JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Vrije tijd, het weekend onder de loep

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije tijd, het weekend onder de loep

30 minuten leestijd Arcering uitzetten

Inleiding

Vrije tijd! Sommigen krijgen er nooit genoeg van, anderen hebben er 'echt' geen tijd voor. Maar iedereen heeft het: vrije tijd. Zoals alle tijd is ook vrije tijd Gods tijd, genadetijd. Het is van belang hoe die tijd besteed wordt. Moet je altijd bezig zijn met je persoonlijke heil en dat van de naaste? Of mag je vrije tijd ook besteden voor jezelf? Waar ligt de grens? Bijvoorbeeld op zaterdagavond?
Over bovenstaande vragen gaat deze schets. Hoofdstuk 1 belicht tijd en vrije tijd vanuit de Bijbel. Wat zegt de Bijbel over (vrije) tijd? In hoofdstuk 2 en 3 komen verschillende vormen van vrijetijdsbesteding aan de orde, met name op de zaterdagavond. Met hoofdstuk 4 eindigt de schets in een bezinning op een verantwoorde besteding van onze vrije tijd.

Fotoverantwoording:
De foto's op pag. 16 en 18: ©1996. Foto RD/Sjaak Verboom

De verenigingsavond

Vrije tijd
• Opening - Bijvoorbeeld over Prediker 12
• Inleiding over 'Vrije tijd'  - Gebruik o.a. hoofstuk 1 en 2
• Pauze
• Verwerking  - a.d.h.v. Gespreksvragen, Opdracht of Stellingen op pagina 21/ 22
• Sluiting   

Tip
Gebruik het JBGG klankbeeld over 'Vrije tijd' 
Bel: 0348 - 418587

Jeugdwerk 
• Opening
• Inleiding over 'Jeugdwerk in het weekend'  - Gebruik o.a. hoofstuk 3 en 4
• Pauze
• Verwerking  - a.d.h.v. Refocafés en Jeugdwerk op pagina 22/ 23
• Sluiting   

Tip
Nodig een spreker uit! 
Bijvoorbeeld een predikant,
kerkenraadslid of
JBGG medewerker.

1. Tijd en vrije tijd in het licht van de Bijbel

In de Bijbel is veel geschreven over tijdsbesteding.
Direct in Genesis 1, op de eerste bladzijde van de Bijbel, komt de tijd aan de orde.

God schiep daar de tijd, de eerste dag:
'En God zeide:
Daar zij licht, en daar werd licht. En God zag het licht, dat het goed was; en God maakte scheiding tussen het licht en tussen de duisternis. En God noemde het licht dag, en de duisternis noemde Hij nacht. Toen was het avond geweest, en het was morgen geweest, de eerste dag.' (Gen. 1 : 3-5).
God schiep niet alleen de tijd, maar ook de mens om in die tijd te leven.
De Heere gaf de mens ook een tijdsbesteding mee, al in het paradijs. 'Weest vruchtbaar en vermenigvuldigt, en vervult de aarde en onderwerpt haar en hebt heerschappij (...). Zo nam de HEERE Cod de mens en zette hem in de hof van Eden om die te bouwen en die te bewaren' (Gen. 1 : 28, 2 : 15).
Adam en Eva leefden voor de zondeval tot eer van God in de hof van Eden.
Dat was geen leven van nietsdoen of luieren, want zij moesten de aarde ook bouwen en bewaren. Daarnaast was er voor hen een tijd om te eten (Gen. 1 : 29, 30, 2 : 16).
Adam en Eva hadden een tijdsbesteding, helemaal tot eer van God. Maar waar werken voor hen een lust was, is het door de zondeval tot een last geworden. 'In het zweet uws aanschijns zult gij uw brood eten' (Gen. 3 : 19). De mens moest toen wel werken om in leven te blijven. Sinds die tijd is de tijdsbesteding van een mens onder de vloek van de zonde gekomen. Van nature kan een mens geen goed meer doen, terwijl de Heere de eer die Hem toekomt blijft eisen. Dat is het dilemma waar ieder mens mee te maken heeft, of hij het nu beseft of niet. Waren ervoor de zondeval geen vragen over verantwoorde tijdsbesteding, na de zondeval is het een vraag van groot belang geworden.

Onze tijd genadetijd
De tijd die een mens op aarde leeft, is genadetijd. Wanneer we ons in dit leven door Gods genade niet bekeren, zullen we verloren gaan. De allerbelangrijkste tijdsbesteding is dan ook het zoeken van de Heere in Zijn Woord en in het gebed. Het leven is niet vrijblijvend. De tijd die we op aarde leven, is Gods tijd; tijd gekregen van Hem (Psalm 31). Die zal ook besteed moeten worden tot eer van Hem. Wanneer we volharden in ons ongeloof en daarmee blijven zoals we geboren zijn, kunnen we nooit de eer van God in ons leven bedoelen.
Daarom is het allereerst nodig die tijd te gebruiken om de Heere te zoeken en te vinden. Dat moet het leven stempelen, dat geeft een bepaalde ernst aan het leven, dus ook aan de tijdsbesteding. Bij alles wat ons bezighoudt. dient het woord van Paulus ons voor ogen te staan: 'Het zij dan dal gijlieden eet, hetzij dan dat gijlieden drinkt, hetzij dat gij iets anders doel, doel het al ter ere Gods.' (1 Kor. 10 : 31).

Arbeid als opdracht
Voor de zondeval was arbeid voor Adam en Eva niet noodzakelijk om in hun levensonderhoud te voorzien, het was een dienst voor de Heere. De eer van God werd bedoeld. Na de zondeval werd dat anders, in Gen. 3 : 17-19 lezen we de opdracht tot arbeid en onderhouding van het leven. Ook de arbeid is aangetast door de zonde, waardoor ze noodzakelijk werd voor de zorg voor het eigen levensonderhoud. Bovendien is de arbeid na de zondeval zwaar en moeitevol geworden (Prediker 2). De opdracht tot bouwen en bewaren van de schepping is echter gebleven. Arbeid is ook na de zondeval een opdracht, met het oog op de eer van God. Het huwelijksformulier van de kerk spreekt dan ook van 'getrouwelijk en naarstiglijk in uw Goddelijk beroep arbeiden, opdat gij uw huisgezin met God en met ere moogt onderhouden, en ook daarenboven iets hebt om de nooddruftige mede te delen.' God roept de mens tot arbeid opdat hij de eer van God zou bedoelen in zijn leven. Arbeid is dus niet alleen een opdracht, maar ook een roeping.
Bovendien is werken een voorrecht. God geeft ons niet alleen tijd om Hem te zoeken, maar ook om te werken. Dit betekent dat arbeid - waar dan ook - niet vrijblijvend is, maar vraagt om een trouwe invulling. 'Alles, wat uw hand vindt om te doen, doe dat met uw macht', zegt Salomo in Prediker 9 vers 10. Alles wat wij doen, moeten we zo goed mogelijk doen. De opstellers van de Heidelbergse Catechismus benadrukken dat nog eens door in Zondag te schrijven '(.. ); opdat alzo een iegelijk zijn ambt en beroep zo gewilliglijk en getrouwelijk moge bedienen en uitvoeren, als de engelen in den hemel doen.'
Luiheid wordt in de Bijbel veroordeeld. Bewijzen daarvoor zijn te vinden in het Spreukenboek (bijvoorbeeld Spr. 6 : 6 ev.) en in de gelijkenis van de talenten in Mattheus 25.
Dat school en studie op hetzelfde vlak liggen en dus ook een trouwe invulling vragen, behoeft hier geen betoog.

Vrije tijd ook door God gegeven
De plicht en de opdracht om te werken houdt niet in dat we rusteloos dag (en nacht) bezig moeten zijn met werk en school. Er zijn mensen die van hun dagelijks werk hun hobby maken, of die menen zulk belangrijk werk te doen dat ze niet gemist kunnen worden. Zij storen zich niet aan werktijden en gunnen zich geen rust. Hun leven bestaat uitwerken en slapen. De opdracht om te werken vullen zij anders in dan de Heere bedoelde.

De Bijbel leert ons dat de Heere wil dat er ook tijd voor rust overblijft. Het is zelfs een scheppingsgave. God maakte bij de schepping onderscheid tussen dag en nacht. De dag om te werken, de nacht om te slapen. Dat in onze tijd van 24-uurs economie en (kunst)verlichting de nacht allang niet meer alleen gebruikt wordt om te slapen, doet niets af aan de rust als scheppingsgave. Het lichaam en de geest hebben het nodig om nieuwe krachten op te doen. Daarvoor heeft God allereerst de slaap geschonken.
Toch is de slaap niet het enige wat ons nieuwe krachten schenkt. Rusten is meer dan alleen maar niets doen en slapen. Het kan ook betekenen: bezig zijn, maar dan met andere dingen dan met ons dagelijks werk. Naast de slaap vindt vrije tijd ook een bestemming in het ontspannend bezig zijn.
In de schepping bracht de Heere afwisseling aan door arbeid en ontspanning te geven. Naast het verschil tussen dag en nacht heeft de Heere ook een dag in de week afgezonderd om te rusten. God heeft daarop Zelf gerust van al Zijn werk, dat Hij gemaakt had. Later gaf Hij deze scheppingsorde mee aan het volk van Israël: 'Zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen; Maar de zevende dag is de sabbat des HEEREN UWS Gods; dan zult gij geen werk doen' (Ex. 20 : 9, 10).
Daarnaast waren aan feesten als het Paas-, Pinkster- en Loofhuttenfeest doorgaans zeven vrije dagen verbonden. Die waren, net als bij de sabbat, in de eerste plaats bedoeld om God te dienen, maar er was ook een praktische kant aan verbonden. Het Pinksterfeest viel bijvoorbeeld samen met het einde van de gerste- en tarweoogst. De weken van hard werken waren teneinde. Dagen van ontspanning en blijdschap mochten dan volgen.
Salomo spoorde er zelfs toe aan: '(...), dat ieder mens ete en drinke, en het goede geniete van al zijn arbeid. Dit is een gave Cods. '(Pred. 3 : 13, 5 : 17, 18).
De Heere Jezus Zelf heeft met Zijn aanwezigheid en optreden op de bruiloft in Kana laten zien dat verantwoorde ontspanning en genieten geen zonde is, maar een onderdeel van het dagelijkse leven.
Ook de christenen van vandaag hebben een rustdag, de eerste dag van de week; de dag waarop de Heere Jezus het graf verliet. Ook zij hebben hun feesten, waarbij naast het overdenken van de heilsfeiten ook de ontspanning een plaats heeft. Rust mag en moet er dus zijn. Het is bijbels.

Het zal echter duidelijk zijn dat de inhoud van die rust, die vrije tijd, niet vrijblijvend is. Ook al hoeven wij de wetten van Israël, waarin arbeid en rust waren voorgeschreven, niet meer te houden, ook onze vrije tijd dient tot eer van God te zijn.
Allereerst blijkt uit de bijbelse voorbeelden heel duidelijk dat een deel van onze 'vrije' tijd besteed moet en mag worden aan de dienst van God.
Onze vrije tijd - in het bijzonder de zondag - is niet alleen om te rusten van de arbeid, maar ook om bezig te zijn met de dingen van Gods Koninkrijk. Naar aanleiding van de vraag naar de bedoeling van het vierde gebod antwoordt de Heidelbergse Catechismus het volgende:'(...) dat ik, inzonderheid op de sabbat, dat is op de rustdag, tot de gemeente Gods naarstiglijk kome, om Gods Woord te horen, de sacramenten te gebruiken, God de Heere openlijk aan te roepen, en de armen christelijke handreiking te doen; ten andere dat ik al de dagen mijns levens van mijn boze werken ruste, de Heere door zijn Geest in mij werken late, en alzo de eeuwige sabbat in dit leven aanvange.' (zondag 38).
Daarnaast is er ruimte voor rust en ontspanning. Rust is in de eerste plaats dienstbaar aan ons dagelijks werk. Om goed te kunnen functioneren, is het noodzakelijk rust te nemen. Er is een grens aan onze arbeidzaamheid. Wie leeft om te werken, maakt van het werk een afgod. In onze tijd van elkaar snel opvolgende veranderingen heeft een mens steeds meer behoefte aan rust en ontspanning. Maar ook ontspanning moet verantwoord doorgebracht worden. Ook die tijd besteden we voor het aangezicht van de Heere.

2. Vrijetijdsbesteding

Vrije tijd is het gedeelte van de dag dat we naar eigen keuze kunnen invullen, waarop we geen verplichtingen hebben ten opzichte van school en werk. Jongeren beschikken, in verhouding tot de rest van de bevolking, over weinig vrije tijd.

Ook al nemen ze weinig aan het arbeidsproces deel en zijn ze (grotendeels vrijgesteld van huishoudelijk werk, dan nog vergt met name het onderwijs zoveel uren dat relatief weinig vrije tijd overblijft.
Hoe ouder men wordt, hoe meer vrije tijd men krijgt: uit tabel 2.1 blijkt dat personen uit de leeftijdsklasse 20-24 jaar in 1990 gemiddeld vijf uur meer vrije tijd (43,1 uur per week) hadden dan personen uit de leeftijdsklasse 12-15 jaar (38,5 uur per week). Bij de totale bevolking is de vrije tijd nog enkele uren hoger. Dit komt door de ouderen die veel vrije tijd hebben en een aanzienlijk deel vormen van de totale bevolking.
Bij de jonge leeftijdsklassen is de hoeveelheid vrije tijd sinds 1985 gedaald.
Dat wordt veroorzaakt door het toenemende tijdsbeslag van het onderwijs.
Ook arbeid nam in 1990 meer tijd in beslag dan in 1985.

Met vrijetijdsbesteding worden, zoals al eerder opgemerkt, activiteiten bedoeld die plaatshebben in de tijd die niet gevuld wordt door andere, verplichte bezigheden. Bij verplichte bezigheden moet gedacht worden aan studie, werk, huishoudelijke bezigheden, slapen en persoonlijke verzorging.
In figuur 2.1 is zichtbaar gemaakt hoe Nederlandse jongeren hun vrije tijd gemiddeld besteden.

Het blijkt dat TV kijken door de jaren heen toe is genomen. In vrijwel elk Nederlands huishouden staat tegenwoordig een televisie, vaak meer dan één. Daarnaast is het aanbod van programma's en video's enorm gestegen.
Inmiddels besteedt een gemiddelde Nederlandse jongere 30-40% van zijn vrije tijd aan TV kijken. Met name het lezen van boeken lijdt daaronder.
Lezen is in de loop van de jaren afgenomen. Ook het sociale contact is minder geworden.


Vaak komen bepaalde combinaties van vrijetijdsbesteding bij één persoon veelvuldig voor. Er ontstaat dan een zogenaamde 'recreatiestijl'.
1. Actief, intellectueel: lezen, sportbeoefening, hobby's en actieve deelname aan het verenigingsleven;
2. Actief, café- en/of bioscoopbezoek, hobby's, sportbeoefening, het als toeschouwer bezoeken van sportwedstrijden en actieve deelname aan het verenigingsleven;
3. Intellectueel, elitair, activiteiten als museum-, concert- en bioscoopbe zoek bleken ook een sterke onderlinge samenhang te vertonen. Aangenomen moet echter worden dat deze groep vrij klein is;
4. Passief, consumptief. veelvuldig televisiekijken en het kijken naar voetbalwedstrijden (via de TV of in een stadion);

Het bioscoopbezoek blijkt een heel eigen plaats in te nemen. Zowel personen uit groep 2 en 3, als zij die zich kenmerken dooreen relatief veelvuldig bezoek van voetbalwedstrijden, gaan meer dan gemiddeld naar de bioscoop.


