Onesimus, een slaaf die terug moest
Vers 1
Een gevangene van Christus Jezus: Paulus zat in Rome gevangen om Christus' zaak.
Onze medearbeider: Filemon schijnt een leraar in de gemeente van Kolosse te zijn geweest.
Vers 2
Appia: dit is waarschijnlijk de vrouw van Filemon geweest.
Archippus: een dienaar van de gemeente van Kolosse (Kolossensen 4: 17), die hier ook genoemd wordt om met zijn tegenwoordigheid en aanzien de verzoening van Onesimus te helpen bevorderen.
Uwen huize: het huis van Filemon, aan wie deze brief geschreven is.
Vers 3
Dit is de gewone groet van Paulus in de meeste van zijn zendbrieven.
Vers 7
Broeder: dit woord gebruikt Paulus hier om zijn grote genegenheid voor Filemon uit te drukken.
Vers 8
In Christus: vanwege het apostelambt, dat Paulus van de Heere gekregen heeft en dat Christus met zulk een gezag voorzien heeft.
Vers 9
Door de liefde: de liefde van Paulus tot Filemon; deze liefde wordt gesteld tegenover de autoriteit (het gezag).
Vers 10
Mijn zoon: mijn kind.
Heb geteeld: door het evangelie bekeerd.
Vers 11
U onnut was: door zijn ontrouw, toen hij van u weg liep en iets ontstal.
Zeer nuttig: het schijnt dat de apostel ziet op zijn naam Onesimus.
Vers 12
Mijn ingewanden: die ik van harte liefheb, of die mij zo lief is als mijn eigen hart.
Aan: in genade in uw dienst.
Vers 15
Van u gescheiden geweest: Paulus verzacht zo Onesimus' misdaad van weglopen om hem te beter met zijn heer te verzoenen.
Eeuwig: al zijn leven lang, want nu Onesimus christen was geworden, zou hij er niet meer aan denken zijn heer ontrouw te zijn of van hem weg te lopen.
Vers 16
Niet als een dienstknecht: niet alleen als een dienstknecht. Hij verzoekt hier geen vrijlating, maar alleen verzoening.
Een geliefde broeder: als een christen, die de christenen behoren lief te hebben, en die mij lief is.
In het vlees: die aangaande zijn uiterlijke en vleselijke staat onder u staat, en u veel dienst zal doen in de dingen die de uiterlijke zaken van het leven in het vlees aangaan.
In de Heere: die nu ook in de Heere Christus gelooft,
Vers 18
Iets verongelijkt: zo verzacht hij de misdaad van ontvreemding of diefstal, met een algemeen en zachter woord. Zie ook vers 11 en 15 (zo vertroostte ook eens Jozef zijn broers, Genesis 45: 5).
Reken...: alsof ik het u schuldig was.
Vers 20
Uwer: deze vrucht of weldaad.
Genieten: hij gebruikt hier een Grieks woord, waarnaar Onesimus genoemd was en dat zoveel betekent als: "profijt of waarvan men vrucht, hulp of vreugde geniet".
In de Heere: volgens het bevel en de wet des Heeren; of in des Heeren naam, om des Heeren wil, tot Wie hij nu bekeerd is.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997
Mivo +12 | 24 Pagina's
