdige leer" geeft men wel aan met: „3x1=1, begrijpt u het'"'

Men ziet hierin een wanorde, en die mag God niet worden toegeschreven.

b. Met de visie op de drieëenheid hangt samen die op de persoon van Christus en de Heilige Geest. De tweede persoon van het Goddelijk wezen zien ze namelijk niet als zodanig, maar als het eerste schepsel van God. Dit op grond van b.v. (ga de teksten zelf nauwkeurig na, houdt ze in hun verband! ):

Col. 1:15 : echter: meer rangorde, dan volgorde. Lees verder...

Openb. 3:14: „begin" betekent hier niet alleen begin, maar ook „hoofd".

Mark. 14:28: Christus spreekt hier als de „lijdende knecht des Vaders"

Dit soort teksten komt zeer vaak voor, b.v. Mark. 13:32 e.a. Ze zien op Christus als Mens en Middelaar, Die Zich aan Zijn Vader onderwerpt. Zo is hij opgegroeid, heeft Hij geleden, is gestorven, begraven.

Tegenover de mening van de Getuigen kunnen we nog vele andere teksten stellen: Titus 2:13 en 14, Jes. 9:5, Matth. 1:23, 1 Joh. 5:7, vgl. ook Heid. Cath. zondag 8, N.G.B. art. 8.

Algemeen kunnen we stellen, dat het uitgangspunt van de Getuigen bij de benadering van dit geheimenis (1 Tim. 3:16) verkeerd is: het logisch denken. We kunnen het nl. niet begrijpen, maar alleen geloven. Telkens ontmoeten we in de leerstellingen van de Getuigen weer het argument, dat iets logisch of niet logisch zou zijn. Voor christenen is dit echter nooit een laatste norm, dat is alléén Gods Woord.

Het menselijk denken wordt door de Jehova's Getuigen overschat, ten koste van de drieénige God (Rom. 11:33, Job 36:26). Op zich is dit dwaalspoor van de Getuigen niets nieuws in de geschiedenis van de kerk.

Christus ziet men als het eerste schepsel, als de aartsengel Michaël, de overste der engelen. Hierdoor gelooft men ook niet aan de lichamelijke opstanding van de Heere Jezus. Na Zijn opstanding heelt llij Zich slechts tijdelijk „gematerialiseerd". Christus is bij Zijn doop in de Jordaan pas Gods geestelijke Zoon geworden, daarvoor was Hij ook mens, wiens vlees en bloed het koninkrijk Gods niel beerven konden.

Door de schenking van dit geestelijk leven aan Christus is het Fundament voor de nieuwe wereld gelegd. Christus is hiermee de eerste en tevens hoogste geworden, van de hemelse klasse van 144.000, die zich sindsdien aan 't vormen is, om straks met Jehova over alles te regeren.

Zijn verzoenend werk als Borg is totaal naar de achtergrond geschoven, wat het meest wezenlijke is in de goddelijke openbaring van het Woord. Wat is het christendom zonder Christus als Middelaar tussen God en Zijn gevallen schepselen, als Borg voor de zonden van Zijn volk?

c. De Heilige Geest houdt men voor een onpersoonlijke kracht van God, die onzichtbaar werkzaam is. llij is dus geen persoon, zeker niet één van een drieënig Goddelijk wezen, maar een soorl goddelijke robot. Men voert als bewijs aan: Een mens kan b.v. in Hand. 2:4 en 7:55 niet vol zijn van een persoon, wel vol van iets. Dit iets dat van Jehova uitgaat, noemt men de Heilige Geest.

Maar hoe kan een onpersoonlijke, onzichtbare kracht zich openbaren als Helper en Vertrooster van Gods Kerk of als Voorspraak (b.v. Joh. 14:16, 17, 26 en Joh. 16:7). De Schrift is zo duidelijk als het gaal om de Godheid van de derde persoon; ja de Schrift is ondenkbaar zonder Hem, evenals de Gemeente Gods. De Heilige Geest spreekt, verkondigt, overtuigt en roept; wij kunnen de Heilige Geest bedroeven (een kracht kan men toch niet bedroeven); wij zijn óók in Zijn Naam gedoopt (toch niel in de naam van een kracht). Het Bijbels getuigenis wordt met de/.e opvattingen van de Getuigen enorm geweld aangedaan.

