Verrezen
Nu was de laatste hoop vergaan:
Hij moest de wrede kruisdood sterven.
Wij hoorden fel de spijkers slaan.
De nacht op Golgotha ving aan.
Wij leden mee tot in de nerven.
Wij schreden mee tot in de hof.
De donkere grafspelonk stond open.
Zijn lichaam zou vergaan tot stof.
Hoe wreed was 't lijden dat Hem trof!
Er was voor ons niets meer te hopen.
De lange nacht verging in leed.
De sabbat kon geen rust ons schenken.
Wij maakten onze zalf gereed
en wachtten in ons opperkleed
totdat de nieuwe dag zou wenken.
Toen gingen wij met kloppend hart
om Hem nog eenmaal te aanschouwen.
Het zou vergroten onze smart.
Ons denken was geheel verward.
Wij zouden heel ons leven rouwen.
Toen hoorden wij bij 't open graf:
Hij is hier niet! Hij is verrezen!
Hij leeft weer Die Zijn leven gaf.
Toen viel van ons de weedom af,
en vreugde vulde heel ons wezen.
Met vrees en blijdschap keerden wij.
En ziet, wij mochten Hem ontmoeten!
Wij hoorden wat Hij tot ons zei.
De Levende was zo nabij,
dat wij aanbaden aan Zijn voeten.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 1985
Mivo +16 | 40 Pagina's
