De doorboorde buidel

Er loopt een arbeider over de weg. Hij gaat naar huis, na een week hard werken. Hij is gelukkig niet werkeloos! Het loon dat hij verdiend heeft, heeft hij in zijn rugzak gedaan. Maar thuisgekomen, bemerkt hij tot zijn grote schrik dat al zijn geld weg is. Er zat een gat in die zak! Het was een doorboorde buidel.
Dit is een beeld dat Haggaï gebruikt in zijn prediking. Haggaï 1:6b: "En wie loon ontvangt, die ontvangt dat loon in een doorboorde buidel."
Die arbeider is het beeld van het volk. Zij werken wel en verdienen wel, maar het geld is zo op, het vliegt weg! Zij eten en drinken wel, maar het verzadigt hen niet, en hun kleding verwarmt hen niet. Hoe zou dat komen?, vraagt Haggaï. Is dat toeval! Een karig deel, met Gods zegen, geeft bevrediging. Maar de vloek van God treft jullie, erken dat toch! Jullie zeggen dat je arm bent, en daarom geen tempel kunt bouwen, maar het is net andersom: jullie zijn arm omdat je geen tempel bouwt.

Haggaï aan het woord

Op de eerste dag van de maand, waarschijnlijk een feestdag, is het volk bijeen gekomen op het tempelplein om te offeren. Jozua, de hogepriester, en Zerubbabel, de stadhouder, zijn ook aanwezig. Haggaï maakt van deze gelegenheid gebruik om het woord des Heeren te verkondigen.

Gezegend

Spr. 10: 22

* De zegen des Heeren, die maakt rijk, en Hij voegt er geen smart bij."

Betekent dit:

- een goed salaris?
- een hoge bankrekening?
- veel voorspoed?
- geen ziekte of verdriet?
- of wat anders ...?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen