Smytegelt
Ieder heeft zijn kruis op aard,
Ieder heeft wat hem bezwaart.
Ieder hart en ieder huis,
Heeft zijn eigen kwel en kruis.
't Ene kruis is openbaar,
't And're wordt men niet gewaar,
't Eén is klein en 't ander groot,
Houdt het één en 't ander lood.
Deze heeft een enkel kruis,
De ander heeft een dubbel thuis.
Maar dit is het wonderbaarst:
Ieder acht het zijne 't zwaarst!
Bij het zijn houdt menigeen
's Naasten kruis voor licht en kleen;
En als 't mocht en moog'lijk waar,
Ruilden velen met elkaar.
Zag men echter van nabij
Al de kruisen op een rij,
Ieder koos voor zich en nam,
Waar hij mee ter markte kwam.
't Kruis van and'ren schijnt u licht,
Gij bedriegt u in 't gewicht!
En wie weet of gij verdroegt,
Waar hun schouder onder zwoegt?
Niet aan ieders voorhoofd staat,
Hoe het hem van binnen gaat.
Menigmaal heeft menig hart
Midden onder 't lachen smart.
Draag dus naar de Heere 't wil,
Met gelatenheid en stil,
Gij uw kruis en ik de plaag,
Die Hij wil, dat ik verdraag.
't Kruis te kiezen naar zijn zin,
Heeft voorzeker niet veel in.
't Was of men zich t' enenmaal
Zou ontslaan van kruis en kwaal.
Door zijn lengte drukt het kruis,
Maar het helpt ons ook naar huis.
't Legt de brug, die van het strand,
Ons geleidt naar d'overkant.
Mor dus niet, maar hoe het ga:
Denk aan 't kruis van Golgotha,
En aan Hem, Die kruis en kracht,
Geeft waar Hij zulks nodig acht!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 september 1988
Mivo +12 | 24 Pagina's