Tenslotte besteden jongeren minder tijd dan vroeger aan buitenrecreatie, hobby's, kerken verenigingen (categorie overig in figuur 2.1).
Verschillende vormen van vrijetijdsbesteding zijn niet acceptabel voor jongeren en ouderen die hun leven willen inrichten naar bijbelse normen en waarden. Daarom blijken christenen, en met name reformatorische christenen, een aparte stijl erop na te houden. Zij hebben hun eigen vormen van ontspanning, maar besteden daarnaast hun vrije tijd aan bezinning op allerlei gebied. Deze (levens)stijl heeft een aantal samenhangende aspecten.
Het eerste aspect is een hoge deelname aan het kerkelijk leven. De besteding van de zondag neemt daarbij een aparte, maar zeer belangrijke plaats in.
Door de zondagse erediensten en de manier van invulling van deze dag wijken reformatorische mensen opvallend af van niet-reformatorische mensen. Maar ook het doordeweekse verenigings- en gemeenteleven neemt een grote plaats in bij vee! reformatorische mensen. Bij en in kerk- en verenigingsgebouwen is - in de meeste gemeenten - de gehele week een grote bedrijvigheid waar te nemen.
Het tweede aspect is een sterke terug- houdendheid te aanzien van bepaalde vrijetijdsactiviteiten die om principiele redenen worden afgewezen. Vormen van vrijetijdsbesteding worden gemeden vanwege het duidelijk overtreden van Gods geboden en omdat ze niet passen in c)e bijbelse levensstijl, cultuur en traditie. Te denken valt aan popconcerten, houseparty's, (top)sport (op zondag), bioscoop, theater, televisie, cafébezoek en uitgaan).
Het derde aspect bestaat uit een grote intellectuele interesse, bijvoorbeeld het lezen van een goed boek, zang en muziek.
Een vierde aspect is een grote mate van vrijwilligerswerk. Velen hebben - naast studie, werk of huishouden - zitting in besturen, kerkeraden of commissies.
Velen geven leiding aan zondagsscholen en verenigingen, zetten zich in voor de zending, het jeugdwerk, de evangelisatie, de plaatselijke gemeente en allerlei andere goede doelen.
Het vijfde aspect van een reformatorische 'recreatiestijl' is de saamhorigheid. In eigen kring richt men verenigingen en organisaties op, ontplooit men activiteiten en richten mensen professionele recreatie-bedrijven op.
Voorbeelden zijn: Vereniging van Reformatorische Ondernemers, Wegwijs, reformatorische campings en reisorganisaties.

De vrijetijdsbesteding van een reformatorische jongere ziet er (voor een deel) anders uit dan van een gemiddelde andere jongere. Verantwoorde ontspanning blijkt er in overvloed te zijn, al vragen onkerkelijke mensen zich wel eens af wat christenen eigenlijk in hun vrije tijd (mogen) doen.
Sport en spel ter ontspanning, strandwandelingen, musea, natuur- en dierenparken, maar ook lezen, cursussen volgen, 'computeren', fotograferen, vakantie, zomerkampen of zomaar gezellig bij elkaar zijn. Natuurlijk moet hierbij gewaakt worden voor ontsporingen. Wanneer men helemaal opgaat in computerspelletjes, vakanties en dergelijke, wordt een onverantwoord groot accent gelegd op deze activiteiten.
Vrije tijd wordt door velen ook gevuld met bezinning. De zondag, door velen gezien als de vrije dag bij uitstek, krijgt naar Gods gebod een christelijke invulling. Daarnaast worden er veel bezinnende activiteiten georganiseerd en kan men ook zelf bezinnend bezig zijn. Voorbeelden hiervan zijn: het kerkelijk jeugdwerk, interkerkelijke bezinningsavonden, bezinning op de zomerkampen, bijbellezingen, doordeweekse kerkdiensten.
In 1994 hebben 1048 jongeren (JBGG-kamp deelnemers) meegewerkt aan een onderzoek naar onder andere hun vrijetijdsbesteding.
Daaruit blijkt dat veel vrije tijd besteed wordt aan de omgang met vrienden, aan lezen en aan hobby's. Aan sport en recreatie, computer en TV/radio wordt ook tijd besteed, door jongens meer dan door meisjes (zie figuur 2.2). Wel blijkt dat hoe ouder men wordt, hoe meer vrije tijd verschuift van sport/recreatie/computer/hobby's/TV naar vrienden, lezen en verenigingsleven.

Helaas komt er onder jongeren ook onverantwoorde ontspanning voor.
Activiteiten die haaks staan op het Woord van God en op de reformatorische levensstijl worden niet altijd gemeden Luisteren naar pop en house komt veel voor. De bioscoop, het café en de disco is voor een aantal geen onbekend terrein (zie figuur 2.3) Popconcertenen houseparty's worden gelukkig minder bezocht, maar ook daar zijn reformatorische jongeren te vinden.
Hierop zal verder niet ingegaan worden.
Het zal duidelijk zijn dat een bijbelse tijdsbesteding om een andere invulling vraagt. Sommige activiteiten kunnen niet direct als zondig worden gezien: 'wat is er nu mis met een nette bioscoopfilm...?' of 'waarom zou ik geen pilsje mogen pakken in een cafe? '. De wereldse (bijvoorbeeld materialisme, individualisme, erotiek) sfeer kan een reden zijn om een dergelijke tijdsbesteding te mijden.

3. Het weekend

Op een aantal vrijetijdsbestedingen van reformatorische jongeren zal wat dieper ingegaan worden. Het betreft de bestedingen in het weekend. Veel jongeren hebben aan het einde van de week een drukke werk- en/of schoolweek achter de rug.
Ze hebben weinig tijd voor ontspanning en bezinning gehad.

