Het gesprek
Rubriek voor verenigingsleden waarin een aantal hulpmiddelen wordt gegeven om te komen tot een gesprek.
1. Gespreksvragen
1. a. Ga in vers 1 tot 11 na welke getuigen van de opstanding van Christus achtereenvolgens door Paulus worden genoemd,
b. Wat is in dit verband de betekenis van het feit dat Christus ook aan Paulus, als een "ontijdig geborene" verschenen is?
2. Welke gevolgtrekkingen noemt Paulus wanneer er geen opstanding der doden zou zijn? Wat betekent het voor de gelovigen dat Christus wel is opgestaan?
3. In vers 35 tot 49 vergelijkt Paulus de verhouding tussen het aardse lichaam en het toekomstige lichaam met de relatie tussen de graankorrel en de halm die eruit groeit. Ga na wat Paulus over elk van deze lichamen zegt.
4. a. Wanneer vindt de opstanding der doden plaats?
b. Geef in eigen woorden weer wat bedoeld wordt met de woorden: "Daarom verwachten wij dien groten dag met een groot verlangen, om ten volle te genieten de beloften Gods, in Jezus Christus, onzen Heere" (N.G.B., art. 37).
c. Hoe kun je deze dag "met groot verlangen" verwachten?
5. Paulus besluit zijn hoofdstuk over de opstanding der doden met een oproep aan de Korinthiërs (vers 58).
a. Wat bedoelt hij hiermee te zeggen?
b. Welke opdracht wordt hierdoor aan ons gegeven?
2. Bijbelstudie
1 Korinthe 15:3-8 (zie PDF).
3. Want ik heb ulieden ten eerste overgegeven ( ), hetgeen ik ook ontvangen ( ) heb, dat Christus gestorven is voor onze zonden ( ), naar de Schriften;
4. En dat Hij is begraven, en dat Hij is opgewekt ( ) ten derden dage, naar de Schriften ( );
5. En dat Hij is van Céfas gezien ( ), daarna van de twaalven.
6. Daarna is Hij gezien van meer dan vijfhonderd broeders op eenmaal, van welken het merendeel nog overig is, en sommigen ook zijn ontslapen ( ).
7. Daarna is Hij gezien van Jakobus, daarna van al de apostelen ( ).
8. En ten laatste van allen is Hij ook van mij, als van een ontijdig geborene ( ), gezien.
1 Korinthe 15:16-20 (zie PDF).
16. Want indien de doden niet opgewekt worden ( ) zo is ook Christus niet opgewekt.
17. En indien Christus niet opgewekt is, zo is uw geloof ( ) tevergeefs ( ), zo zijt gij nog in uw zonden ( ).
18. Zo zijn dan ook verloren ( ), die in Christus ontslapen zijn.
19. Indien wij alleenlijk in dit leven ( ) op Christus zijn hopende, zo zijn wij de ellendigste van alle mensen ( ).
20. Maar nu ( ), Christus is opgewekt uit de doden, en is de Eersteling ( ) geworden dergenen, die ontslapen zijn.
Het is bij deze verwerkingsvorm ook mogelijk om andere delen uit 1 Korinthe 15 te bespreken.
3. Leesstuk
Bepaalde zaken in het leven zijn ongeloofwaardig. Zo zijn er in de stad Korinthe mensen die zeggen dat er een opstanding uit de doden is. Deze mensen moeten vooral gezocht worden onder de christenen. Zij staan onder de invloed van de prediking van Paulus die de opstanding uit de doden predikt. Voor de Korinthiërs, een ongeloofwaardige zaak. De griekse wijsheid leert ons immers dat het lichaam de kerker van de ziel is. Wanneer de mens sterft, wordt de ziel juist van het lichaam bevrijd.
1. Wat zou jouw antwoord zijn op het bovenstaand artikeltje?
2. Wat was het antwoord van Paulus? (zie 1 Kor. 15.)
Hij zat in de trein van Zwolle naar Amersfoort. Zijn boek had hij helaas thuis laten liggen, dus zat hij maar wat naar buiten te kijken. Het was rustig in de coupé. In de andere hoek tegenover hem zaten twee mensen, helemaal in het zwart gekleed. Zeker op weg naar een begrafenis. Ineens werd zijn aandacht getrokken door het gesprek dat deze twee mensen voerden. Hij begreep al snel dat het ging over degene die overleden was... "Ja, het is wel droevig voor de familie, maar hij is nu voor eeuwig gelukkig. Zijn ziel is nu voor eeuwig bij God". Hoe kun je nu zo over iemand die gestorven is spreken? Hoe is het mogelijk dat je blij kunt zijn wanneer iemand overleden is? Nee, hij begrijpt er niets van. Hij hoort de ander zeggen: "Paulus heeft gezegd: Dood, waar is uw prikkel? Hel, waar is uw overwinning? Nee, dan hoef je niet meer bang te zijn voor de dood. Want Christus heeft de dood overwonnen". De dood overwonnen? Hoe kan dat? Iedereen weet toch dat je eenmaal gaat sterven? De dood kun je toch niet overwinnen? Nee, hij snapt er niets van. Iemand die een beetje nuchter nadenkt, weet toch dat je een keer begraven wordt. Dan kun je toch niet weer een keer leven? Vol vragen stapt hij in Amersfoort uit de trein. Hij zal deze reis niet zo makkelijk meer vergeten.
1. Kun je je voorstellen dat deze jongen niets van het gesprek begrijpt? Hoe zou dat komen?
2. Probeer samen de vragen van deze jongen op te lossen en geef hem op die manier een antwoord.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 1985
Mivo +16 | 40 Pagina's