Het licht schijnt in de duisternis
Deklamatorium
stem 1: Kerstfeest, dat betekent: feest van het Licht.
stem 2: Kerstfeest, dat wil zeggen: Licht in de duisternis.
spreekstem: En God zeide daar zij licht! En daar werd licht. En God zag alles wat Hij gemaakt had, en ziet het was zeer goed.
stem 3: Dat is niet zo gebleven... Adam en Eva luisterden naar de stem van de satan.
spreekstem: Toen verborgen zich Adam en zijn vrouw voor het aangezicht des Heeren.
stem 1: Het licht werd duisternis.
stem 2: Maar God is Licht. In Hem is gans geen duisternis.
spreekstem: En de Heere riep tot Adam en zeide tot hem: Waar zijt gij? En hij zeide: ik hoorde Uw stem in de hof en ik vreesde.
zingen: Zij die gebonden zaten
In schaduw van den dood,
Omdat zij God vergaten,
Vervielen in dien nood.
Toen werd hun wreev'lig hart
Verneêrd door zwarigheden;
Zij struikelden, hun smart
Werd hulpeloos geleden.
stem 3: Gezeten in de duisternis,
Omringd door schaduw van de dood,
Dat zijn ook wij, dat is
juist onze dagelijkse nood.
Wij zijn bevreesd, in deze nacht,
voor 't schrik'lijk oordeel dat ons wacht.
spreekstem: Maar, toen zeide de Heere God: "Ik zal vijandschap zetten tussen u en deze vrouw, en tussen uw zaad en tussen haar zaad; datzelve zal u de kop vermorzelen, en gij zult het de verzenen vermorzelen."
stem 1: Ik zal, spreekt God, in den beginne
Het Licht doen overwinnen.
God heeft het eerste woord,
Hij spreekt nog altijd voort.
spreekstem: Ziet, een maagd zal zwanger worden, en zij zal een Zoon baren, en Zijn naam IMMANUEL heten.
spreekstem: En Adam bekende Eva, zijn huisvrouw, en zij werd zwanger, en baarde Kaïn, en zeide: ik heb een man van de Heere verkregen!
stem 2: Is dit kind van Adam en Eva de beloofde Verlosser? Het Licht dat in de duisternis zal schijnen? Nee, nog niet! Maar...
spreekstem: Het volk dat in duisternis wandelt, zal een groot licht zien; degenen die wonen in het land van de schaduw des doods, over dezelve zal een licht schijnen.
stem 3: Het volk dat in duisternis wandelt... Dat waren zij, die leefden voordat de wateren de overhand hadden boven de aarde.
spreekstem: En de Heere zag, dat de boosheid des mensen menigvuldig was op de aarde.
spreekstem: Maar Noach vond genade in de ogen des Heeren. En God zegende Noach. Voorts zeide Heere tot Noach: "Maar Ik, ziet, Ik richt Mijn verbond op met u, en met uw zaad na u."
zanggroep + blokfluiten:
Zij die gebonden zaten
in schaduw van de dood
naar 't scheen door God verlaten
begroeten 't morgenrood.
De zonne voor wier stralen
het nacht'lijk duister zwicht
en die zal zegepralen
is Christus, 't eeuwig Licht.
Reeds daagt het in het oosten
het licht schijnt overal.
Hij komt de volken troosten
die eeuwig heersen zal.
stem 1: Het volk dat in duisternis wandelt... Dat waren ook zij die leefden in Ur der Chaldeën. Maar Abraham wordt door God geroepen. En weer wordt er door God een kind beloofd. Hij zal de vader zijn van een groot volk.
stem 3: Is dit kind van Abraham en Sara de beloofde Verlosser? Het licht dat in de duisternis zal schijnen? Nee, nog niet! Maar...
spreekstem: En God zeide: gij zult zijn naam noemen Izak; en Ik zal Mijn verbond met hem oprichten, tot een eeuwig verbond.
samenzang: God had hun, tot hun troost, gemeld,
Hoe Zijn genâ ons redden zou
Van onzer haat'ren wreed geweld;
Nu blijkt Zijn onverwrikb're trouw;
Nu toont Hij Zijn barmhartigheid,
Vanouds de vaad'ren toegezeid,
En dat Hij wil gedenken
Aan 't heilverbond, aan dien gestaafden eed,
Die Hij weleer aan Abram deed,
Aan Zijn verbond, dat van geen wank'len weet.
stem 1: Het volk dat in duisternis wandelt... Vierhonderd en dertig jaar woonde het volk Israël in Egypte, in het land van de slavernij. Het werd verdrukt en geslagen. Bijna elke dag was er één van pijn, en van vernedering.
stem 2 + orgel:
Doch riepen z' in ellenden
Den HEER' ootmoetig aan,
Hij deed hun angsten enden,
En hen 't gevaar ontgaan.
spreekstem: En een man uit het huis van Levi ging en nam een dochter van Levi. En de vrouw werd zwanger en baarde een zoon.
stem 2 + orgel:
Hij hielp hen uit de nood;
Hij bracht hen uit het duister
Der schaduw van den dood;
Hij brak hun band en kluister.
stem 3: Is Mozes dan de beloofde Verlosser? Is hij het licht dat in de duisternis zal schijnen? Nee, nog niet: Maar...
zanggroep + blokfluiten:
Zij die gebonden zaten
In schaduw van den dood,
Naar 't scheen van God verlaten,
Begroeten 't morgenrood.
De duisternis gaat wijken
Van d'eeuwenlange nacht.
Een nieuwe dag gaat prijken,
Met ongekende pracht.
stem 1: Steeds weer wordt in het Oude Testament de komst van de Heere Jezus aangekondigd door de geboorte van een kind.
spreekstem: Zo kwam een vrouw uit Moab te Bethlehem en de Heere gaf haar, dat zij zwanger werd en een zoon baarde. Toen zeiden de vrouwen tot Naomi: Geloofd zij de Heere, Die niet heeft nagelaten u heden een losser te geven; en zijn naam worde vermaard in Israël.
spreekstem: Ook was Samuel,
Op Gods hoog bevel,
Biddend voor zijn volk,
Als een hemeltolk...
spreekstem: En Samuel deed hetgeen de Heere gesproken had en hij kwam te Bethlehem. En de Heere zeide: Sta op, zalf hem! En de geest des Heeren werd vaardig over David, van dien dag af.
zingen: Lof zij den God van Israël,
Den Heer' Die aan Zijn erfvolk dacht,
En, door Zijn liefderijk bestel,
Verlossing heeft teweeg gebracht;
Een hoorn des heil heeft opgerecht;
't Geen Davids huis was toegezegd,
Dat wil Hij ons nu schenken.
Gelijk Gods trouw, van 's aardrijks ochtendstond,
Door der profeten wijzen mond,
Zich hiertoe aan de vaderen verbond.
stem 2: Wie is het dan? Wie is het beloofde kind? Wie is de verlosser van Israël? Het licht dat in de duisternis zal schijnen?
stem 3: Hij is het van wie de heilige profeten gesproken hebben. Luister wat Jesaja zegt:
spreekstem: Daarom zal de Heere Zelf ulieden een teken geven; ziet een maagd zal zwanger worden, en zij zal een Zoon baren, en Zijn naam IMMANUEL heten.
stem 3: Luister eens naar wat Jeremia zegt:
spreekstem: Ziet de dagen komen spreekt de Heere, dat Ik aan David een rechtvaardige Spruit zal verwekken; Die zal Koning zijnde regeren, en voorspoedig zijn. En dit zal Zijn Naam zijn waarmede men Hem noemen zal: DE HEERE, ONZE GERECHTIGHEID.
stem 3: Luister ook eens naar wat Maleachi zegt:
spreekstem: Ulieden daarentegen die Mijn naam vreest, zal de Zon der gerechtigheid opgaan, en er zal genezing zijn onder Zijn vleugelen.
stem 1: Advent is wachten, wachten en verlangen totdat het eindelijk gebeuren gaat wat er voorspeld werd in de profetenzangen; wachten, tot God het Woord vervult in daad.
stem 2: De nacht is haast ten einde,
De morgen niet meer ver.
