Jezus' prediking te Nazareth
(Luk. 4:16-32)
Aanwijzing voor het gebruik
Deze schets kan gebruikt worden voor het maken van een inleiding. Hij is echter ook uitstekend geschikt om gezamenlijk te lézen - er wordt dan géén inleiding gehouden - als voorbereiding op de bespreking van de vragen.
1. De situatie
Lukas vermeldt in hoofdstuk 4 het eerste officiële treffen tussen Christus en Israël in het dorpje Nazareth. Daar wordt vervuld wat Johannes schrijft in Zijn Evangelie (zie hfdst. 1:11, 12).
Na enkele maanden is de Heere Jezus weer teruggekeerd naar Nazareth, waar Hij is opgegroeid. Inmiddels is Hij een man van roem geworden, zie vs. 14 en 15. Nu zal Nazareth de grote eer ontvangen, dat Jezus daar ook enkele dagen zal doorbrengen; daar is Hij opgevoed en kende men Hem dus van Zijn jeugd af.
Op de sabbath ging Hij naar de synagoge („huis der vergadering"), waar men Gods Woord, nl. de Wet en de profeten, las en onderzocht en de gebeden placht te doen. Daar zal nu Christus als de grote Profeet optreden.
Het volk had in het algemeen genoeg aan een dorre orthodoxie; er ging geen kracht van uit. Als Christus komt, dan gaat het Woord leven, dan gaat er kracht van uit.
Het is ook onze plicht om ons onder de prediking van Gods Woord te zetten; Christus is daarin voorgegaan. Dit is toch het middel, dat de Heere gebruiken wil (Rom. 10:14). Wij moeten bekeerd worden en dit geldt een ieder. Als er echter verder niets gebeurt, dan blijven wij dezelfde, hoewel toch verantwoordelijk. Als Christus Zelf Zich met Zijn Woord gaat bemoeien, dan is dit Woord een scherp tweesnijdend zwaard (Hebr. 4:12). Dan zal er reaktie komen, ten voordeel óf ten oordeel.
2. De troost van zijn evangelie
De Heere Jezus ging naar de synagoge; daar werd Gods Woord voorgelezen, eerst in het Hebreeuws, daarna vertaalde men het dan in het Aramees. Nu komt Christus om voor te lezen, zie vers 17 en 20. Staande las men Gods Woord, maar men sprak zittend zijn eigen woord. Terwijl de gemeente stond, zat nu Christus, de grote Evangelieprediker, neer om het gelezene toe te passen: „heden is deze Schrift in uw oren vervuld".
Wat God aan Jesaja beloofd heeft, dat is nu gekomen. Ik ben het, Die Hij gezalfd heeft met Zijn Geest en Mij heeft gezonden. Om wat te doen? Dit gaat Hij hier nu met die woorden van Jesaja leren.
Dit is nu Mijn taak op aarde: armen het Evangelie verkondigen, gevangenen loslating brengen en blinden het gezicht weergeven (zie vs 18 en 19).
Zo gaat Christus het jubeljaar aankondigen (Lev. 25: 8-22), niet voor één jaar; dit aangename jaar des Heeren duurt tot in alle eeuwigheid. Bedoeld wordt, dat het nu was aangebroken. Het jubeljaar moest worden geopend met het blazen op de bazuin. Christus predikt: nu ben Ik gekomen om op de bazuin van het Evangelie te blazen.
Zo gaat Hij door de Wet als de dienares van het Evangelie leren, wat we verloren zijn, nl. Gods beeld, dat we nu dood zijn in de zonden en de misdaden. Nu komt Chrisus voor verloren mensen: Ik zal de armen (neergebogenen), de gevangenen, de blinden licht geven. Daarin ligt de rijkdom van Christus, dat Hij Zich openbaart door de armoede, in de gebondenheid en blindheid. Niets in de mens, dat is Evangelie. Hij maakt banden los, Hij neemt de armoede weg, Hij bevrijdt van de macht der zonde, Hij verlost uit de dood. Wat gaat er dan een troost, een blijdschap van het Evangelie uit, dan is dit werkelijk een blijde boodschap!
3. De ergernis aan zijn evangelie
Toch is ook het Evangelie een Evangelie der ergernis. De Heere heeft tot de mensen in de synagoge te Nazareth gezegd: „Heden is deze Schrift in uw oren vervuld". De Heere Jezus predikte dat men zalig kan worden, maar ook hoe men zalig wordt.
Er kwam reaktie; lees vs 22. Bewogenheid bij de dorpsgenoten. Wat heeft Hij toch gepreekt, hoe anders dan de rabbi's. Waar haalt Hij het toch vandaan? Er is wel bewondering van Zijn woord, maar geen bewondering van zijn Persoon. De mensen kwamen niet aan Zijn voeten, met de vraag: wat moet ik doen om zalig te worden?
Hij moet nu óók wonderen doen evenals in Kapernaüm, dan zal er ook een naam uitgaan van Nazareth. Zij zijn niet klein geworden onder de prediking van Christus; ze willen met Jezus pronken Wat zegt de Heere? Zie vs 23 t/m 27. Deze mensen willen wonderen; voor het grootste wonder hadden ze geen oog, nl. dat Jezus kwam voor verlorenen. De Heere gaat de mensen van Nazareth met alle voorrechten die zij bezitten er buiten zetten. Zalig worden alleen door het welbehagen Gods!
Toen Hij hen zo aan de kaak stelde, kwam hun ware gedaante wel uit. Wil Hij zeggen dat heidenen door God worden uitverkoren boven Joden? Wil Hij zeggen dat zij mensen van Nazareth, niet waard zijn om geholpen te worden? Lees vs. 28 en 29. Alle gevoel van bewondering is
Lees vs. 28 en 29. Alle gevoel van bewondering is nu verdreven. Hun moordenaarsaard komt naar voren, als ze Hem van een steile rots naar beneden willen werpen. Maar Christus zal niet door moordenaarshanden vallen, doch naar het welbehagen Gods straks onder Pontius Pilatus rechterlijk worden veroordeeld. Ongevraagd ontvangen zij toch een teken van Zijn Goddelijke majesteit (vs 30).
Het verzet tegen en de ergernis aan het Evangelie van vrije genade was reeds voorzegd door Simeon: zie, Deze wordt gezet tot een val en opstanding van velen in Israël. En later schrijft Paulus: het Evangelie is een reuk des doods ten dode én een reuk des levens ten leven!
4. Literatuur
Korte Verklaring der H.S. (Lukas); Kok, Kampen. De Evangeliën van Mattheüs, Markus en Lukas, deel I - Joh. Calvijn.
Geschiedenis der Godsopenbaring, deel 2 - Dr. J. H. Bavinck; Kok, Kampen.
Dachsel en Henry op het betreffende hfdst.
5. Gespreksvragen
I. Waarom deed de Heere Jezus in Kapernaüm wel wonderen en in Nazareth niet?
2. Is vertrouwdheid met Gods Woord een beletsel of een zegen?
3. Wat hield het jubeljaar in en welke betekenis heeft dit nu nog?
4. Welke argumenten heb je tegen een „sociaal Evangelie?
5. Wat versta je onder een „lichte" en een „zware" preek?
6. Iedere prediking vraagt om een antwoord. Wat is nodig voor het juiste antwoord?
6. Opmerking
Een kaart met Kapernaüm en Nazereth mag bij behandeling van dit onderwerp niet ontbreken.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 juni 1969
Salvo | 1 Pagina's