Wanneer wc de mening van de Jehova's Getuigen omtrent Christus en de Heilige Geest tot ons laten doordringen, zal het ons duidelijk worden, waarom zij zulke vurige bestrijders van de Drieeenheid van God zijn.

d. Opmerkelijk zijn ook de leerstellingen van de Getuigen over hel en onsterfelijkheid. Dil was één van de eerste punten, waardoor Russell in konflikt raakte met de kerk. I lij meende „het vuur van de hel te kunnen uittrappen", omdat hij aan de werkelijkheid van de hel niet geloven kon en het alleen maar voor angstaanjagerij hield. Het zou bovendien onrechtvaardig en liefdeloos zijn van Gml nn|> nni' nnlocisch, omdat de mens als levende ziel volgens de gedachten van de Getuigen bij de dood sterft. Daarom kan hij daarna niet meer gepijnigd worden. Dit op grond van b.v. Numeri 23:10 en Richt. 16:30: „Mijn ziel sterve...". Ezech. 18:4 „De ziel die zondigt...".

Vgl. echter b.v. Lukas 23:43, 16:19; Joh. 10:27, 6:47, 11:26; 1 Cor. 15:55; Matth. 25:41; Openb. 19:20, 20:15, 21:8. (Ga enkele Schriftplaatsen nauwkeurig na)!

e. Nog enkele gedachten

Er zijn wonderlijke theorieën ontwikkeld over „de vrouw van God". Daarmee wordt (op grond van Gen. 3:15 en Jes. 54:5 en 6) bedoeld het geheel van de vele engelen, een onzichtbare hemelse organisatie, die voortdurend bezig is de nieuwe hemel en de nieuwe aarde voor le bereiden. Het fundament is hiervoor al gelegd toen Jezus bij Zijn doop als de geestelijke Zoon van God werd aangenomen. Hierbij ontplooide deze universele organisatie haar eerste aktiviteit. Na Christus' lijden, sterven en opstanding - dit was Zijn „beproeving" volgens de Getuigen - is Christus een volmaakte geest geworden, Die aan het hoofd staat van de organisatie der engelen en wiens koninkrijk pas na 1914 (zie onder) - het jaar waarin Hij onzichtbaar verscheen - definitief gestalte krijgt. De onzichtbare hemelse organisatie is steeds bezig ten dienste van het rijk van Christus, nl. om de 144.000 van de hemelse klasse tot eeuwig leven te brengen. De aardse klasse, waartoe de „gewone" leden van de beweging der Getuigen behoren, krijgen slechts een duurzaam en gelukkig leven hier op aarde.

Maar waar leest men in de Bijbel over verschillende soorten kinderen Gods? Juist het getal 144.000 (Openb. 7:4), dat men symbolisch moet uitleggen, neemt men letterlijk en wat men letterlijk moet nemen volgens de verklaring, die de Schrift van Zichzelf geeft, legt men symbolisch uit (vgl. hoe men aan het jaartal 1914 komt).

En wat die hemelse klasse betreft, alleen zij zouden door wedergeboorte tot kinderen Gods worden aangenomen (de eersten na 29 na Chr.! ). De anderen zijn een schare dienaren, die wel met de Gibeonieten vergeleken worden; zij zijn slechts beschermd tegen de bedreiging van Armageddon. Zij worden ook gedoopt, wat echter slechts een teken is van hun dienst aan God.

f. De overheid

Voor een goed begrip van de verhouding van de Getuigen tot de overheid moet men bedenken, dat zij alleen het gezag van hun eigen organisatie, de „theocratische organisatie van Jehova" willen erkennen. Alles wat daarbuiten is - op allerlei terreinen - behoort tot het machtsgebied van de satan, die een heftige strijd met Jehova voert om deze wereld en de mensen. Deze visie bepaalt hun politiek handelen en denken. Hierdoor wordt ook begrijpelijk dat men als Getuige zijn militaire dienstplicht niet kan vervullen. Daarom verwijt men de kerk, dat zij veel te vaak zich inlaat met de zaken van deze tijd en van deze wereld (dus van satan). In de loop der jaren hebben de Getuigen voor hun principes vervolging moeten doorstaan (b.v. tijdens het Derde Rijk).

g. Hoe komt men aan het jaar 1914? Het is typerend voor het speculatieve bijbelgebruik van de Getuigen: 606 voor Chr. - de tijd der heidenen begint, de laatste koning van Juda wordt naar Babel gebracht (volgens betrouwbare bronnen moet dit 586 voor Chr. zijn). De tijd der heidenen houdt volgens Dan. 4:10-17 zeven tijden in. Volgens Openb. 12:6 en 14 3 ^x fi tijd= 1260 dagen. Dus 7 tijden = 2520 dagen. Volgens Ezech. 4:6 = 1 dag= 1 jaar. Dus 2520 dagen = 2520jaren.Dus: 606 (v. Chr.)= 1914 na Chr!

