5. Een reisimpressie
Drs. G. Nieuwenhuis heeft van 9 november tot 16 november 1984 een bezoek gebracht aan het land Tsjaad. Hieronder geeft hij een korte impressie van deze reis.
Vrijdag 9 november
Vanmorgen om half vier met de auto naar Parijs vertrokken, om half acht op het vliegveld Charles de Gaulle gearriveerd en vandaar om tien uur met een DC-8 van Air Afrique naar N'Djamena, de hoofdstad van Tsjaad, vertrokken. Aankomst om 16.00 uur op een vliegveld dat zwaar bewaakt werd door Franse troepen.
Reeds vanuit het vliegtuig was te zien dat het land geteisterd wordt door droogte. Ds. Strohschein, die me van het vliegveld haalde, vertelde dat er dit jaar in N'Djamena en omgeving, niet meer dan 5 regenbuien gevallen zijn terwijl het 'regen'-seizoen nu alweer lang voorbij is, aangezien dit voor wat betreft het midden en noorden van Tsjaad alleen de maanden juli en augustus omvat.
De heer en mevrouw Strohschein wonen in een zeer envoudig gemeubileerd huis en zijn al 32 jaar in Tsjaad werkzaam.
Ds. Strohschein vertelde dat hij in al de jaren dat hij in Tsjaad gewerkt heeft de situatie alleen maar slechter heeft zien worden, zowel in het algemeen als ook voor de christenen in het bijzonder. Zo zijn er vele christenen die onder de druk van de omstandigheden mee gaan werken aan korruptie om zo nog aan wat geld voor eten voor henzelf en voor hun gezinnen te komen.
's Avonds een bijeenkomst bijgewoond waar zendingswerkers van verschillende zendingen en de M.A.F. bijeenwaren om te luisteren naar een meditatie door een op bezoek zijnde predikant uit Zwitserland. Deze was zelf jaren directeur van een Bijbelschool in Zwitserland geweest. Hij kwam naar Zaïre en Tsjaad voor een pastoraal bezoek aan een aantal van zijn oud-leerlingen.
Hij hield een, gezien de omstandigheden in Tsjaad, zeer toepasselijke meditatie uit 1 Kon. 19, over de oorzaak van de vlucht en de moedeloosheid van Elía en hoe Elía door een nieuwe ontmoeting met de Heere zelf weer nieuwe krachten kreeg om weer door te gaan met zijn opdracht.
Zaterdag 10 november
's Morgens met mevrouw Strohschein gesproken. Zij vertelde dat zij in 1978 uit Tsjaad moesten vertrekken vanwege de burgeroorlog. Toen zij begin 1983 terugkwamen stonden alleen de muren van hun huis en van het erbij behorende guesthouse nog overeind. Voor de rest was de hele huisraad inclusief het dak, de deuren, de ramen, maar ook de hele administratie van de kerk en de zending geplunderd en verbrand.
Tsjaad wenst VN-toezicht op terugtrekking
PARIJS — De regering van Tsjaad wil toezicht van de Verenigde Naties op de terugtrekking van de Franse en Libische troepen uit haar land, die naar beide landen overeenkwamen morgen moet beginnen. De ambassadeur van Tsjaad in Parijs, AIlam-mi-Ahmad, zei het te betreuren dat zijn regering niet betrokken werd bij de onderhandelingen die Libië en Frankrijk hadden gevoerd. Inschakeling door Frankrijk van waarnemers uit Benin wordt verworpen daar Benin Tsjaad vijandig gezind is. Als alternatief voor VN-toezicht zou N'Djamena bereid zijn met Frankrijk en Libië een land te kiezen voor het houden van toezicht. Libië heeft gisteren Algerije ervan beschuldigd dat het nu achter president Hissène Habré staat in plaats van achter de door Libië gesteunde Tsjadische opstandelingen onder leiding van oud-president Goukouni Oueddei. Algerije stemt in met de minister van buitenlandse zaken, Gourara Lassou, zaterdag deze erkenning door Tsjaad van de Saharaanse Arabische Democratische Republiek die door de onafhankelijkheidsbeweging het Polisariofront in de Westelijke Sahara is uitgeroepen. Het officiële Libische persbureau Jana meldde dat de Tsjadische erkenning had bekendgemaakt in een verklaring die in het Algerijnse dagblad El Moudjahid was gepubliceerd en die door het Algerijnse persbureau APS werd verspreid. "Deze Tsjadische stap schijnt door Algerije te zijn geinspireerd of is zelfs gebeurd op aandrang van dat land."