Met name in het weekend zijn er mogelijkheden te over om zowel ontspannend als bezinnend bezig te zijn.
De Schakeltjes-rubriek van het Reformatorisch Dagblad bevat elke vrijdag en zaterdag een flink aantal uitnodigingen op dat gebied. Met name op zaterdagavond is er veel mogelijk.
Bij vrijetijdsbesteding in het weekend valt te denken aan het kerkelijke jeugdwerk, interkerkelijke bezinningsavonden, zang- en orgelavonden, de zogenaamde refo-cafés, de vrijdag- en zaterdagavond thuis of bij familie of vrienden doorbrengen.

Kerkelijk jeugdwerk
Jongeren horen bij de gemeente, bij de kerk. Binnen de kerk moet niet alleen aandacht zijn voor ouderen, maar ook voor jongeren. De zorg voor jongeren is ook de zorg van de kerk.
Door jeugdwerk in de gemeente worden jongeren gevormd voor de toekomst.
"Vaak blijken ouderen zich door de verenigingen gevormd te voelen. 
Daar wordt de basis voor later gelegd. Je moet de jeugdvereniging als een investering zien. (...) De jeugd is ook de 1e periodevan het nemen van beslissingen. Denk maar aan de keuze van een opleiding, een beroep of een levenspartner. In dat keuzegebied moeten wij als kerkelijke gemeente er helemaal bij zijn "(RD, 23/09/94). Vandaar dat er in vele plaatsen, naast catechisatie en zondagsschool, ook kerkelijk jeugdwerk is.
Uit het genoemde onderzoek uit 1994 is gebleken dat, wanneer er in de eigen gemeente jeugdwerk aanwezig is, gemiddeld 75% van de jongeren de jeugdvereniging bezoekt. Is er plaatselijk geen JeV, dan neemt slechts 25% deel aan jeugdwerk in een naburige gemeente.

De basis van het landelijke jeugdwerk vormen de plaatselijke verenigingen.
Verenigingen waar jongeren met hun vragen terecht kunnen, waar ruimte is voor bezinning op bijbelse, ethische en maatschappelijke onderwerpen.
Maar waar ook ruimte is voor ontspanning en ontmoeting. Ontmoeting en gezelligheid zijn de belangrijkste redenen voor jongeren om naar de vereniging te gaan (zie figuur 2.4).
Jongeren van de gemeente ontmoeten elkaar op vrijdag-, zaterdag- of zondagavond rondom het geopende Woord. Dat is waarde(n)vol. Juist binnen de gemeente wil de Heere Zijn Koninkrijk bouwen van geslacht tot geslacht.
Jeugdwerk vraagt echter wel inzet.
Inzet van leidinggevenden en van jongeren zelf.
"De meeste onderwerpen worden door de leden zelf gemaakt.
Over het algemeen wordt dat best serieus opgevat. Een inleiding maken vind ik duidelijk een positief element van de jv.
Daardoor worden jongeren gevormd. Ze leren boeken te lezen, een stukje onderzoek te doen, en daaruit een inleiding te maken en vragen op te stellen. Ze leren er ook discussiëren" (RD, 23/09/94).
Maar ook van ouders wordt inzet gevraagd. Ze zouden hun kinderen moeten stimuleren en motiveren voor het jeugdwerk. Het vraagt betrokkenheid van ambtsdragers in de voorbede en in het bezoeken van verenigingen.
Het is een zaak van de hele gemeente.
Niet alleen plaatselijk wordt jeugdwerk georganiseerd. Ook regionaal, in de diverse districten, wordt regelmatig zowel ontmoeting als bezinning geboden. Op vrijdag- en op zaterdagavond worden districtsavonden gehouden voor de jongeren uit het district. Op deze avonden wordt door een spreker een onderwerp ingeleid. 
Na de vaak wat langere pauze wordt verder nagedacht over het onderwerp door middel van vragenbeantwoording of een forum.

Naast het kerkelijke jeugdwerk zijn allerlei alternatieve ontmoetingsplaatsen ontstaan. Ontmoetingsplaatsen die, zonder kerkelijke binding, tegemoet komen aan de behoefte van jongeren om zich in het weekend te ontspannen en/of te bezinnen. Doordat jongeren meer te besteden hebben en meer reismogelijkheden hebben, leggen ze gemakkelijk, soms grote, afstanden af (Zeeland - Gorinchem bijvoorbeeld...). De mogelijkheid om activiteiten buiten de plaatselijke gemeente bij te wonen is groter geworden.

Interkerkelijke bezinningsavonden
Eén van de alternatieven is het bijwonen van een (interkerkelijke) bezinningsavond. Deze avonden worden op particulier initiatief georganiseerd of staan onder toezicht van een (plaatselijke) kerk. Ook worden bijvoorbeeld SGP-jongerenavonden gehouden. Het meest omvangrijke initiatief zijn de activiteiten van de Stichting Reformatorische Bezinningsavonden (SRB). De SRB is in het leven geroepen om interkerkelijke bezinningsavonden voor +21-jongeren te organiseren.
Men wil tegemoet komen aan de vragen van deze jongeren. Er is behoefte aan bezinning op hun niveau, aan sprekers uit de breedte van de rechterflank van de gereformeerde gezindte en aan ontmoeting met jongeren uit diezelfde breedte. Het grootste deel van de avond bestaat uit bezinning: een lezing en vragenbeantwoording. 'We streven ernaar dat de avonden een goede voorbereiding op de zondag zijn, waarbij hel Woord centraal staat" (RD, 24/09/94). Dat deze avonden in een behoefte voorzien, is duidelijk Op verschillende plaatsen in ons land worden de avonden georganiseerd Via advertenties in het Reformatonsch Dagblad en via een eigen mededelingenblad geeft de stichting bekendheid aan haar avonden.
De bedoeling is om deze avonden alleen te organiseren voor jongeren die ouder zijn dan 21 jaar. De praktijk leert echter dat ook jongeren van 18, 19 en 20 jaar de avonden bezoeken.

Zang- en orgelavonden
Op grote schaal worden op zaterdagavond zang- en orgelavonden georganiseerd. Een aantal avonden wordt op commerciele basis georganiseerd, een aantal ten bate van een goed doel. Het zijn vaak avonden die goed bezocht worden door jongeren. Met name wanner bekende koren optreden, is er veel belangstelling.

Refo-cafés
'Het is zaterdagvond half negen. Met tientallen tegelijk komen ze hotel Gorinchem binnen. Jongeren tussen de zestien en dertig jaar oud. Bij de ingang betalen ze vijf gulden voor een hele avond gezelligheid. De avond wordt doorgebracht met lopen, drinken, een hapje eten en praten. Het belangrijkste doel van de avond is het leggen van contacten. Als het enigszins mogelijk is met het andere geslacht. Rond elf uur vertrekken de eerste jongeren die wat verder weg wonen. Ze willen voor de zondag thuis zijn. Want zondaqmorgen worden ze weer in de kerk verwacht. (Gorinchemse Courant, 22/05/96) Er zijn jongeren die zich - om allerlei wel of niet steekhoudende argumenten - niet thuisvoelen op een JeV, niet op een SRB-avond en niet op een zangavond of orgelconcert. Zij willen niet naar een café of disco, maar kunnen wekelijks terecht in een refo-café.
Er zijn ook jongeren die het bezoeken van de JeV of andere meer bezinnende activiteiten combineren met het refocafé. Een refo-café is een gelegenheid waar reformatorische jongeren elkaar onder het genot van een (alcoholisch) drankje en een hapje kunnen ontmoeten. Er wordt gepraat, gelachen, gedronken en gekeken. Er wordt geen wereldse muziek gedraaid. In de ene gelegenheid mogen maximaal twee alcoholhoudende consumpties gedronken worden, in de andere bestaat geen limiet. Ook deze bezoekers worden via het RD getrokken. Wat jongeren trekt is de vrijheid, de ongedwongen sfeer, de contacten. "Dit is de enige avond dat je uit kunt gaan. Dan moet je dat ook doen. En het is niet beter dan in de disco" (RD, 21/09/96).
Een avond thuisblijven of bij vrienden doorbrengen is voor sommige reformatorische jongeren onbespreekbaar.
Toch zijn er velen die regelmatig op vrijdag- en/of op zaterdagavond thuisblijven of vrienden opzoeken.
Wanneer de ouder(s) thuis zijn en er zijn wat meer gezinsleden en vrienden, kan het erg gezellig en waardevol zijn. Er kunnen dan wezenlijke en minder wezenlijke onderwerpen ter sprake komen. Er kan gepraat, gezongen en een spel gedaan worden.
Maar ook alleen kan het goed toeven zijn. Met een goed boek en een goede CD kun je bijkomen van een drukke week.

4. Wat is verantwoord?

Wat is nu een verantwoorde tijdsbesteding?
Hoe vul ik mijn tijd, dus ook mijn weekend, tot eer van God in? Uit het voorgaande is gebleken dat vrije tijd uiteenvalt in twee delen: bezinning en ontspanning. Beide elementen mogen er zijn, ook in het weekeinde. Ze sluiten elkaar niet uit. Het is mogelijk om zowel bezinnend als ontspannend bezig te zijn.

Dat is aanbevelenswaardig. Aan de ene kant is het van groot belang dat stilgestaan wordt bij wezenlijke vragen die vanuit de Bijbel, de geschiedenis en de maatschappij op jongeren afkomen, terwijl aan de andere kant de boog niet altijd gespannen kan staan.
Wanneer bijvoorbeeld op een zangen orgelavond verantwoorde liederen gezongen, verantwoorde stukken gespeeld worden en de mens niet in het middelpunt staat, is het een goede vrijetijdsbesteding.
Er moet echter wel plaats blijven voor bezinning in de vrije tijd. Die wordt op een zang- en orgelavond niet altijd geboden. Daarom is het goed om daar een evenwicht in aan te brengen.

Binnen de kerk
Vanuit de kerk worden in het weekeinde verantwoorde alternatieven geboden. Met name het jeugdwerk op zaterdagavond wordt sterk benadrukt.
Hierdoor kan een zinvolle en verantwoorde zaterdagavondbesteding geboden worden. Bovendien is het een goede voorbereiding op de zondag. Op een jeugdvereniging moet plaats zijn voor elke jongere uit de gemeente. Door samen bezinnend en ontspannend bezig te zijn ontstaat er een band tussen de jongeren van de gemeente. Jongeren worden op evenwichtige wijze in aanraking gebracht met het Woord van God, met de belijdenisgeschriften en met het reformatorisch erfgoed. Ze kunnen op deze wijze de waarde van het gereformeerde belijden gaan zien en ingroeien in hun eigen kerkelijke traditie. Op deze wijze werkt het jeugdwerk opbouwend, ook in de plaatselijke kerkelijke gemeente.
Op regionaal niveau worden met name op zaterdagavond bezinningsavonden georganiseerd.

Het probieem is echter dat plaatselijk de jeugdvereniging niet elke vrijdag- en zaterdagavond vergadert. Er is dus niet elke vrije avond een kerkelijk alternatief voorhanden. Bovendien wordt met de JeV niet elke jongere bereikt. Er zullen helaas jongeren blijven voor wie de JeV te hoog gegrepen is, of die geen enkele behoefte hebben aan bezinning op vrijdag- en zaterdagavond. Vaak zitten dergelijke jongeren wel op zondagavond-verenigingen.
Maar welk alternatief hebben zij op hun vrije avond(en)?

Interkerkelijk
Het is positief dat vele jongeren in het weekeinde bezinnend bezig willen zijn. SRB-avonden waarop 900 jongeren bij elkaar komen, zijn geen uitzondering. Met name voor jongeren uit kerken waar geen kerkelijk jeugdwerk is of waar kerkelijk jeugdwerk niet aansluit bij hun belevingswereld, zijn deze bezinningsavonden zeer waardevol.
Aan de andere kant trekken de avonden ook jongeren die actief zijn of kunnen zijn binnen het kerkelijke jeugdwerk wat er wèl is. Wanneer dit gebeurt op avonden dat er geen jeugdvereniging is, is dat fijn. Dan wisselen dergelijke avonden elkaar af en kunnen ze bijdragen aan een evenwichtige geestelijke en maatschappelijke vorming.
In sommige regio's in ons land hebben interkerkelijke avonden echter een negatief effect op de opkomst van jongeren bij zaterdagavondactiviteiten als de jeugdvereniging en districtsbijeenkomsten.
Een aparte doelstelling van de Stichting Reformatorische Bezinningsavonden is om door het interkerkelijke karakter de geestelijke eenheid te bevorderen, over de kerkmuren heen.
Dat is een goed streven. Het is zondig dat Gods kerk zo verdeeld is en dat men elkaar op niet-wezenlijke zaken veroordeelt. Dit moet echter niet leiden tot het relativeren van het eigen belijden en het eigen kerkverband. Er is niets mis met een gezond kerkelijk besef. Wanneer jongeren door de nadruk op interkerkelijkheid hun betrokkenheid verliezen bij hun eigen kerkelijke gemeente, zullen zij steeds meer van de eigen gemeente vervreemden. Het één hoeft het ander echter niet uitte sluiten.

Refo-café
Een aantal jongeren komt niet op de vereniging, niet op een districtsavond en niet op een SRB-avond of iets dergelijks. Deze jongeren worden bij elke bezinnende activiteit gemist. Welk alternatief blijft er voor hen over? Het gevaar bestaat dat ze disco's, cafés, enz. gaan bezoeken, met alle gevolgen van dien. In die zin werken refocafés behoudend. Jongeren die zich anders misschien over zouden geven aan house, pop, gokken en overmatig drankgebruik, worden daar nu van weerhouden.
Of ze daarmee ook innerlijk bewaard worden voor het afgroeien van het Woord van God en de reformatorische levensinvulling, is de vraag. Wanneer jongeren elke vrijdag- en zaterdagavond in dergelijke gelegenheden te vinden zijn en daardoor tonen weinig tot geen behoefte aan bezinning te hebben, leiden ze een leeg bestaan.
Want dat deze avonden oppervlakkig kunnen zijn, zal niemand ontkennen.
Er is praktisch alleen ruimte voor ontmoeting, voor bezinning is weinig plaats.
Er zijn JeV-leden die naast de JeV ook een enkele keer een refo-café bezoeken. Er wordt dan wat gepraat en gedronken. Nu behoeft niet elke avond bezinnend te zijn. Er mag plaats zijn voor rust en ontspanning. Op gezelligheid en een pilsje is niets aan te merken. Het bezwaar is dat in een dergelijke omgeving, mede door de massaliteit, veelal sprake is van oppervlakkige contacten, met alle leegheid van dien. De algemene sfeer in zo'n gelegenheid doet werelds aan.
Daarom is dit een twijfelachtige omgeving om de vrije tijd door te brengen, zeker wanneer de ontspanning alleen in een dergelijke omgeving gezocht wordt. Het is zeer de vraag of deze gelegenheden principieel verantwoorde alternatieven zijn voor cafés en disco's.

Tenslotte
Het invullen van een verantwoorde vrijetijdsbesteding is geen gemakkelijke opgave. Het Woord van God, dat toch onze norm moet zijn, geeft niet overal ruimte voor. Aan eigen behoeften en wensen kan dan ook niet altijd voldaan worden. Vrije tijd wordt soms verkwist; door een zondige invulling, door allerlei onnutte bezigheden, door luieren. 'Heb den slaap niet lief, opdat gij niet arm wordt' (Spr. 20 : 13).
Gelukkig wordt ook veel vrije tijd door jongeren heel goed en verantwoord ingevuld.
Het is belangrijk om bewust na te denken over de besteding van vrije tijd, met name in het weekeinde.
Temidden van de vele alternatieven is het nodig een verantwoorde weg te vinden.

a. Hoe vrije tijd ook wordt ingevuld, de Heere ziet het hart aan. Zonder wedergeboorte is het onmogelijk God te behagen, ook niet met een nette tijdsbesteding. De Prediker had dat haarscherp in de gaten en waarschuwt: 'Verblijd u, o jongeling, in uw jeugd, en laat uw hart zich vermaken in de dagen uwer jongelingschap, en wandel in de wegen uws harten en in de aanschouwing uwer ogen; maar weet, dat God om al deze dingen u zal doen komen voor het gericht. '(Pred. 11 : 9).
b. De vrijdag- en zaterdagavonden mogen, evenals de zondag, niet los staan van de rest van de week.
Vrijetijdsbesteding mag ook niet los staan van andere tijdsbestedingen. Het mag geen tegenstelling gaan vormen. Wanneer er bijvoorbeeld in de vrije tijd alleen maar plaats is voor verantwoorde ontspanning, is het evenwicht ver te zoeken.
c. Uit onszelf kunnen we onze vrije tijd, evenals alle andere tijd, niet evenwichtig en tot eer van God besteden, juist ook in onze vrije tijd is bekerende genade nodig.
d. In de inleiding van de schets is vrije tijd ook genadetijd genoemd. Dat bepaalt de invulling ervan, maar het geeft ook aan dat vrije tijd geen doel op zich is. Mede in dit verband zegt de Prediker aan het einde van zijn spreuken: 'Van alles wat gehoord is, is het einde van de zaak: Vrees God en houd Zijn geboden, want dit betaamt alle mensen.
Want God zal ieder werk in het gericht brengen, met al wat verborgen is, hetzij goed of hetzij kwaad' (Pred. 12 : 13, 14).


Aanvullende Literatuur 
Jong, J.J. de e.a.  'Leer de jongere' brochure van onderzoeksproject JBGG
Jong, J.J. de e.a.   'Meedoen en jezelf blijven.. ?!'  brochure van onderzoeksproject JBGG  
Mauritz, J.H. e.a.  'Over jong-zijn gesproken
Leune, J. e.a.        'Jongeren en de gemeente"


Verwerking

Gespreksvragen 
1. Arbeid is opdracht (1), roeping (2) en voorrecht (3). Vul voor elk aspect concreet in wat het betekent. 
2. Hoe kun je in het dagelijkse leven je tijd tot eer van God besteden? 
3. Hoe kan een christen nu tijd vrij te besteden hebben? Zijn leven moet toch in dienst van de Heere staan? 
4. Vind je de zondag vrije tijd? 
5. De hoeveelheid beschikbare vrije tijd onder jongeren neemt af. 
a. Vind je dat je te weinig vrije tijd hebt? 
b. Zo ja, hoe komt dat? waaraan zou je meer vrije tijd willen besteden? 
6. Wat is er mis met thuisblijven op vrijdag- en/of zaterdagavond? 
7. De meeste gezinnen van onze gemeenten bezitten geen televisie, jongeren uit die gezinnen kijken dan ook weinig tot geen TV. Toch hebben deze 'TV-loze' jongeren - gemiddeld - evenveel vrije tijd te besteden als 'TV-kijkende' jongeren. 
a. Waarin wijken zij - m.b.t. de vrijetijdsbesteding - af van andere jongeren? 
b. Kun je zeggen dat ze hun tijd zinvoller doorbrengen?

Opdracht
Deel de JeV in in groepjes.
Bepaal eerst als groepje waaraan verantwoorde vrijetijdsbesteding moet voldoen. Maak een goede definitie of stel een aantal randvoorwaarden op.
Inventariseer vervolgens per groepje de verschillende vrijetijdsbestedingen van de groepsleden.
Presenteer jullie bevindingen op een groot vel aan de rest van de JeV.
Discussieer of het verantwoorde vrijetijdsbestedingen zijn.

Eventuele vragen
a. Klopt de definitie/ kloppen de randvoorwaarden?
b. Kun je zeggen dat een bepaalde vrijetijdsbesteding (bijv. sport, jeugdwerk, vissen) bij een bepaald iemand hoort?
c. In hoeverre mag je de ander een persoonlijke vrijheid gunnen als het gaat om vrijetijdsbesteding?

Maak een lijst met verantwoorde vrijetijdsbestedingen. Is ze lang genoeg?
Sluit de discussie plenair af.

Stellingen
1. Lezen is uit de tijd.
2 Luisteren naar pop en house is vri| onschuldig. Als ik wat ouder ben gaat het toch over.
3. Een café is voor een kerkelijke jongere verboden terrein.
4. Een refocafé is ten diepste niet anders dan een doorsnee bar of café.
5. jeugdwerk is zonde van m'n vrije tijd.

Refocafés
1. Een refocafé wordt vaak verdedigd met het argument dat het behoudend werkt voor jongeren die anders in een gewone bar of discotheek zouden zitten.
a. Ben je het daarmee eens?
b. Is het goed om elke zaterdagavond in een refocafé te verblijven?
c. Mogen we het fenomeen refocafé accepteren als reformatorische uitgaansgelegenheid?

2. Wat kun je opmaken uit de vele 'schakeltjes' in het RD?

3. Is het jeugdwerk een volwaardig alternatief voor fervente refocafébezoekers?
Zo ja, waarom zitten ze dan niet op de jeugdvereniging?
Zo nee, wat kan daaraan gedaan worden?

Jeugdwerk
1. Waarom neem je deel aan het jeugdwerk?
2. Voldoet het jeugdwerk aan jouw verwachtingen?
3. Discussieer met elkaar over de waarde van het kerkelijk jeugdwerk
a. voor de kerk
b. voor jezelf
c. voor de ander
d. voor de wereld om je heen.
4. Noem enkele voor- en nadelen van het interkerkelijke jongerenwerk (Denk aan SCP, SRB).
5. Lees Pred. 11 vers 9, 10 en Pred. 12 vers 1.
a. Wat betekenen deze verzen voor het jeugdwerk?
b. Wat betekenen ze voor jou persoonlijk?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 september 1997

Mivo +16 | 24 Pagina's

Vrije tijd, het weekend onder de loep

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 september 1997

Mivo +16 | 24 Pagina's