Augustinus
Blz. 4
Deze beslissing is een moeilijke beslissing. Als vader naar Zuid-Limburg verhuist, weet hij zeker dat hij zijn baan houdt. Er moet natuurlijk goed overdacht worden dat daar geen reformatorische scholen zijn. Als vader niet verhuist, wordt hij ontslagen en is de zekerheid op een baan weg. Wel kan hij met zijn gezin naar de eigen kerk blijven gaan. Zo'n beslissing moet altijd biddend genomen worden!!
Moeder Monica wilde niet dat Augustinus naar Rome ging omdat het een heidense stad was. Ze was bang dat hij nog verder verstrikt zou raken in de zonde.
Blz. 5
* Er wordt gebeden voor de jongeren in de kerk, op de jeugdvereniging en als het goed is ook thuis door de ouders.
* In de kerk wordt speciaal voor jou gebeden na je geboorte, doop en bij ziekte.
* Het gebed wordt niet altijd verhoord. Soms is de verhoring er wel, maar zien wij het niet. De Heere verhoort ook niet altijd meteen het gebed, maar soms veel later, of op een andere wijze dan wij denken.
* De Heere weet wat het beste voor ons is. Het kan soms beter zijn als Hij het gebed niet verhoort.
* God hoort wel altijd het gebed.
* De Heere geeft wel een belofte op het gebed voor bekering: "Zoekt en gij zult vinden, klopt en u zal open gedaan worden..."
Blz. 6
* God bestuurde het zo dat Antonius langs die kerk liep en dat hij net zou horen voorlezen uit de Bijbel.
* Er gebeurt niets 'toevallig'. Alles bestuurt Hij. Zelfs de haren van je hoofd zijn geteld.
* We kennen Gods raad niet. Daarom kan iets in onze ogen best wel 'toevallig' zijn. Maar als we er erg aan wennen om dat woord te gebruiken, zullen we eerder vergeten dat God alles bestuurt.
Blz. 8
* Er is al zo veel onrecht in de wereld, als een christelijke advocaat iemand moet verdedigen, zal hij dat misschien uit een meer zuiver oogpunt doen dan andere advocaten.
* Als je recht moet praten wat krom is, kom je in strijd met Gods wet.|
* Als een advocaat zoekt naar verzachtende omstandigheden is dat niet hetzelfde als recht praten wat krom is.
Blz. 9
* Pelagius leert dat je zelf kunt kiezen of je het goede of het verkeerde doet. Dat kun je alleen maar als je van nature goed bent. Pelagius leerde wel dat veel mensen ondanks dat ze van nature goed zouden zijn, ze toch het verkeerde kiezen.
* Als je zomaar zegt: "Kies voor Jezus", dan doe je net of iemand dat kan. Je kunt beter zeggen dat wij al gekozen hebben: voor de duivel. Toch vraagt de Heere wel om ons aan Hem over te geven, maar dan moet je er ook bij zeggen dat alleen God door genade ons het goede kan laten kiezen.
Blz. 10
* "Toen ik God niet kende, had Hij mij reeds op het oog": Augustinus.
* "Adam is de eerste zondaar, maar tussen zijn zonden en die van ons is geen direct verband": Pelagius.
* "Gij hebt ons geschapen tot U, en ons hart is onrustig, totdat het rust vindt in U": Augustinus.
* "De mens heeft een vrije wil om te kiezen": Pelagius.
* "En geheel mijn hoop is slechts gevestigd op Uw zeer grote barmhartigheid. Geef wat Gij beveelt en beveel wat Gij wilt": Augustinus.
De erfzonde
Door Adam hebben wij allen de erfzonde. Wij zouden in de plaats van Adam precies hetzelfde doen en niemand kan ooit uit zichzelf geestelijk iets goeds doen. Een troost is te weten dat door het lijden en de opstanding van de Heere Jezus de zonde vergeven kan worden.
De algemene genade
Ondanks de vele zonden van de mensen en het kwaad in de mens en in de wereld geeft God ons nog zegeningen. Hij handelt niet naar onze ongerechtigheden. Door de algemene genade is nog een samenleving mogelijk, bestaat er nog natuurlijke onderlinge liefde en kunnen we nog het goede voor elkaar zoeken.
De bijzondere genade
Deze genade schenkt God aan Zijn volk bij de wedergeboorte. Door deze genade van God kunnen zij in beginsel het goede weer gaan doen, hoewel ze nog hun hele leven tegen de "oude mens' zullen moeten strijden. Door de bijzondere genade zal Gods volk in de eeuwige heerlijkheid mogen ingaan.
De uitverkiezing
God heeft de wereld goed geschapen. Wij hebben de zonde in de wereld gebracht. God had ons allen verloren kunnen laten gaan. Maar Hij brengt door Zijn verkiezing mensen tot Hem, zodat er toch nog de mogelijkheid is om zalig te worden. De uitverkiezing is dus een poort (waardoor je binnen kunt gaan) en geen muur (die je buiten laat staan). Wij mogen niet rekenen met de uitverkiezing. De Heere eist van ons dat we ons bekeren, maar Gods volk zal achteraf in verwondering zien dat die bekering alleen mogelijk was door Gods verkiezend welbehagen.
Blz. 11
* Augustinus feest elke dag met zijn vrienden: couplet 1.
* Monica waarschuwt Augustinus en wijst hem de weg naar God: couplet 2.
* Als Augustinus naar Ambrosius luistert, wordt hij onrustig: couplet 4.
* Augustinus vlucht onder de vijgeboom. Hij hoort een stem: "Tolle Lege": couplet 5.
* Augustinus leest in de Bijbel: "Doet aan de Heere Jezus Christus": couplet 6.
* Tot zijn dood is Augustinus werkzaam als bisschop van Hippo Regius: couplet 7.
Blz. 12
Zoals Peter vecht zonder God alsof hij het zelf zou kunnen is verkeerd. God wil niet dat wij alleen vechten om een handicap te aanvaarden. Wij moeten God vragen of Hij die aanvaarding wil geven. Het is ook niet zo dat wij dan maar werkloos moeten afwachten. We moeten biddend vechten voor aanvaarding en voor de toekomst hier op aarde, hoewel we altijd moeten blijven beseffen dat het niet om dit leven gaat, maar om het eeuwige leven. Als God ons Zijn genade schenkt in dit leven zullen wij met Hem mogen leven in eeuwigheid en dit is pas echt een mooie toekomst.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 september 1989
Mivo +12 | 20 Pagina's
