Jozef, de zoon van David

Zingen: Psalm 89: 15

'k Heb eens gezworen bij mijn eigen heiligheid:
'Zo Ik aan David lieg', zo hem Mijn woord misleid!'
Zijn zaad zal eeuwig zijn; zijn troon zal heerlijk pralen.
Zo duurzaam als de zon, zo glansrijk als haar stralen; 
Bevestigd als de maan; en aan des hemels bogen
Staat Mijn getuige trouw te schitt'ren in elks ogen.

Schriftlezing: Mattheüs 1: 16-25

Zingen: Psalm 89: 9

Gij hebt weleer van hem die Gij geheiligd hadt.
Gezegd in een gezicht, dat zoveel troost bevat:
"Ik heb bij enen held, voor Isrel hulp beschoren.
Hem uit het volk verhoogd; hem had ik uitverkoren,
'k Heb David, Mijnen knecht. Mijn gunsteling gevonden.
En hem met heil'ge zalf aan Mij en 't rijk verbonden.'

Spreekstem:

In het Oude Testament wordt gesproken over de komende Messias. Heel duidelijk wordt de Heere Jezus door de profeten als de Zoon van David aangewezen. Zijn moeder is een nakomeling van koning David. En ook Jozef, zijn pleegvader, is uit het geslacht van David.

Voorlezen: Lukas 1: 26 en 27

En in de zesde maand werd de engel Gabriël van God gezonden naar een stad in Galilea, genaamd Nazareth, tot een maagd, die ondertrouwd was met een man, wiens naam was Jozef, uit het huis van David; en de naam van de maagd was Maria.

Zingen: Te Nazareth in Galilea (melodie Psalm 140)

Te Nazareth in Galilea
komt op des Heeren hoog bevel
een knecht Gods bij de maagd Maria.
Het is de engel Gabriël.

Hij komt het heilsplan Gods ontvouwen
en spreekt: 'Maria, wees gegroet,
gezegende onder de vrouwen.
God is met u; Hij is u goed.'

De engel zegt haar niets te vragen,
want Hij. Die straks geboren wordt
zal Zoon des Allerhoogsten wezen;
Zijn Koninkrijk duurt onverkort.

In eeuwigheid zal Jezus leven.
God Zelf zal Hem eens Davids troon
en 't huis van vader Jakob geven,
waar Hij zal heersen als Gods Zoon.

Voorlezen: Lukas 1: 30 en 31

En de engel zeide tot haan 'Vrees niet, Maria, want gij hebt genade bij God gevonden. En zie, gij zult bevrucht worden en een Zoon baren, en zult Zijn naam heten JEZUS.'

Zingen: Maria vraagt: 'Hoe zal het wezen?' (melodie Psalm 140)

Maria vraagt: 'Hoe zal het wezen,
want Jozef is nog niet mijn man?'
Maar nauw'lijks is haar vraag gerezen
of d' engel leert het haar verstaan.

Want God kan immers alle dingen
't Is kracht van Hem, die z' ondervindt.
Hij zal haar met Zijn Geest omringen,
als Vader van dit heilig Kind.

Gedicht:

De engel ging heen, en Maria dacht:
'Eindelijk heeft God Zijn heil gebracht.'
Haar lippen beefden, haar hart was klein.
Ik dank U God, dat ik het mocht zijn.'

Zingen Lofzang van Maria: 1 en 7

Mijn ziel verheft Gods eer;
Mijn geest mag blij den HEER
Mijn Zaligmaker noemen,
Die, in haar lagen staat,
Zijn dienstmaagd niet versmaadt,
Maar van Zijn gunst doet roemen.

Zijn goedheid klom ten top:
Hij nam Zijn Isrel op.
Naar 't heil. Zijn knecht beschoren:
Gelijk Hij. ons ten troost.
Aan Abram en zijn kroost.
Voor eeuwig had gezworen.

Voorlezen: Lukas 1: 39 en 40

En Maria, opgestaan zijnde in diezelfde dagen, reisde met haast naar het gebergte, in een stad van Juda: en kwam in hel huis van Zacharias, en groette Elizabet.

Gedicht:

Een blijdschap, door Gods Geest gewerkt
Maria. door Zijn kracht versterkt.
Kan in haar huis niet blijven.
Dan breekt een blij ontmoeten aan:
twee vrouwen, die elkaar verstaan.
verwonderd, niet te beschrijven.
Al zijn er nog veel vragen,
Ze loven samen God, hun Heer'
ze zingen lied'ren tot Zijn eer.
dat zijn hier schone dagen.

Bijbelse vertelling: Jozef, de zoon van David

Zingen: Psalm 132: 7, 11 en 12

Tot staving van de waarheid, deed
De HEER, die van geen wank'len weet,
Aan David enen dure eed:
'Ik zal', dus sprak Hij, 'uwen Zoon
Eens zetten op uw glorietroon.'

Daar zal Ik David door Mijn kracht.
Een hoorn van rijkdom, eer en macht
Doen rijzen uit zijn nageslacht,
'k Heb Mijn gezalfden knecht een licht. 
Een held're lampe toegelicht.

Wat vijand tegen hem zich kant',
Mijn hand, Mijn onweerstaanb're hand,
Zal hem bekleen met schaamt' en schand';
Maar eeuwig bloeit de gloriekroon 
Op 't hoofd van Davids grote Zoon.

Spreekstem: De komst van de Heere Jezus is al eeuwen van tevoren voorspeld.

De komst van de Heere Jezus is al eeuwen van tevoren voorspeld. Veel profeten hebben dit gedaan, maar het duidelijkste is de profeet Jesaja. Hij voorspelde dat het koninkrijk van David geen einde zal hebben.

Voorlezen: Jesaja 9: 5 en 6a 

Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij is op Zijn schouder, en men noemt Zijn naam Wonderlijk, Raad, Sterke God, Vader der eeeuwigheid. Vredevorst. Der grootheid dezer heerschappij en des vredes zal geen einde zijn op de troon van David.

Zingen: Daar is uit 's werelds duist're wolken

Daar is uit 's werelds duist're wolken,
Een Licht der lichten opgegaan.
Komt tot Zijn Schijnsel, alle volken!
En gij, mijn ziele! bid Het aan. 
Het komt de schaduwen beschijnen.
De zwarte schaduw van de dood;
De nacht der zonde zal verdwijnen. 
Genade spreidt haar morgenrood.

Spreekstem: 

De Heere heeft beloofd Zijn Zoon te zenden. De profeet Jesaja heeft deze heerlijke belofte verteld tegen de koning, die in zijn dagen regeerde:

Voorlezen: Jesaja 7: 13a en 14b 

Hoort gijlieden nu, gij, huis van David! Ziet, een maagd zal zwanger worden, en zij zal een Zoon baren, en Zijn naam IMMANUEL heten.

Gedicht:

In de nacht van Bethlehem,
toen de hemelen opengingen
kwamen er tienduizenden engelen;
Gods lof bezingen:
"Hij Die zaligmaken zal
is geboren in een stal."

In de nacht van Bethlehem,
werd de duisternis doorbroken.
'Herders, ik verkondig u,
Davids stam is weer ontloken.
Hij, naar wie heel Israël dorst,
kwam: Immanuel, uw Vorst.'

Zingen: O kom, o kom, Immanuël

O kom, o kom, Immanuël,
Verlos uw volk, uw Israël,
Herstel het van ellende weer,
Zodat het looft uw naam, o Heer!
Weest blij, weest blij, o Israël!
Hij is nabij, Immanuël!

Spreekstem:

Een andere keer noemt Jesaja de Heere Jezus een "Rijsje uit de afgehouwen tronk van Isaï.' Een rijsje is een klein takje, dat opkomt op de plaats waar eens een grote boom heeft gestaan. Die boom is omgehakt. Van het geslacht van Isaï, de vader van David, is niets meer te zien. Maar dan komt de Heere Jezus: als een takje uit de omgehakte boomstronk.

Gedicht:

Reeds in overoude tijden
Sprak het woord der profetie
Van het Rijsje, dat zou komen
Uit de tronk van Isaï;
Met die woorden noemt Jesaja
't Kind, dat naar Gods wijs bestel
Voor heidenen een wens zou wezen
En de hoop van Israël.

Zingen: Ik kniel aan Uwe kribbe neer,

Ik kniel aan Uwe kribbe neer,
uit tere wortel kwam,
zoals er was gesproken:
'Zij bloeit uit Jesses stam.'
Die heeft een bloem gebracht
al in de koude winter
te midden van de nacht.

Die bloem van wond're luister
waarvan Jesaja sprak,
bloeid' op, toen door het duister
het licht der wereld brak.
Toen is in stille nacht 
Maria's Kind geboren
dat ons Gods heilwoord bracht.

Spreekstem:

Ook in het latere leven van de Heere Jezus wordt Hij als Zoon van David erkend. Bij de intocht van Jeruzalem roepen de mensen:

Voorlezen: Mattheüs 21: 9b

'Hosanna de Zone Davids! Gezegend is Hij, Die komt in de Naam des Heeren! Hosanna in de hoogste hemelen!'

Spreekstem:

Ook de blinde Bartimeüs gelooft in de Heere Jezus als de Zoon van David. 

Gedicht:

Er zit een blinde bij de poort, 
de poort van Jericho.
Hij heeft van Jezus' komst gehoord,
En daarom roept hij zo:
Jezus, Gij Zone Davids, ontferm U mijner.

Voorlezen: Markus 10: 48

En velen bestraften hem, opdat hij zwijgen zou; maar hij riep zoveel te meer: 'Gij Zone Davids! ontferm U mijner.'

Spreekstem:

Jezus, Davids Zoon.
Dat is Hij.
Hij is Koning. 
Is Hij ook jouw Koning?
Heeft Hij alles voor het zeggen in jouw leven?
Mag het door genade ook jouw houding en gebed zijn:

Spreekstem:

Ik kniel aan Uwe kribbe neer,
o Jezus, Gij mijn leven!
Ik kom tot U en breng U, Heer'
wat Gij mij hebt gegeven.
O, neem mijn leven, geest en hart,
en laat mijn ziel in vreugd en smart,
bij U geborgen wezen!

Zingen: Ik kniel aan Uwe kribbe neer

Ik kniel aan Uwe kribbe neer,
o Jezus, Gij mijn leven!
Ik kom tot U en breng U, Heer'
wat Gij mij hebt gegeven.
O, neem mijn leven, geest en hart,
en laat mijn ziel in vreugd en smart,
bij U geborgen wezen!

Spreekstem:

Is de Heere Jezus nog niet de Koning van jouw leven? Roep Hem dan aan zoals Bartimeüs Hem heeft aangeroepen: 'Heere Jezus, Gij Zone Davids, ontferm U mijner.' Hij laat geen bidder staan. Jezus: dat is Zaligmaker, want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden.

Dankgebed

Zingen: Ere zij God

Ere zij God, ere zij God,
in de hoge, in de hoge, in de ho-ge.
Vrede op aarde, vre-de op aarde,
in de men-sen een wel-beha-gen.
Ere zij God in de hoge, ere zij God in de ho-ge.
Vre-de op aar-de, vre-de op aar-de,
vrede op aarde, vre-de op aar-de.
In de mensen, in de mensen, een welbehagen,
In de mensen, een welbehagen, een welbeha-gen.

Ere zijn God, ere zij God,
in de hoge, in de hoge, in de ho-ge.
Vrede op aarde, vre-de op aarde,
in de men-sen een wel-beha-gen.

A-men, A-men.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen