Hij houdt getrouw Zijn Woord
A. Vertelschets -12
Als je moeder jou iets belooft, doet ze het dan ook? Meestal wel, denk ik, maar ze kan het ook wel eens vergeten! Dan wacht je erop en..............het gebeurt niet! Nu is er Iemand, Die nooit iets vergeet. Weet je wie dat is? De Heere. Hij doet altijd alles wat Hij beloofd heeft. Luister maar!
In één van de huizen in het land Gosen zit een meisje bij de wieg van haar pasgeboren broertje. Ze kijkt verdrietig. Waarom? Omdat haar broertje moet sterven. De Farao heeft immers gezegd dat alle pasgeboren jongetjes van het volk Israël in de Nijl verdronken moeten worden! En Mirjam en haar broertje horen óók bij Israël.. Moeder Jochebed heeft het haar al zo vaak verteld: jaren geleden is onze familie hier in Gosen komen wonen. Toen was Jozef onderkoning van Egypte. Wij wonen wel in Egypte, maar wij zijn geen Egyptenaren. Wij zijn het volk van God, wij horen in Kanaän. Dat heeft de Heere heel vroeger aan Abraham beloofd. Uit hem zou een groot volk ontstaan. Dat zou in het land Kanaän wonen en uit dat volk zou de Zaligmaker geboren worden. Nu, een groot volk waren ze geworden: het land Gosen was zelfs te klein voor hen. Maar die andere beloften........? De Farao laat hen onderdrukken: de jongetjes worden in de Nijl gegooid en de vaders moeten slavenwerk doen. Maar moeder zegt: Wij zijn toch Gods volk. God heeft met Abraham een verbond gemaakt, en wat Hij beloofd heeft, zal gebeuren. Mirjam ziet dat moeder een mandje maakt (hoe-waarom?). Samen brengen ze het naar de rivier. Mirjam blijft kijken. Geen mens kan het kleine broertje helpen, maar Jochebed gelooft dat de Heere wel voor hem kan zorgen. Wat gebeurt? Het broertje wordt gered. Je weet wel hoe dat gegaan is. De kleine Mozes mag nu drie jaar lang thuis bij zijn moeder wonen. Ze heeft hem vast heel vaak verteld over de Heere, over Zijn volk, en over het verbond met Abraham. Maar zal hij in het paleis van de prinses niet alles vergeten?
Het is veertig jaar later. Uit het paleis van de Farao komt een rijke man, kijk maar naar zijn kleding, naar de dienaren die eerbiedig buigen en groeten, het is Mozes, de geadopteerde zoon van de prinses. Hij wandelt in de richting van de Nijl. Hij is zijn broers, zijn volk, nog niet vergeten. Hij kan ze niet vergeten. God heeft de opvoeding van zijn ouders gezegend. De Heere heeft hem een nieuw hart gegeven. Hij geeft niet om de schatten van Egypte, hij wil bij zijn eigen volk horen. Hij houdt van hen, en van hun God. Mozes komt nu in het land Gosen en ziet de onderdrukking van zijn volk. Waarom helpt God Israël nu niet en brengt het niet naar Kanaan? Mozes zou ze zélf wel willen helpen. Kijk.......een Egyptenaar slaat een Israëliet neer. Wat doet Mozes? Hij slaat. Hij wordt een moordenaar, maar zó wil God het niet. De volgende dag wil Mozes weer helpen. Maar wat schrikt hij als de ene Israëliet zegt: Wil jij over ons de baas spelen? Wil je mij ook doden? Zijn daad is bekend geworden, de Farao zal het horen, en...........Mozes vlucht. Hij kan zijn volk niet verlossen, daar moet de Heere Zelf voor zorgen.
Jarenlang is Mozes schaapherder in de woestijn, dan roept de Heere hem. Hij moet Gods knecht worden en Israël naar Kanaän brengen. Zie je wel: "God hoorde hun gekerm en God gedacht aan Zijn verbond".
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 april 1983
Mivo -16 | 26 Pagina's