's Middags een bezoek gebracht aan enkele kerkjes in N'Djamena en gesproken met een paar voorgangers van de Evangelische Kerk in Tsjaad. Het bleek dat ook in het Afrikaanse gedeelte van de stad het grootste deel van de lemen hutten nog steeds in puin ligt en nog niet bewoond kan worden. Daarna nog een bezoek gebracht aan de middelbare school van de evangelische Kerk in Tsjaad die voorheen werd bezocht door ruim 500 studenten, maar die in de jaren 1978/1982 totaal werd verwoest en nu weer herbouwd wordt met geld geschonken door o.a. de Amerikaanse regering. Men schat dat de wederopbouw van N'Djamena 20 miljard dollar zal gaan kosten, maar niemand weet waar dit geld vandaan moet komen. De gebouwen die inmiddels wel hersteld zijn, zijn grotendeels ambassades, kantoren van de overheid en van een aantal hulpverleningsorganisaties, zoals Médecins Sans Frontières, USAID, de F.A.O. en de Verenigde Naties. Ds. Strohschein vertelde dat er vrij veel (voedsel)hulp Tsjaad binnenkomt, maar dat het vanwege de korruptie bij de overheid veelal niet bij de mensen komt die het het hardst nodig hebben. De zendings- en andere christelijke hulpverleningsorganisaties willen dan ook alleen voedselhulp verlenen, indien en voorzover de overheid van Tsjaad hen toestaat deze middelen zonder kosten (invoerrechten e.d.) in te voeren en zonder bemoeienis van de overheid te distribueren, hetgeen lang niet altijd lukt.
Zondag 11 november
Vanmorgen een kerkdienst bijgewoond in het zgn. Fellowship Centre, een centrum waarin voor de burgeroorlog kerk en zondagsschool werd gehouden, jeugdsamenkomsten waren en een bibliotheekruimte was. Tijdens de burgeroorlog heeft het een voltreffer gekregen en is volledig uitgebrand. Men heeft aan de wederopbouw reeds zo'n 40.000 dollar besteed voor een nieuw dak, nieuwe ramen en deuren en het opnieuw pleisteren van de muren.
Zo werd de kerkdienst gehouden in een provisorische ruimte die aan één kant was afgeschermd met rietmatten om de temperatuur binnen nog enigszins dragelijk te houden, bij een buitentemperatuur van ruim 35° C. De kerkdienst werd gehouden in het frans en werd bijgewoond door ± 500 overwegend jonge mensen. De dienst zelf was eenvoudig, de preek die gehouden werd door Ds. Strohschein stond centraal. Hij sprak over 1 Johannes 4 vers 4 en 5 en Openbaringen 12 vers 11. In zijn preek wees hij de mensen erop dat alleen door een levend geloof in de Heere Jezus, dat openbaar komt in de vruchten, de wereld met al haar bedreigingen en verleidingen overwonnen kan worden.
's Middags opnieuw een bezoek gebracht aan het Fellowship Centre en er gesproken met de voorganger over het werk dat de Heere in zijn eigen leven en door hem in het leven van zijn ouders, die heidenen waren, had gedaan.
Maandag 12 november
Vanmorgen een vergunning gehaald om te mogen fotograferen. Dankzij de relaties van Ds. Strohschein was de zaak binnen enkele uren rond.
's Middags een bezoek aan de stad gebracht voor het nemen van foto's. Gedurende de rit was te zien dat bijna alle gebouwen in N'Djamena te lijden gehad hebben van de burgeroorlog. Veel gebouwen zijn totaal verwoest, andere zijn kaal-geplunderd (aluminium dak eraf en ramen en deuren eruit gehaald), terwijl er vrijwel geen gebouw is dat geen kogelgaten heeft.
's Avonds de hele avond gesproken met Ds. Strohschein over de ontwikkelingen in Tsjaad en de verschillende in Tsjaad werkzame kerken en zendingen. Hij vertelde in een meer persoonlijk gesprek dat hij na 12 jaar zendingswerk op het punt gestaan had te stoppen vanwege alle teleurstellingen en ook vanwege problemen met andere zendingswerkers. De Heere had toen echter zijn verzet gebroken door het lezen van de geschiedenis van Jona die ook een onwillige dienstknecht was en dat terwijl de storm, de zee en de vis de Heere wel gehoorzaamden. Ter illustratie van het feit dat de Heere soms zeer eenvoudige mensen in Zijn dienst gebruikt, vertelde hij dat een evangelist die op de Bijbelschool op geen enkele wijze mee had kunnen komen, tegen de zin van de zending in een bepaald dorp werd geplaatst als evangelist, omdat hij niet in staat was om goed te leren lezen en schrijven. Toen de regering besloot dat alle mensen moesten terugkeren naar de traditionele godsdienst was hij één van de eersten die zijn gemeente waarschuwde om dat niet te doen met de woorden: "de Heere Jezus wilde voor ons sterven, dan moeten wij ook bereid zijn om voor Hem te sterven". De volgende dag werd hij gearresteerd en werd hem gevraagd of hij de mensen gewaarschuwd had. Toen hij dat bevestigde werd hem een grote traditionele drum over zijn hoofd gedaan en werd hij buiten aan een boom vastgebonden. Toen werd er tegen hem gezegd dat hij pas losgelaten zou worden als hij zijn geloof zou afzweren. Omdat hij bleef weigeren is hij tenslotte na 3 weken van honger gestorven. Van de gemeente waarvan hij voorganger was, waren er nog 47 die weigerden tot de heidense godsdienst over te gaan, terwijl er in gemeenten met veel beter opgeleide voorgangers verhoudingsgewijs veel meer mensen voor de dreigementen van de overheid door de knieën gingen.
Dinsdag 13 november
Vandaag een bezoek gebracht aan het stadje Linea, 45 km ten oosten van N'Djamena. Ondanks het feit dat het regenseizoen nog maar kort geleden geëindigd is, was bijna de hele omgeving alweer dor en droog en waren er in letterlijke zin alleen maar doornstruiken te zien. Een deprimerend gezicht. Onderweg kwamen we herders tegen die uren in de brandende zon naar N'Djamena liepen om daar wat melk en houtskool te verkopen om eten te kunnen kopen. We ontmoetten één gezin, waarvan de moeder reeds totaal vermagerd was, op weg naar N'Djamena met al hun bezittingen, omdat er in het gebied waar zij vandaan kwamen absoluut geen eten meer was. Dit betekent volgens Ds. Strohschein dat er op zon 100 km van N'Djamena nu reeds honger wordt geleden, terwijl de droge tijd nog maar net is begonnen en de echte hongerperiode normaliter pas in de maanden juni, juli en augustus valt.
Woensdag 14 november
Vanmorgen om 7 uur vertrokken naar het meer van Tsjaad. Een bezoek gebracht aan het dorpje Djimtilo. De weg naar dit dorp loopt langs de Charirivier die van N'Djamena naar het meer van Tsjaad stroomt en de grens tussen Tsjaad en Kameroen vormt. De afstand van 130 km nam ongeveer 3 uur in beslag, de weg viel dan ook niet tegen. Het is ook goed mogelijk om Djimtilo over de rivier te bereiken. In het dorpje was de Evangelische Kerk in Tsjaad in 1974 met een kliniekje begonnen en ook nog in 3 andere dorpjes langs het meer van Tsjaad. In 1978 moesten al deze kliniekjes al ontruimd worden vanwege de burgeroorlog, maar nu is het in dit gebied al twee jaar rustig en zijn er plannen om ze te heropenen. Bij Djimtilo is een landingsbaan voor de M.A.F. die echter totaal verwaarloosd is en een grote opknapbeurt nodig heeft. In het hele dorp Djimtilo en omgeving is tot nu toe slechts één persoon tot het christendom overgegaan, alhoewel hij nog niet gedoopt is. Zijn naam is Kagdomboi. Hij heeft het echter zwaar te verduren zowel van de kant van zijn vrouw, die een felle islamitische is gebleven, als van de kant van de overwegend uit moslims bestaande dorpsgemeenschap. Hij is daardoor min of meer een uitgestotene, maar is tot nu toe trouw gebleven. Hij is degene die in Djimtilo over het kliniekje waakt.
Donderdag 15 november
Vandaag is er een zendingsechtpaar uit het zuiden gekomen dat vertelde dat er op tenminste 2 plaatsen in het zuiden mensen zonder vorm van proces zijn doodgeschoten door regeringstroepen. Het werk in één van de zendingsziekenhuizen ligt praktisch stil omdat een aantal van de best opgeleide krachten gevlucht is naar de Centraal Afrikaanse Republiek uit angst om gedood te worden. Het zendingsechtpaar vertelde dat er heel veel mensen in het zuiden niets meer van de huidige regering moeten hebben, maar dat degenen die zich echt verzetten als rebellen slecht georganiseerd en bang zijn.
Vandaag een cursus bijgewoond, die gegeven wordt voor a.s. zondagsschoolleiders. De Evangelische Kerk in Tsjaad doet veel om de kinderen onderwijs te geven uit de Bijbel middels de zondagsschool en verschillende soorten jeugdwerk.
Vrijdag 16 november
Vanmorgen met een vliegtuig van de M.A.F. naar Bol gegaan. Bol is een stadje met ± 8.000 inwoners. Bol is de hoofstad van de provincie Lac. We hebben een bezoek gebracht aan de 'prefekt'. Vroeger lag Bol aan het meer van Tsjaad, maar omdat het meer sinds 1973 17 km (!) kleiner is geworden, is Bol nu niet meer per boot te bereiken. Een groot irrigatieprojekt waarin de Wereldbank tientallen miljoenen guldens gestoken heeft, lag er dan ook verlaten bij. Wel nam de prefekt ons mee naar een kleinschalig irrigatieprojekt waar met behulp van Listerpompen water wordt opgepompt. De pompen zijn het gezamenlijk eigendom van groepjes van 20 boeren die daartoe koöperaties hebben gevormd. De inwoners van Bol zijn van oudsher goede boeren, omdat Bol vroeger aan het meer lag.
Nog een tocht gemaakt in de direkte omgeving van Bol voor een bezoek aan mensen die vanwege de honger uit het noorden naar Bol waren getrokken en daar nu letterlijk onder de bomen 'wonen'. Elke dag komen zij naar de stad voor wat eten van de overheid. De prefekt vertelde dat er in de wijdere omgeving van Bol al ± 85.000 vluchtelingen uit het noorden zijn. Tot nu toe was er slechts één keer 100 ton voedsel uit N'Djamena gekomen, zodat ook in Bol het voedsel schaars begon te worden. Bol is vanuit N'Djamena met een auto met 4-wielaandrijving in ± 8 uur te bereiken, een grote vrachtauto doet er 3 keer zo lang over.
Zaterdag 17 november
Ds. Strohschein heeft mij naar het vliegveld gebracht en ik ben na een, ondanks enige vertraging, voorspoedige reis weer veilig bij vrouw en kinderen gearriveerd.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985
Mivo +16 | 64 Pagina's