JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

B Vertelschets+12

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

B Vertelschets+12

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hieronder volgt een bewerking van het begin van de Christenreis.

Christen vlucht uit de stad verderf

Ergens op de wereld lag een grote stad.

Daar woonden veel mensen die een gelukkig en zorgeloos leven leidden. Die stad heette Verderf.

De inwoners van de stad Verderf bekommerden zich niet om de dag van morgen. Ze leefden zonder vrees en zonder zorg van de ene dag in de andere. Het was ook een welvarende stad. Armoede bestond er niet.

Iedereen had het er prima naar zijn zin en ze zouden altijd wel in de stad willen blijven wonen.

Toch is er iemand die het in de stad Verderf helemaal niet meer naar z'n zin heeft. Hij wordt steeds erger gekweld door een drukkende angst.

Als hij de zorgeloosheid van de mensen ziet, wordt hij bang dat dit niet altijd zo kan blijven. Hij is er van overtuigd dat de mensen te vrolijk en te onbezorgd zijn en dat er beslist straf zal volgen. Dankbaarheid kennen de inwoners van Verderf niet en liefde voor elkaar bezitten ze ook niet. Iedereen probeert zich te verrijken ten koste van de ander.

Christen -zo heet de man- krijgt een afkeer van het kwaad van zijn medeburgers. Hij doet niet langer met hun feesten mee en walgt van hun drinkpartijen. Dat kan niet langer goed gaan, voelt hij. Wie weet welke ramp de stad zal treffen. En dan zal hij, net als de andere inwoners van de stad de straf moeten ondergaan.

Christen probeert zijn medeburgers te waarschuwen, maar dat helpt niets. Ze schelden hem uit voor een vrome. Dat vindt hij heel erg, want hij wil niet vroom lijken in de ogen van mensen. Hij heeft immers net zo goed meegedaan met hun feesten. Hij is bepaald niet beter dan anderen. Misschien zelfs wel slechter.

Het allerergste is wel dat zijn eigen vrouw niet naar hem wil luisteren. "Waar haal je toch die onzin vandaan", snauwt ze hem toe als hij haar wil waarschuwen.

En waar hij het vandaan haalt, weet hij zelf niet. Die ombestemde vrees voor ene komende ramp is zo maar bij hem opgekomen. En die angst wil niet meer uit z'n hart weggaan. Hij zit er mee en er is geen mens die hem begrijpt.

Dan vindt Christen een boek. Een oud boek waarin hij al jaren niet meer gelezen heeft. Hij wist niet eens meer dat ze het nog in huis hadden. Hij was het helemaal vergeten. Maar nu leest hij er in. Hij verslindt het als het ware. Hij kan er bijna niet meer mee ophouden, zo boeit het boek hem.

In dat boek staat waar hij al zo lang bang voor geweest is. Er staat in dat de mensen van de stad Verderf zullen worden gestraft als ze zo blijven leven. Christen heeft al lang begrepen dat de mensen helemaal geen zin in een ander leven hebben.

Als Christen het boek uit heeft, gaat hij toch zijn vrienden en buren waarschuwen. Hij wijst op het boek waarin gesproken wordt van vergelding en wraak als ze het kwade niet zouden laten en niet het goe- de zouden zoeken. De mensen lachen hem echter uit en keren hem de rug toe. Zelfs zijn vrouw lacht: "Doe dat dwaze boek toch weg en jaag die vreemde gedachten uit je hoofd."

Christen kan de waarschuwingen uit het boek echter niet vergeten. Hij leest iedere keer weer wat hem zo getroffen heeft: "Vlied van de toekomende toorn".

Moet hij nu de stad verlaten?

Moet hij alles in de steek laten en een onbekende toekomst tegemoet gaan? En zijn vrouw en kinderen? Zullen die met hem mee willen gaan?

Als hij er over begint, krijgt hij de wind van voren. Zijn vrouw raast en tiert.

"Ben je krankzinnig geworden? De stad verlaten waar we het zo goed hebben? En waar wil je dan naar toe? Naar de berg Sion? Waar is dat en wat moeten we daar doen?"

Ze denkt er niet aan om haar buren en vrienden te verlaten. En van die komende ramp gelooft ze niets. Hij moetz'n fratsen maar eens uit z'n hoofd zetten.

Maar Christen kan de woorden van het boek niet vergeten. Ze houden hem uit z'n slaap. Hij gaat er 's avonds mee naar bed en staat er 's morgens mee op. En de hele dag pijnigt hem de vraag: Wat moet ik doen om aan het komende oordeel te ontkomen?

Het boek geeft hem daarop het antwoord: Vlied van de toekomende toorn. Christen wordt ziek van het tobben.

Op een morgen blijft hij op z'n bed liggen. Hij heeft geen zin om er uit te komen. Hij weet niet meer wat hij doen moet. 0, als hij alleen zou geweest zijn, dan had hij de stad al lang verlaten. Maar zijn vrouw en kinderen! Mag hij die achterlaten? En moeten die dan maar in het oordeel omkomen?

Zijn vrouw komt aan zijn bed staan.

"Kom er uit", roept ze. "Verbeuzel je tijd niet".

Als ze echter z'n gezicht ziet, schrikt ze.

"Ik zal een dokter halen, want je bent ziek", zegt ze.

Maar Christen weertdat voorstel af.

"Ik ben niet ziek", zegt hij. "Ik ben alleen maar bang voor de toekomst. We zullen met onze kinderen omkomen, als we in de stad blijven".

Als hij dat zegt, wordt zijn vrouw boos.

"Ga dan zelf maar weg", schreeuwt ze en ze keert hem de rug toe.

Christen kan het in de stad niet langer uithouden. Hij loopt de poort uit en zwerft buiten de muren rond. Alleen met z'n gedachten. Hij voelt een zware last op zich drukken.

Dat is een pak. Het pak der zonden dat hij uit de stad Verderf heeft meegenomen en dat nu zwaar op z'n rug en schouders drukt.

Hij probeert de last van zich af te werpen, maar dat lukt niet. Hij begrijpt dan dat hij dit zondepak nu altijd moet dragen. En dat benauwt hem heel erg.

Plotseling staat er een man voor hem.

"Wat scheelt er aan?", vraagt hij.

"Wie ben je?", vraagt Christen verbaasd.

"Ik ben Evangelist", is het antwoord. "En als het kan, wil ik je graag helpen".

"0", antwoordt Christen. "Ik ben er zo ellendig aan toe. In dit boek dat ik hier heb, staat geschreven dat ik sterven moet en dan geoordeeld zal worden. En ik kan niet sterven. Ik durf niet voor de rechter te verschijnen, omdat ik zo'n grote schuld heb". En dan wijst hij naar het pak op z'n rug.

"Als je er zo over denkt, waarom loop je hier dan nog rond? Ik zou dan maar haast maken om aan het oordeel te ontkomen", zegt Evangelist dan.

"Je hebt mooi praten", antwoordt Christen. "Als ik maar wist waar ik heen moet gaan om deze last kwijt te raken en om niet geoordeeld te worden".

Dan haalt Evangelist een opgerold papier tevoorschijn en geeft dat aan Christen. Hij opent het papier en leest: "Strijd om in te gaan door de enge poort".

"Dat is geen nieuws voor mij", zegt Christen. "Dat staat ook in mijn boek. Maar waar moet ik dan heen gaan?"

Evangelist wijst dan naar de verte en zegt: "Zie je ginds dat poortje?" Christen tuurt en tuurt, maar ziet geen poortje. "Ga die kant maar op, dan kom je vanzelf aan het poortje. Klop op de deur en die zal dan voor je opengedaan worden. Dan zal je gezegd worden, wat je verder moet doen."

Dit is het begin van een de bekendste boeken die ooit geschreven zijn. Het is "De Christenreis", geschreven door John Bunyan.

Het is na de Bijbel het meest gelezen boek. Veel van wat in dit boek staat, kun je terugvinden in de Bijbel.

Het begin van de Christenreis is een waarschuwing voor ons alle= maal. De stad Verderf kun je vergelijken met de wereld waarin wij leven. Christen verliet de stad Verderf. Hij kon het er niet meer uithouden.

En wij? Hebben wij het nog naar onze zin in de wereld waarin we leven? Dan staat het er niet zo best met ons voor.

Aan het eind van het boek kun je lezen dat Christen in Sion aange= komen is. Daarmee wordt de hemel bedoeld.

Maar alle mensen die het in de stad Verderf zo goed naar hun zin hadden, zijn daar nooit aangekomen. En als wij het in de wereld naar onze zin blijven hebben, zullen wij daar ook niet komen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 oktober 1984

Mivo -16 | 40 Pagina's

B Vertelschets+12

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 oktober 1984

Mivo -16 | 40 Pagina's