Bezing nu met verblijden
De held're Morgenster.
zingen: Hoe zal ik U ontvangen,
Hoe wilt Gij zijn ontmoet,
der wereld hoogst verlangen,
des harten heiligst goed?
Wil zelf uw fakkel dragen
in onze duisternis
opdat wat U behage
ons klaar en zeker is.
spreekstem: En de tijd van Elisabeth werd vervuld, dat zij baren zoude, en zij baarde een zoon.
stem 1: Is dit kind de beloofde Verlosser? Is hij het licht dat in de duisternis zal schijnen?
stem 2: Nee, Johannes is het niet. Hij is de voorloper van de beloofde koning. De bode van het licht, dat in de duisternis gloort...
De duisternis gaat wijken
van d' eeuwenlange nacht,
Een nieuwe dag gaat prijken
met ongekende pracht.
stem 3: De komst van het beloofde kind is nu heel nabij.
spreekstem: En in de zesde maand werd de engel Gabriël van God gezonden naar een stad in Galilea, genaamd Nazareth; tot een maagd, die ondertrouwd was met een man, wiens naam was Jozef, uit den huize Davids; en de naam der maagd was Maria. En de engel tot haar ingekomen zijnde, zeide: Wees gegroet, gij begenadigde; de Heere is met u, gij zijt gezegend onder de vrouwen. En als zij hem zag, werd zij zeer ontroerd over dit zijn woord, en overlegde, hoedanig deze groetenis mocht zijn. En de engel zeide tot haar: Vrees niet, Maria, want gij hebt genade bij God gevonden. En zie, gij zult bevrucht worden en een zoon baren, en zult Zijn naam heten JEZUS.
zingen: Mijn ziel verheft Gods eer;
Mijn geest mag blij den Heer'
Mijn Zaligmaker noemen,
Die, in haar lagen staat,
Zijn dienstmaagd niet versmaadt
Maar van Zijn gunst doet roemen.
Want ziet, om 's HEEREN daân,
Zal elk geslacht voortaan
Alom mij zalig spreken;
Wijl God, na ramp en leed,
Mij grote dingen deed;
Nu is Zijn macht gebleken.
spreekstem: En het geschiedde in diezelfde dagen, dat er een gebod uitging van de keizer Augustus, dat de gehele wereld beschreven zou worden. En zij gingen allen om beschreven te worden, een iegelijk naar zijn eigen stad. En Jozef ging ook op van Galilea, uit de stad Nazareth, naar Judea, tot de stad Davids, die Bethlehem genaamd wordt (omdat hij uit het huis en geslacht Davids was), om beschreven te worden met Maria, zijn ondertrouwde vrouw, welke bevrucht was. En het geschiedde als zij daar waren, dat de dagen vervuld werden, dat zij baren zou; en zij baarde haar eerstgeboren Zoon.
zingen: Daar is uit 's werelds duist're wolken,
Een Licht der lichten opgegaan.
Komt tot Zijn schijnsel alle volken
En gij mijn ziele bidt het aan!
Het komt de schaduwen beschijnen,
De zwarte schaduw van de dood.
De nacht der zonde zal verdwijnen,
Genade spreidt haar morgenrood.
spreekstem: En er waren herders in diezelfde landstreek, zich houdende in het veld en hielden de nachtwacht over hun kudde. En zie, een engel des Heeren stond bij hen, en de heerlijkheid des Heeren omscheen hen en zij vreesden met grote vreze. En de engel zeide tot hen: Vreest niet, want ziet, ik verkondig u grote blijdschap, die al den volke wezen zal, namelijk, dat u heden geboren is de Zaligmaker, welke is Christus, de Heere, in de stad Davids. En dit zal u het teken zijn: gij zult het Kindeke vinden in doeken gewonden en liggende in de kribbe. En van stonde aan was daar met de engel een menigte des hemelse hèirlegers, prijzende God en zeggende:
zingen: ERE ZIJ GOD IN DEN HOGE. VREDE OP AARDE, IN MENSEN EEN WELBEHAGEN. AMEN.