h. Het einde

De tijd van het einde is sinds 1914 aangebroken. De gestorvenen van de koninkrijksklasse hebben al deel gehad aan de eerste opstanding. Er zal spoedig een groot gericht over deze wereld losbreken. Dat gericht noemt men Armageddon. Dit is iets geweldig centraals in de gedachtenwereld der Getuigen. Iedereen, die niet tot de organisatie van Jehova behoort, zal vernietigd worden. De tijd dringt en daarom moeten de dienaren van Jehova zoveel mogelijk hiervan getuigen. Vandaar hun soms fanatieke aktiviteit om de mensen tot hun organisatie te bekeren. En hun organisatie groeit nog steeds.

De satan zal 1000 jaar geketend worden; de aarde door symbolisch vuur gelouterd, want God kan redelijkerwijs Zijn eigen schepping niet vernietigen. Dus zal de aarde een zuiveringsproces ondergaan en veranderen in een paradijs, in bepaalde opzichten met de kenmerken van de Amerikaanse welvaartsstaat. In deze periode zullen er met tussenpozen opstandingen plaatsvinden. Langzamerhand ontstaat dan het nieuwe Eden met gereinigde mensen van de organisatie van Jehova. De rest zal volgens Spr. 10:7 vergaan. Aan het einde van de 1000 jaar zal satan nog één keer alle dan levenden proberen te verleiden en daarna zal het eeuwige leven aanvangen.

5. Vee| onduidelijk

Het is allemaal nogal ingewikkeld. De Getuigen zelf is alles ook nog niet duidelijk. Vandaar ook nogal wat tegenstrijdigheden in hun theorieën. Maar Jehova zal Zijn bedoelingen op Zijn tijd via ,,De Wachttoren" duidelijk maken. Dat bij dit alles „De Wachttoren" over de Schrift heerst behoeft geen betoog. Jammer, dat de Getuigen de waarheden uit „De Wachttoren" als absolute bijbelse en dus goddelijke waarheden móeten accepteren.

Dit alles wordt geponeerd onder de schijn van absoluut gezag van Gods Woord, soms met zeer bijbels klinkende woorden, die helaas een zeer onbijbelse inhoud hebben.

De Geest der Waarheid kan als de almachtige God ook de ogen van deze medemensen om Christus wil openen...

6. Literatuur

1. Ds. H. Rijksen: Sekten en stromingen in deze tijd. Uitgave „De Banier" N.V., Utrecht, 1963, blz. 84-114.

2. Ds. A.B.W.M. Kok: Verleidende geesten. Boeketreeks nr. 7. Uitgave J.H. Kok N.V. Kampen, 1963, blz. 165-176.

3. Ds. H.J. Spier: De Jehova's Getuigen en de bijbel. Boeketreeks nr. 36, Uitgave:

J.H. Kok N.V., Kampen. 1961, o.a. met achterin een notedopencyclopedie van de opvattingen van de Getuigen.

4. Josy Doyon: Herders zonder erbarmen. Uitgave: Bosch en Keuning, Baarn 1967. Met als ondertitel: Verslag van een tienjarige dwaaltocht.

5. Ds. S.P. v.d. Assenbergh: De dwaalleer van de Jehova's Getuigen. Uitgave: Protestantse Periodieke Pers (Uithoorn), 1973.

Voor verdere studie:

6. Dr. F. Boerwinkel: Kerk en Sekte. Uitgave: Boekencentrum N.V., Den Haag, 1956. Daarin lees je vooral leerstellingen en bijbelse tegenargumenten

7. Jehova's Getuigen. Serie brochures: Luister eens! Aan te vragen bij de heer R.l'.J. Kuysten, Vaartserijnstraat 94, Utrecht.

7. Gespreksvragen

1. Noem enkele essentiële verschillen tussen kerk en sekte?

2. Waarin komt het sektarische van de Jehova's Getuigen duidelijk tot uitdrukking?

3. Wat moetje doen, wanneer de Jehova's Getuigen aan de deurkomen.'

4. Waaruit zou hun geweldige aktiviteit en hun vurige - soms zelfs fanatieke - propaganda te verklaren zijn?

5. De Jehova's Getuigen hoort men nogal eens verwijtend zeggen:

a. dat de kerkmensen hun bijbel zo slecht kennen;

b. dat de kerk met de satan meewerkt door zich met politiek en andere „wereldse" aangelegenheden te bemoeien.

Wat vind je hiervan?

6. Een sekte wordt wel eens een „onbetaalde rekening van de kerk" genoemd. In hoeverre geldt dit voor de Jehova's Getuigen?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen