JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

4. Calvijn in de kerk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

4. Calvijn in de kerk

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de Institutie noemt Calvijn de kerk: "de moeder van hen die God hebben leren kennen als Vader". Het deelhebben aan de kerk doet hen blijven in de gemeenschap Gods. Calvijn gebruikt dat beeld van moeder ook om te benadrukken dat de leden van de kerk hun hele leven "kinderen in de genade" blijven. Hij schrijft onder andere: "God wil dat de Zijnen opwassen tot de mannelijke leeftijd door de opvoeding van de kerk". Verder noemt Calvijn afwijken van de kerk een verloochening van God en Christus!

Calvijn heeft z'n leven lang gezocht naar kerkelijke eenheid waar dat mogelijk was. Zijn uitgangspunt daarbij was wat hij aanduidde als de "onzichtbare kerk". Dat zijn de uitverkorenen van alle tijden, die alleen aan God bekend zijn. De zichtbare kerk is de verschijningsvorm op aarde, waar kaf en koren nog niet gescheiden zijn. Christus is het Hoofd van de onzichtbare kerk, waar de uitverkorenen allen in Christus hun Hoofd onderling verbonden zijn. Hieruit concludeert Calvijn dat er maar één kerk is, want men kan immers het lichaam van Christus niet delen. Hij schrijft dan: "Zo wij onder ons Hoofd Christus met al de overige leden niet verenigd zijn, zo blijft ons geen hoop op de toekomstige erfenis".

Dit uitgangspunt heeft natuurlijk ook gevolgen voor Calvijns denken over de "zichtbare kerk", de organisatievormen van de kerk op aarde. Calvijn benadrukt, dat dan ook dáár zo veel mogelijk de eenheid gezocht moet worden. Hij haalt in dit verband verschillende Schriftplaatsen aan, zoals Handelingen 4:32 "En der menigte van degenen die geloofden, was één hart en één ziel" en Efeze 4:4 waar Paulus de Efeziërs vermaant, dat zij één lichaam zullen zijn en één geest, gelijk zij tot één hoop geroepen zijn. Calvijn waarschuwt er nadrukkelijk voor dat we niet te gauw zuiverheidsmaatstaven moeten aanleggen bij het beoordelen van kerken. In dit verband wijst hij op de gelijkenis van de akker waar onkruid en tarwe samen opgroeiden (Matth. 13:24-30). Ook wijst hij op de apostel Paulus, die zich niet afzonderde van de Korinthiërs, ondanks hun ergerlijke zonden (1 Kor. 5). Hij vermaant hen streng, maar blijft hen houden voor een kerk van Christus. Wel maakt Calvijn onderscheid tussen zaken, waarin kerken wel mogen verschillen, immers "een ieder is nog met enige donkerheid van onwetendheid bedekt", en zaken waarin kerken niet mogen verschillen om de eenheid nog te kunnen bewaren. Zo gezien past ons dus terughoudendheid en het besef dat wij een door de zonde verduisterd verstand hebben. Vandaar dat Calvijn erop wijst dat hoogmoed vaak de wortel van een kerkscheuring is. Hij schrijft: "Zo hebben dan degenen, die boven anderen de vermetelheid hebben om een scheuring van de kerk te bewerkstelligen, en als vaandrager te zijn, veelal daartoe geen andere drijfveer, dan om, met minachting van allen, te tonen dat zij beter zijn dan anderen". Calvijn kreeg vanwege zijn streven naar kerkelijke eenheid terecht de bijnaam van oecumenicus. Wel gaf hij ook duidelijk de grenzen aan bij dit streven.

Als de grondslagen van de leer worden aangetast, volgt de ondergang van de kerk: "Zo de ware kerk een pilaar en een vastigheid van de waarheid is, is het zeker dat er geen kerk is waar leugen en valsheid zich van het bewind heeft meester gemaakt". Van dat laatste noemt hij als voorbeeld "het pausdom".

In de praktijk heeft Calvijn toenadering gezocht tot de Lutheranen en de Zwinglianen. Maar zijn geduldig en gematigd optreden had geen succes ten opzichte van de Lutheranen. Ondanks Calvijns beroep op Melanchton om te bemiddelen bleek voor de Lutheranen "de kloof" wat betreft de avondmaalsopvatting te groot. Ten opzichte van de Zwinglianen had Calvijns optreden meer succes. In 1549 kwam hij met Zwingli's opvolger Bullinger inzake de avondmaalsleer tot overeenstemming. Door deze oecumenische daad zette Calvijn een belangrijke stap om de protestantse eenheid, waar mogelijk zonder de waarheid geweld aan te doen, te verwezenlijken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juni 1989

Mivo +16 | 24 Pagina's

4. Calvijn in de kerk

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juni 1989

Mivo +16 | 24 Pagina's