stem 1: Is de Heere Jezus de Verlosser? Is Hij de Messias, het beloofde Kind?
stem 2: Ja, Hij is de Verlosser, de Messias, het beloofde Kind.
spreekstem: Jezus sprak: Ik ben het Licht der wereld; die Mij volgt, zal in de duisternis niet wandelen, maar zal het licht des levens hebben.
verhaal: Een gegeven kind
stem 3: In den beginne was het Woord.
op aarde is Zijn stem gehoord,
die spreken wil tot elk geslacht.
Hij werd geboren in de nacht.
Het Licht dat in het duister sliep,
is God Die ons bij name riep.
Hij roept totdat Hij wordt gehoord.
in den beginne was het Woord.
stem 1: En wij? Jij en ik...... Hebben wij de stem van het Kind gehoord? Hebben jij en ik het Licht nodig, dat in de duisternis schijnt?
stem 2: Opnieuw gaan we kerstfeest vieren. Veel mensen hebben moeite met dit feest. Er is zoveel surrogaat. Hoor maar eens wat mensen zeggen, als je vraagt wat kerstfeest voor hen betekent.
stem 3: Kerstfeest? Daar maken we een paar gezellige dagen van.
Kerstfeest? Dat geeft me altijd weer een beetje romantisch gevoel.
Kerstfeest? Och, dat zegt me niets. De mensen hebben 't maar over vrede. Maar dat stelt toch niets voor. Ga maar na wat er allemaal in de wereld te koop is...
stem 1: En wij? Jij en ik?
stem 2: De heilige engelen zeiden, de een tot de ander: "Heilig, heilig, heilig is de Heere der heirscharen! De ganse aarde is van Zijn heerlijkheid vol!"
orgel + stem 3:
Uit angst en nood stijgt mijn gebed.
O God, wil naar mij horen.
Wanneer Gij op mijn zonden let,
ben ik, o God, verloren.
spreekstem: Dit is de verkondiging, die wij van Hem gehoord hebben en wij u verkondigen, dat God een Licht is en gans geen duisternis in Hem is.
spreekstem: Maar indien wij in het Licht wandelen, gelijk Hij in het Licht is, zo hebben wij gemeenschap rret elkander, en het bloed van Jezus Christus, Zijn Zoon, reinigt ons van alle zonden.
zanggroep + blokfluiten:
't Licht dezer wereld is reddend verschenen.
't Woord dat voor d'eeuwen bij God was, werd vlees.
Christus komt mensen met God weer verenen,
zondaars verlossen van oordeel en vrees.
Hemelen wilt uw gezangen ons lenen:
't Licht dezer wereld is reddend verschenen!
stem 1: Achter Bethlehems stal staat een ruw houten kruis
als een aanklacht ten hemel gericht.
Het verduistert de gloed van de wondere ster
die daar schijnt met haar stralende licht.
stem 2: Boven 't ruw houten kruis staat geen zon, maan of ster
met hun stralen naar d'aarde gericht.
Op de klacht die van angst en verlatenheid spreekt
blijft de hemel zo duister en dicht.
stem 3: Door kribbe en kruis kwam verzoening tot stand.
De komst van Gods Zoon is niet ver.
Reeds wordt alles verlicht door de stralende gloed
van de blinkende morgenster!
slotzang: Dus wordt des Heeren volk geleid,
Door 't licht dat nu ontstoken is,
Tot kennis van de zaligheid,
In hunne schuldvergiffenis;
Die nooit in schoner glans verscheen,
Dan nu, door Gods barmhartigheên,
Die, met ons lot bewogen,
Om ons van zond' en ongeval t' ontslaan,
Een ster in Jakob op doet gaan,
De zon des heils doet aan de kimmen staan.
Voor elk, die in het duister dwaalt,
Verstrekt deez' zon een helder licht,
Dat hem in schâuw des doods bestraalt,
Op 't vredepad zijn voeten richt.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 december 1980
Mivo +16 | 36 Pagina's